Open brief aan Mathilde Marie Christine Ghislaine gravin d’Udekem d’Acoz, koningin van België, hertogin van Brabant

Majesteit, Tussen kerstmis en nieuwjaar verbleven wij korte tijd met onze zoon in een kinderziekenhuis. ‘Uw’ ziekenhuis beter, het ´Koningin Mathilde Moeder en Kind-centrum´ te Antwerpen, waaraan u zo genereus uw naam verleende. En bij die naamgeving bleef het niet. Toen wij er waren, zond u uw herauten uit, om de patiëntjes een kleine traktatie […]

Continue reading →

De ondraaglijke uitzichtloosheid van een leven zonder betaalde baan of Flipje in Arbeidsintegratieland Deel IV

Nu moet je weten dat ik een ‘lichte’ aversie tegen kerstbomen heb. Ik had het genoegen om mee te gaan helpen de boom op te tuigen dus maar aan mij voorbij laten gaan.
Het was erg leuk de anderen te zien worstelen met groen gemoffelde stukken plastic die, eenmaal in elkaar gezet, een fijnspar moest voorstellen.
Vooral toen ze er pas na een half uur achter kwamen dat de onderdelen niet in elkaar pasten, omdat deze van twee verschillende nepbomen afkomstig waren.

Continue reading →

Brief aan Comte de Pompeaux 11

Comte, Oogappel, Appelflap, flappentap, Markante markies, Strontvlieg, Vijgenboom van stukken vlees, Grijnzende baviaan met je bontgekleurde billen, Spillebeen, Capsule kierewiet, Sissende vuurpijl, ijsvogel van vuur, Platgetrapte brandnetel, Majoor met je glimmende pet, je opgepoetste medailles en je rukbunker, Hazewind, Vanaf het moment dat ik op mijn fiets stapte heb ik niet meer omgekeken. “Gaan met […]

Continue reading →

Brief aan Uilander 6

Beste Uilander, deugniet van graniet, Uilander oh Uilander Gevederde hartenverbrander In de problemen verzander Michelin- of toch Pirelli-bander Je laatste brief heeft de poëet in mij losgemaakt. Jaaaa, ik weet best dat die nooit gevangen heeft gezeten, maar nu is hij vrijer dan ooit. Hij pent niet achter zijn tafeltje, nee, hij rent roepend over […]

Continue reading →

Brief aan Comte de Pompeaux 8

Waar mijn laatste brief een kogel was, is deze brief een pleistertje om je gapende wond mee te bedekken. Zo’n kinderpleistertje met een tekening van een huilend hondje er op, of een brandende giraffe. Zie het als een verzoening.
Want eerlijk is eerlijk Graafje van me, ik wacht nog steeds op je. En mijn vriend, dat ben je.

Continue reading →

Brief aan Comte de Pompeaux 5

In je laatste brief beschrijf je een scène als uit een schilderij van Hieronymus Bosch. Een oude man met een blaasinstrument als been, gevolgd en getergd door een waarlijk narrig monstertje. Het verbaasde me dat de ouwe knar geen trechter op zijn hoofd droeg en dat zijn gladgepoetste reet op geen enkele wijze misbruikt werd. Vlogen er misschien vogels uit?
Nee echt, Pompertje, ik begin me zorgen te maken. Ik vrees voor je gezondheid. Wat bezielt je toch? Je lijkt wel door een demon bezeten.

Continue reading →

Brief aan Uilander

De melancholische inhoud van de brief deed hem denken aan de stamppot van zijn oude moedertje, de helrode Gerda, en in een wanhopige poging die smeuïge smaak te proeven verorberde hij jouw brief. Met mijn arm over zijn schouder hebben we tot het ochtendgloren de natte snippers uit de pot gevist en terug in elkaar gepuzzeld. Ik heb je verhaal dus redelijk goed begrepen, hoewel ik niet zeker weet of jij de ondergetekende was.

Continue reading →

Brief

Nvdr: Op 20 september jongstleden ontving uw geliefde hoofdredacteur onderstaande brief, gericht aan Ben Hoogeboom en geschreven door onze zeer gewaardeerde medewerker Berend Quest. Uw hoofdredacteur, druk bezig met allerlei aardse zaken, vergat steeds dat hij deze brief nog wilde plaatsen. De man aan wie de brief is geschreven was nog niet overleden op het moment van schrijven, maar is dat nu wel. Omdat wij vermoeden dat Ben het wel zou kunnen waarderen een brief te ontvangen waar hij niks meer aan heeft, plaatsen wij hem alsnog.

Continue reading →