Stijloefeningen (99) – Verrassing

– ‘Biertje dan maar?’ – ‘Graag.’ – ‘Vermoeiende dag?’ – ‘Nah. Naar de bilbiotheek geweest. Met de bus.’ – ‘Gaat daar een bus naartoe?’ – ‘De bus stopt op het stationsplein.’ – ‘Ah. En vandaar moet je lopen?’ – ‘Ja, ik was met mijn zoon. Die sliep in zijn kinderwagen.’ – ‘Goed zo. Lekker wandelweer?’ […]

Continue reading →

Stijloefeningen (97) – Freudiaans

Ik stap uit de lul. Mijn aarsrivaal ligt te slapen in zijn kinderwagen. Wat een kutweer. De mensen zijn met zichzelf bezig, wat er hoogstwaarschijnlijk op neerkomt dat ze aan seks met hun moeder denken. Ik ben op weg naar de Openaarse Bilbiotheek van Amsterdam, om Stijloefeningen te lenen, een boek waarin Raymond Queneau op […]

Continue reading →

Stijloefeningen (96) – Steenkolenfrans

Le premier fevrièr 2011. Presque midi. Le bus s’arrête. Ligne 21. Place de Gare Centrale. Je marche au derrière d’un poussette. Mon fils dort. Je suis en route au Bibliothèque Public pour emprunteur Exercices de Style de Raymond Queneau. C’est un livre très dificile d’acquérir. Mais zut alors, quelle ravage ici! Il y a beaucoup […]

Continue reading →

Stijloefeningen (94) – Het gebrek

De bus uit. Mijn zoon tukt in zijn kinderkoets. Eindelijk. Ik loop over het plein. Een gierende wind en een striemende miezerregen geselen mijn gezicht. De mensen kijken voor zich uit, ieder voor zich. Ik ben op weg richting de bibliotheek om Stijloefeningen te lenen van hoe heet die schijver, iets met een Q. Welk […]

Continue reading →

Stijloefeningen (92) – Vergezocht

Het was in de omstreken van een gure februaridag rond het middaguur. Mijn zoon lag in zijn kinderwagen te slapen als een oude jamaicaan die teveel Rum achter de ontbrekende kiezen heeft. Ik stapte het gemeenteblik uit met de stramheid van een bejaarde ooievaar. Ik zet mijn welgevormde voet richting het stationsplein. De mensen krioelen […]

Continue reading →

Stijloefeningen (91) – Zoon

Vroem. Tuut tuut. Whèèèh!! Die! Die! Whèèèh! Die! Die! Hjumhjumhjum. Zzzzzzzzzz.* Zzzzzzz.** Zzzzzzz. Hjumhjumhjum. Zzzzzzz. Grumbl. Huh? Whèèèh. Die! Die! Papa? Hjmwhumwhum. Boe?Boe? Hjmwhumwhum. Whèèèh!!! Die!*** Zjjoemmm. Vroem. Tuut tuut. Schoe!**** * We zitten in zo’n enorme auto, samen met een aantal andere mensen. Ik voel dat ik elk moment in slaap kan vallen. Ik […]

Continue reading →

Stijloefeningen (90) – Telegrafisch

BUS STOPT STOP NAAR BIBLIOTHEEK VOOR STIJLOEFENINGEN STOP VAN RAYMOND QUENEAU STOP REGEN EN WIND MENSEN IN ZICHZELF GEKEERD STOP MODDERIGE TERINGZOOI HIER STOP DRILBOREN EN HEIPALEN TEISTEREN TROMMELVLIEZEN STOP VROUW VRAAGT IN ENGELS MET FRANS ACCENT OF DIT POSTKANTOOR IS STOP ONTKENNEND ANTWOORD WORDT NIET GEHOORD WEGENS WEGRENNEN NAAR ACHTERUITRIJDENDE RENAULT STOP TWEEDE VERDIEPING […]

Continue reading →

Stijloefeningen (89) – Zombie

Duizenden hongerige ondoden lopen zielloos over het stationsplein. Op zoek naar voedsel, naar half vergane hondenlijken, naar vers mensenvlees. Het is gekkenwerk dat ik hier ben, maar de brandstof van de bus is op. Ik hoopte dwars door de menigte wandelende lijken heen te kunnen rauzen. Maar het mocht niet zo zijn. Ergens ter hoogte […]

Continue reading →

Stijloefeningen (87) – Code

Kraak de code en win een romantisch etentje met de verwarde man. In kwellende situaties toveren apen pennenvruchten uit invloedrijke tapijthandelaren. De engelen buigen uitermate succesvol en negeren langzaam onze overrijpe politieke overlevingstrategieën. Verveelde en radicaal hompiekurkende ettertjes tegelen slablaadjes tot appelmoes. Tevens, in overleg, nagelen schoolverlaters patatjes. Leipe eekhoorntjes in Napels, met immorele jaknikkers […]

Continue reading →

Stijloefeningen (86) – Boers

Ik stap dus op ut stationsplein in dieën groâte stad uut dieën bus, met mien zoân in zijne keierwoâguh. Mien zoân sloâpt. Gelaik n’n roâske. Ut regent en ut woâit. Ut volk war voârnoâm’luk met z’n eigens bezig. Kop in den kroâg, gok richting grond. En den deze war op weg noâr den Bibliotheek. Om […]

Continue reading →

Stijloefeningen (80) – Blind

Piepende remmen, bus 21 komt tot stilstand. De stem van de buschauffeur, naar mij gericht, zakelijk, niet vriendelijk, niet onvriendelijk: ‘Centraal Station, eindhalte’. Het sissende geluid van busdeuren die open gaan. Mensen drommen naar buiten. Voorzichtig vind ik mijn weg naar de uitgang en stap uit. Eigenlijk wilde ik mijn zoon meenemen, maar dat mocht […]

Continue reading →

Stijloefeningen (79) – Doof

De bus stopt. Mensen stappen uit. Heel voorzichtig kijk ik in de kinderwagen. Mijn zoon slaapt eindelijk. Ik had het kunnen weten, want halverwege de busreis merkte ik dat de mensen zich niet meer aan ons stoorden. Het gejank zou toen wel gestopt zijn. Ik stap uit en wandel over het stationsplein richting de Openbare […]

Continue reading →

Stijloefeningen (77) – Onomatopee

De ronk-ronk-bus komt met piiieeepende remmen tot stilstand en opent sssslissend en sssissend haar deuren. Ik stap-stap-stap uit de bus en push oef-oef de kinderwagen voort waarvan de rrrollende wielen mijn zzzlapende zoontje dragen. Sloffende mensen staren naar de grond, zingende tramkabels zwiepen tegen een grauwgrijze hemel. De woeiwoeiwind zorgt ervoor dat de regen in […]

Continue reading →