1.
‘Het moet een lekkage zijn’, zei Abdul. Hij stond met twee Arabisch sprekende mannen naar het muurtje te kijken dat onze keuken van de wc scheidde. Een vochtplek was in de loop der jaren steeds groter geworden. We hadden er al meerdere aannemers naar laten kijken. Die dachten dat het opkomend grondwater was dat door het muurtje was opgezogen.
Opkomend grondwater is een bekend fenomeen in onze buurt. Geregeld lopen er kelders vol. Iemand had ons aangeraden een bedrijf in te schakelen dat gaten in je muren maakt, daar een soort gel in spuit dat hard wordt, zodat het water niet meer naar boven komt. De vraag was dan wel waar het water dan naartoe zou gaan.
De vochtplek ging niet weg. En de rest van de keuken werd ook vochtiger. Elke avond zat het vol met naaktslakken, die tot in onze besteklade kropen op zoek naar weet ik veel wat.
Abdul en zijn mannen hadden in de weken hiervoor het huis van onze nieuwe buren verbouwd. Abdul was de enige die Nederlands sprak. Hij woonde in Den Haag, kwam elke dag naar Zwolle. Overal in Nederland kende hij Arabisch sprekende klussers. Omdat ze niets dan Arabisch spraken, kwamen ze nergens aan de bak. Niet bij de Nederlandse aannemers, niet bij de Oost-Europese. ‘Terwijl ze keihard werken’, zei Abdul. Veel harder dan Nederlanders die de hele tijd koffie drinken, uitgebreid lunchen en om vier uur stoppen. Was zijn ervaring.
Het leek vaak alsof ze flink van mening verschilden, Abdul en zijn mannen. Arabisch kan wat agressief klinken. Vooral de uitvoerder kon zijn mening met zeer doordringende blik en een fel timbre aan Abdul overbrengen. Maar als Abdul het dan vertaalde, ging het over een kleine complicatie waarvoor hij een andere oplossing had bedacht.
Abdul stelde voor om het keukenkastje naast de wc-muur weg te halen en daar wat gaten in de vloer te boren om te kijken of het inderdaad een lekkage was. Wij stemden toe. Niet veel later gingen ze aan de slag. Ze vonden geen lekkage. Ook aan de andere kant van onze keuken vonden ze niks. Wel ontdekten ze dat de isolatie van de vloer bijna volledig verweerd was. Onze keuken is in de jaren ‘80 van de vorige eeuw aan ons huis vastgebouwd. Er zat maar één mogelijkheid op, zei Abdul, en dat was de keuken eruit halen, de vloer eruit halen en de vloer weer laag voor laag opbouwen. Hij belandde weer in een felle discussie met zijn onderaannemer. ‘Ik moet mijn leveranciers bellen’, zei hij toen het gesprek klaar was. Het ging een stuk meer kosten. Hoeveel meer? Kon hij nog niet zeggen. Mevrouw Molovich meende van de gelegenheid gebruik te kunnen maken om een lang gekoesterde wens door te drukken: de wc verplaatsen van de keuken naar de gang, voor in het huis. Ze schaamde zich altijd als gasten in de keuken naar de wc moesten, niet zelden als een van ons daar aan het koken was. Abdul vond het prima. Maar ook dat zou uiteraard meer gaan kosten. Hij wilde ons wel korting geven.
Die avond leek ons huis vochtiger dan ooit. Zelfs de trapleuning was klam.
2.
De volgende dag haalden ze de keuken uit elkaar om ‘m in onze woonkamer te zetten. Daarna begonnen ze aan de vloer. Eerst de tegels eruit, daarna het cement. Ze waren op twee plekken tegelijk bezig. Terwijl ze dat deden, ontstond er ineens consternatie. Er gutste water onder het cement door. Toen ze dat weghaalden, kwam er een totaal verweerde koperen leiding tevoorschijn. Op één plek spoot het water eruit. Door het gedril was het gat ongetwijfeld groter geworden, waarschijnlijk had daar doorheen jarenlang water gesijpeld. Water dat in de vloer en in de grond terecht was gekomen en dat door het tussenmuurtje van de wc was opgezogen. Ik maakte foto’s als bewijs voor de verzekering. Abdul meende dat de verzekering de hele verbouwing zou vergoeden. Zelf had ik daar mijn twijfels over.
De week erna stond in het teken van slopen. Hoe laat ze kwamen en hoe laat ze weer gingen, was niet altijd even duidelijk. Ze werkten vaak tot een uur of zeven in de avond. Genoten hun lunch in onze tuin. Lunch waar ze zelf voor zorgden, van ons wilde ze niets behalve in de ochtend één kopje koffie. Ze aten broodjes en dronken een felrode frisdrank met een naam in Arabisch schrift.
Omdat het zo moeilijk communiceren was en ik me bij Abdul altijd afvroeg of hij wel wist waarmee hij bezig was, wist ik niet altijd zeker of we er wel goed aan deden met hem in zee te gaan. Op een gegeven moment kwam Abdul naar me toe om te vragen waar een gaskraan zat. Mijn geheugen is een ramp als het om dat soort dingen gaat. Ik ging naar de meterkast. Daar was niks te zien. Daarna naar de kelder waar de hoofdwaterkraan zit. Ook niks. Ik rook een gasgeur. Ik ging naar buiten om het aan mevrouw Molovich te vragen. In de keuken zat een van Abdul’s mannen de vloer weg te bikken terwijl naast hem het gas sissend uit een kapotte leiding spoot. ‘In het kastje waar ook de internetaansluiting zit’, riep mijn vrouw. Ach ja. Natuurlijk. Hoe kon ik het vergeten.. ‘Jij bent echt een held’, zei Adballa later tegen mijn vrouw.
Soms was er maar één iemand aan het werk. Terwijl ik met hem een kop koffie dronk, vroeg ik waar hij vandaan kwam. Uit Syrië. ‘Aleppo?’, vroeg ik. De man was positief verrast dat ik de naam Aleppo kende. Zonder de oorlog in Syrië weet ik niet of ik de naam Aleppo paraat zou hebben gehad. Hij was gevlucht voor de oorlog. Woonde nu in Wezep, of all places. Zijn vrouw en kinderen zaten nog in een vluchtelingenkamp in Irak. Het leven van een Syrische vluchteling in Irak was niet eenvoudig.
Zo’n verhaal relativeerde de boel wel. En met de boel bedoel ik zowel de ravage die mijn huis was als mijn angst dat ze de boel zouden verkloten (misschien kennen ze in Aleppo de geavanceerde manier waarop wij wc’s op de riolering aansluiten nog niet. Zitten wij straks met de gebakken peren. Maar dit verhaal deed mij realiseren dat die gebakken peren kruimeltjes zijn vergeleken met de ellende die deze man had meegemaakt.)
Hij miste zijn vrouw. Die van mij was voor een paar dagen naar haar moeder gevlucht, omdat de chaos in ons huis haar teveel werd. Het leek me beter om die vergelijking niet hardop uit te spreken. Net zoals ik ook niet de grap maakte dat hij zich waarschijnlijk wel thuis voelde in mijn keuken die er momenteel uitzag als een gebombardeerde ruïne.
3.
Die zaterdag waren Abdul en twee van zijn companen rond een uur of negen in de ochtend begonnen. Ze waren nu een week en een dag bezig. Buiten stond er inmiddels een grote container, het puin ruimen kon beginnen. Terwijl zij bezig waren, zag ik op internet beelden van festivalbezoekers die in paniek aan het rennen waren voor hun leven. Ik zag een oude vrouw die op een golfkarretje werd rondgereden. Ik zag een jonge vrouw uit een auto stappen, haar handen waren op haar rug gebonden, de broek rond haar billen en benen was doorweekt, ik nam aan door bloed. Ik zag beelden, gefilmd vanuit een huis waarop je Hamas-strijders door verlaten straten zag lopen, schietend op de huizen. Ik zag een Israëlisch gezin in een jeep zitten, in shock. Een meisje van een jaar of tien, elf kreeg een wit hoofddeksel met blauwe Davidsster op haar hoofd gezet. Ze kromp ineen, het deed me denken aan een doornenkrans. Tegenover de angst van de Israëliërs die op de vlucht waren of ontvoerd werden, stond de feestvreugde waarmee de Hamas-strijders hun gruwelijkheden uitvoerden.
De hele ochtend kwamen dit soort beelden binnen. Terwijl Abdul en de zijnen met grote zakken puin door mijn huis liepen, moest ik aan de Joodse Messias van Arnon Grunberg denken. Waarin de hoofdpersoon, na een reeks avonturen met de voorhuid van Adolf Hitler, het tot president van Israël heeft geschopt. Op een gegeven moment onderhandelt hij met de leider van Hamas over het aantal slachtoffers dat er wekelijks mag vallen. Waar ze op uit kwamen, weet ik niet meer. Voor elke Israëliër mochten er voglens mij tien Palestijnen betreurd worden. Nu ik zag wat er hier gebeurde, wist ik: Israël zal genadeloos terugslaan. Dit is koren op de molen van Netanyahu die niets liever wil dan Gaza wegvagen. Bovendien is hij nu in één klap verlost van de rechtszaken die er tegen hem worden aangespannen. En tegelijkertijd krijgt ook Hamas wat het wil: een bommenregen die z’n weerga niet kent, zodat de Palestijnse zaak weer op de kaart staat in de wereld. Amerika zal zich ermee moeten bemoeien, de Arabische wereld zal op z’n achterste poten staan, in Iran zullen ze dansen, Rusland zal in z’n handen wrijven, de spanningen zullen overal oplopen en tot grote hoogtes worden opgestookt door demagogen en dwazen.
En terwijl voor mijn geestesoog het armageddon zich aan het voltrekken was, zocht ik op internet naar geschikte tegels voor onze nieuwe wc.
Zandkleurig.
4.
De schade-expert die door de verzekering was gestuurd, zag er precies zo uit als je van een schade-expert verwacht. Hij deed me vaag denken aan Jean-Luc DeHaene, de vroegere premier van België. Maar dan wat kleiner. Een even gedrongen als gezette man, met een zeer opgeruimd voorkomen. Hij hoefde geen koffie. Had al meer dan genoeg op. Was de hele dag op pad. Overal met een blij gemoed mensen teleurstellen.
De zon scheen, we moesten vanuit onze tuin in de keuken kijken. De dag ervoor had Abdul de vloer geëgaliseerd met een laag cement, dat moest nu drogen. Ik legde uit wat er gebeurd was. Liet foto’s zien. Probeerde de man ervan te overtuigen dat we aan onze onderzoeksplicht hadden voldaan door aannemers naar ons probleem te laten kijken. We hadden geprobeerd om het probleem te fixen, helaas bleek het probleem dat we hadden gefixt niet het probleem dat gefixt moest worden, maar dat lag niet aan ons. Hij luisterde geduldig. Zei toen dat het jammer was dat we niet in 2019 de verzekering hadden gebeld, toen de vochtplek in de muur zich begon te manifesteren. Hadden we dat gedaan, dan had onze verzekeraar een echte specialist gestuurd, die allemaal verschillende tools en technieken tot zijn beschikking had om lekkages te ontdekken. Hij zou bijvoorbeeld de druk op de waterleiding opvoeren, om te kijken of er ongewoon veel water verbruikt zou worden. Zou dat het geval zijn geweest, dan moest er een lek zijn en hadden ze met een warmtescanner heel nauwkeurig kunnen zien waar het water zou ontsnappen. De keuken hoefde maar voor een klein gedeelte eruit. En zodra ze het lek zouden hebben gelokaliseerd, zou ook van de vloer hooguit een halve vierkante meter hoeven worden verwijderd. Waarna het lek gerepareerd kon worden. Ik wierp tegen dat de buis volledig verweerd was en in zijn geheel vervangen moest worden. Onze complete design-keuken en een veel groter gedeelte van de vloer zouden eruit moeten, inclusief een stuk vloer in de wc, waar de waterleiding naartoe ging om daar in de stortbak te eindigen. De schade-expert wist me met een vertederde glimlach te vertellen dat de verzekering niet aan preventie doet, enkel aan reparaties. Ik vond dat ronduit belachelijk. Tsja, zei de man, ze zijn bij de verzekering door schade en schande wijzer geworden. Hij matste me nog, zei hij, want doordat de buis onbeschermd in het beton lag, was het eigenlijk een constructiefout en constructiefouten worden niet vergoed. Ik zou dus wel wat terug krijgen, maar heel veel zal het niet zijn. Maar meer dan niks.
Ik had lang niet iemand ontmoet die ik zo bewonderde. Alles wat ik zei wist hij achteloos weg te wuiven, waarbij hij de vriendelijkheid zelve bleef. Het lukte me niet om boos op hem te worden. Jammer dat het uitgerekend een verzekeringsmaatschappij is die van zijn talenten mag profiteren. Hij had ook kunnen helpen het Israëlisch-Palestijnse conflict op te lossen. Of die mensen op z’n minst het gevoel kunnen geven dat sommige dingen nu eenmaal onvermijdelijk zijn, en dat het leven oneerlijk is, maar dat hij zal doen wat hij kan om tot een wederzijds bevredigende oplossing te komen.
5..
Anders dan de mannen waarmee hij werkte, kwam Abdul niet uit Syrië maar uit Jemen. Hij had ook een veel donkerder, meer Afrikaans uiterlijk. Hij bleek pas 22 te zijn. Vanaf zijn vijftiende had hij met zijn vader meegelopen. Zelf kon hij tegels plaatsen, maar niet veel meer. HIj kon vooral heel aimabel babbelen. En heel breed glimlahcen. Door het hele land had hij contacten. Allemaal Arabisch sprekende mannen die nergens aan de bak kwamen. Hij kende één Syriër in Zwolle. En die kende er ook weer een hele trits. Ik geloof zelfs dat ze familie waren, al dan niet aangetrouwd.
De Syrische elektricien was bezig om een extra stop toe te voegen voor onze inductiekookplaat. Toevallig werkte hij wel voor een Nederlandse aannemer. Waardoor hij uitstekend Nederlands sprak. Ook hij woonde in Wezep. Dat beviel hem goed. Rustig en veilig. Hij was ook een tijdje in Duitsland geweest. In Dresden om precies te zijn. Daar was het verschrikkelijk. Kon je zo neergestoken worden. Zaten te veel mensen die compleet doorgedraaid waren. ‘Door de oorlog’, zei ik. De elektricien zei dat hij ook oorlog had meegemaakt, maar geen mensen ging neersteken.
Abdul vertelde dat hij de namen van al zijn voorouders kende. Tot wel tien generaties. Ik zei dat ik de ouders van mijn ouders kende, maar dat mijn kennis daar ophield. Ik vertelde dat mijn oma uit Rusland kwam. Ze was door de Duitsers meegenomen om te werken in Duitsland. Ze had mijn opa na de oorlog ontmoet in een vluchtelingenkamp. Abdul vroeg of ik Joods was. Dat ben ik niet, hoewel mijn naam dat wel zou kunnen doen vermoeden. De vader van mijn vader was arts. Hij was in dat vluchtelingenkamp om vluchtelingen te helpen, niet omdat hij daar gevangen had gezeten. Dat hij die keuze had gemaakt, had trouwens niet zozeer een ideële reden: hij was op de vlucht voor een jonge vrouw in wie zijn ouders een geschikte huwelijkskandidaat zagen. Eigenlijk waren zowel mijn oma als mijn opa vluchteling. Mijn oma op de vlucht voor Stalin, mijn opa voor een vrouw. Ze trouwden in Duitsland zonder dat mijn overgrootouders dat konden bijwonen. Ik ben het kleinkind van twee vluchtelingen.
6.
Omdat de actualiteit met de dag ondraaglijker werd, ging ik op zoek naar verhalen van de Israëlische schrijver Etgar Keret. Diens absurdistisch proza mag mij graag troost bieden in dit absurdistisch bestaan. Helaas was het hem na 7 oktober nog niet gelukt om iets nieuws op papier te zetten. Ik zocht verder en kwam terecht bij negen verhalen die hij over zijn moeder heeft geschreven. Zijn moeder was geboren in Polen. Ze had als klein meisje gezien hoe de nazi’s haar moeder hadden doodgeschoten en haar kleine broertje dood hadden gegooid tegen een muur. Via een weeshuis in Frankrijk was ze uiteindelijk in Israël beland. Haar vader had haar Duits geleerd toen de Duitsers Polen binnenvielen. ‘Dat kan je leven redden’, zei hij. ‘Het is veel moeilijker voor mensen om je menselijkheid te ontkennen wanneer je hun taal spreekt.’
Naast Duits en Pools sprak de moeder van Etgar Keret ook Engels, Hebreeuws en Frans. Toen ze eens iemand namens haar zoon in vier van deze zes talen te woord had gestaan, werd Keret gecomplimenteerd met zijn uitstekende secretaresse. Waar heb je die vandaan, werd hem gevraagd. ‘Ik deed mijn ogen op en daar was ze’, zei Keret.
Als Abdul er niet was en ik moest iets tegen de uitvoerder zeggen, dan gebruikten we Google Translate. Ik tikte in wat ik wilde zeggen, Google vertaalde het naar het Arabisch, waarna ik het liet lezen. Daarna pakte de uitvoerder zijn eigen telefoon en deed hetzelfde maar dan van het Arabisch naar het Nederlands. Hij was van het soort dat eerst een gat boorde en daarna vroeg of dat de juiste plek was. Leve Google Translate dus.
7.
Na een week of drie ging eindelijk de vloer erin. We wilden een gietvloer. Betonkleurig. Abdul stelde epoxy voor. Wij wilden liever PU. Ik vroeg of hij daar bekend mee was. ‘Wij hebben overal mee gewerkt’, zei hij. Ik wist niet of ik dat moest geloven, maar dat zei ik niet. ‘Komt goed’, zei Abdul. Dat zei hij altijd als hij zag dat ik twijfelde.
Toen de vloer erin lag en we erop mochten lopen, zagen we al snel dat er hier en daar gaatjes in zaten. Ze besloten het reparatiesetje te gebruiken om er nog een dunne laag overheen te doen. Maar ook daarin kwamen de luchtbelletjes toen het was opgedroogd. Daarop besloten ze dat te repareren met siliconenkit.
‘Daar ben ik eventjes stil van’, zei de man van wie ik de vloer had gekocht. Zoiets stoms had hij nog nooit gehoord. Siliconen stoten af, daardoor zou de toplaag zich niet hechten. Enige mogelijkheid was om het weg te snijden en opnieuw te vullen. Moest ik wel een nieuw reparatiesetje bestellen. Maar dat kreeg ik gratis.
Zelf was ik behoorlijk tevreden met het werk dat ik leverde. Maar na een dag bleken de luchtbelletjes er gewoon doorheen te komen. Wij hadden het inmiddels wel gehad met alles. Abdul ging de vloer schuren. Door het schuren bleken de luchtbelletjes zich te vullen met het schuursel. Nadat de laatste toplaag eroverheen was, zag je er niks meer van.
Dat was het. Het zat erop. Wij hadden ons huis terug, het was inderdaad goed gekomen. Voor ons dan. De rest van de wereld zakte echter steeds dieper weg in het moeras van de ellende. Nog even en we worden meegesleurd. Met onze nieuwe keuken.
Behalve dat ik het een goed stukje vond (alleen die beginzin al: ‘Het moet een lekkage zijn’, zei Abdul), vielen mij nog twee dingen op: deel 8. ontbrak, waar was dat? De hele fase van schoonmaken, wederopbouw, herinrichten etc.
En: waar waren de kinderen in deze periode? Of hadden die juist de tijd van hun leven met elke dag de fatbike van Thuisbezorgd aan de deur?
Die kinderen waren toen 11 en 14. Allebei op de Middelbare school. Die vonden het wel prima. Lekker een excuus om de hele dag op hun kamer te zitten.
Ik heb zelf gekookt (buiten) en we hebben bij buren gegeten. En wellicht ook zo nu en dan iets laten bezorgen.
Wat betreft deel 8: voor mij was het verhaal wel klaar. Wederopbouw, who cares?
Een mooi en wonderlijk verhaal dat speelt met de vooroordelen en heer Molovich! Ik heb het niet aangedurfd en na het offertetraject toch maar niet gekozen voor die Syrische vluchteling- aannemer. Alhoewel het een hele sympathieke man was die vlekkeloos Nederlands sprak (en schreef), bevatte zijn offerte maar de helft van de door ons gevraagde werkzaamheden en moest ik daardoor toch onwilleukeurig aan Aleppo denken waar ook de helft al weg is. Ook de turkse aannemer is het niet geworden want die kwam niet opdagen. Hoewel ik hem de kans wel had willen geven dacht ik achteraf toch dat dit eigenlijk goed was afgelopen want er moest ook wat aan de constructie gebeuren en stel je voor dat wij nog eens aardschokken zouden krijgen? Uiteindelijk is het dus toch de poolse aannemer geworden en die heeft de klus in twee maanden keurig geklaard. Overigens bevestigden zijn werknemers wel een beetje mijn vooroordelen. Harde werkers en betrouwbare vaklui, maar de aannemer wilde niet dat ik ze op de laatste zaterdag van de week ( 54 uur per week werkten die gasten) een paar tray’s bier mee gaf voor de zondag want dan zouden ze de volgende maandag niet op komen dagen en het werk stil liggen. Er moest aan het eind van de week overigens ook contant betaald worden waarover ik achteraf met de bank nog een hoop gezeur kreeg want die wilde weten waarom ik toch zoveel cash van de rekening had opgenomen. Al met al een mooie ervaring en ook bij ons is alles goed gekomen!
Syriërs drinken geen bier. Sterker nog, ze namen helemaal niks van ons aan. Alleen koffie. Dat nog wel.
En over oktober: de lijders van een zekere godsdienst voeren al al 1200 jaar oorlog om de rest te onderwerpen. Kansloos natuurlijk, maar goed.
Tip:
https://www.vandale.nl/lijden-of-leiden
Godsdienstlijders. Zij die aan een godsdienst lijden en er aan onderdoor gaan.
Op elk potje past een dekseltje! https://www.youtube.com/watch?v=ZbZSe6N_BXs&ab_channel=PharrellWilliamsVEVO