Verlossing

In ‘t bed van de demissionaire Schoof
Heerste aanvankelijk nog ongeloof

Dat morgen alles toch een droom zal zijn
Iets met nog meer water bij de wijn

En dat hij daar dan weer zal moeten staan
En alles eeuwig weer zijn gang zal gaan

Ach, vanwaar toch deze eindeloze straf
Hij moest nu echt van deze spanning af

En dus nam de premier van Nederland
Zijn demissionaire lid toen in de hand

En kwam voor zijn geloken ogen
Dit godvergeten jaar voorbij gevlogen

Kort na Mona en de woningnood
Stierf Dicky’s dick de kleine dood

Een donkere leegte vulde toen zijn ziel
Waarna hij eindelijk de slaap in viel

***

Uit de bundel De Wallen Van Dick Schoof