zEEP: Deel 1


De Vertrekker zuchtte, en ging verder met zijn uitleg. “Ok dus theoretisch klik je hier. Als het zou werken. Of nee wacht… Nee wacht, er zou daar, daar,” wees hij extra hard met zijn vinger drukkend op het naar achteren buigende scherm, “…Daar een knop moeten zijn als het werkt, en theoretisch moet je daar dan op klikken als je… Nee wacht terug. Nee sorry. Nee dit heb je niet nodig. Daarzo,” drukte hij weer op het scherm, wat door alle vettige vingerafdrukken nauwelijks nog te lezen was. Het was veranderd in een caleidoscopisch olie-reliëf, het LCD licht brekend in een epilepsie opwekkend regenboogfestival.
“Nee wacht daar. Schrijf je dit niet op?”

“Wat?” DIRTY CHINAMAN keek weg van het hallucinaties-schreeuwende scherm naar de Vertrekker en knipperde met zijn ogen. Wat?
“Wat?” vroeg de Vertrekker gefrustreerd. Hij zou hier nog maar twaalf dagen zijn, en in die tijd moest hij zijn werk overgedragen hebben aan DIRTY CHINAMAN. Dit ging nogal moeizaam door een langdurig systeemuitval: al acht dagen, alle acht uit acht dagen sinds DIRTY CHINAMAN hier aanwezig was. Geen systeem. Alleen foutmeldingen. De Vertrekker was gedwongen zijn werk uit te leggen middels onsamenhangende anekdotes over hypothetische knoppen.
“Je moet wel opschrijven, he?”
“Heb je geen handleiding hiervan ofzo?” vroeg DIRTY CHINAMAN. Oh DIRTY CHINAMAN… Leer je het ooit?
“Wat? Nee jij moet het opschrijven. Dan krijg je vanzelf een handleiding. Kijk,” drukte hij weer zijn vinger bijna door het wiebelende scherm, “Als je een vraag krijgt over… Nou ja rapporten, dan klik je hier. Theoretisch.”
“Wat voor rapporten?”
“… Waarom schrijf je niks op?”

Maakt niet uit. DIRTY CHINAMAN is het gewend. Hij heeft alles al gezien, alles meegemaakt. Eonen gepropt in momenten. Hij is de financiële Jezus, zoon van een boekhouder en een waarschijnlijk seksueel liegende maagd op een ezel, genageld aan het Grootboek waar de balans van de zondes van de mens altijd in het rood blijven staan. Het is jouw schuld, mensheid. Waarom luister je niet? Hoeveel financiële Jezussen moeten nog sterven voor JOUW stommiteiten?

Om de Vertrekker rustig te houden begon DIRTY CHINAMAN met knikken op sporadische intervallen, en met cirkeltjes en poppetjes te tekenen in zijn schrift. De Vertrekker is tevreden. “We maken goede voortgang zo. Kijk. Daar, daar,” drukt hij weer op het van kleuren verspringende scherm, “Daar zou een knop zijn voor het volgende wat ik ga uitleggen. Maar eerst moet ik wat anders uitleggen. Schrijf je dat op?”
DIRTY CHINAMAN tekende een poppetje aan een galg en knikte. Jazeker.

“Straks ga ik wat uitleggen over weer een andere knop. Er zijn er een hoop. Is het al af?”

DIRTY CHINAMAN kraste de ogen van het poppetje zo diep in het papier dat het begon te scheuren. Het duurde even eer hij doorhad dat het al een tijdje stil was, en toen hij om zich heen keek leek de hele wereld op pauze gezet. Niemand deed iets. Er was geen geluid. Alleen de indringend naar hem starende ogen van de Vertrekker.
“Wat?” vroeg DIRTY CHINAMAN maar weer. Zoveel vragen zijn “Wat”. Alles is onbegrip. ALLES.
“Is het al af?” herhaalde de Vertrekker, de wereld van pauze af halend. Om zich heen hoorde DIRTY CHINAMAN weer het getik en gering van toetsenborden en telefoons.
“Af? Wat is af?”
“Dat dus,” zuchtte de Vertrekker, “Ik moet even wat werk doen. Zullen we straks weer verder gaan?”
“Ik kan ook meekijken,” opperde DIRTY CHINAMAN, “misschien leer ik daar wat van.”

Nu was het de beurt aan de Vertrekker om het niet meer te snappen.
“Hoezo? Ik heb het toch net uitgelegd? En straks ga ik weer verder,” sprak hij langzaam, alsof hij er van uitging dat DIRTY CHINAMAN’s hersenen beschadigt waren. Niet een geheel onterechte aanname, moest DIRTY CHINAMAN toegeven.

DIRTY CHINAMAN bleef nog even zitten op de houten stoel die ze voor hem geregeld hadden. In de hoek. De Vertrekker opende het systeem, en staarde naar de foutmelding die daar als reactie op kwam. Ok. DIRTY CHINAMAN plaatste zijn handen op zijn knieën, petste er wat op en keek om zich heen. Alles waar hij direct naar keek stond stil, viel hem op. Alleen in zijn ooghoeken vond er beweging plaats. Vreemd. Hij petste nog wat op zijn knieën en perste zijn lippen samen.

Ok.

DIRTY CHINAMAN besloot op te staan om naar de wc te gaan. Zijn blaas ledigen zou een leuke afwisseling zijn. Leuk, naar de wc. Wat voor toiletpapier zouden ze hier hebben? Je weet het nooit. Hij herinnerde zich een ex-collega, van een vorige baan, die op een dag urenlang DIRTY CHINAMAN pijnlijk had aangekeken, alsof hij een misdaad moest opbiechten.
“Zo,” had de collega uiteindelijk gezegd, nadat het eindeloze staren geen reactie had opgeleverd, “Zo. Ik moet poepen. Maar het papier hier is echt ruw, echt ruw man.”

DIRTY CHINAMAN had geknikt, en stug doorgetikt op zijn toetsenbord. Dit was niet een ontdekkingsreis die hij bereid was te ondernemen, collega.
“Echt ruw. Zo ruw. Voor mijn handen,” zei hij, DIRTY CHINAMAN weer keihard aanstarend. Ga op die reis met mij, DIRTY CHINAMAN, was wat die ogen zeiden. Vroegen. Smeekten. Schreeuwden. Keihard schreeuwend, om genade, om…
DIRTY CHINAMAN zuchtte en tikte zijn laatste karakters af met een klap van zijn vuisten.
“Waarom,” vroeg hij zo beleefd als hij kon, hopend dat het beleefd genoeg zou zijn voor de Goden om hem genade te tonen en zijn hoofd te laten ontploffen. Hij voegde er zelfs nog een bijna volmaakte glimlach aan toe. Genade.
De collega keek steels om zich heen.
“Nou…” begon hij, nog steelser om zich heen kijkend en fluisterend: “Wil je het anders zien? Hoe ik het doe?”

DIRTY CHINAMAN wachtte, maar zijn hoofd ontplofte niet. Geen genade. Dan maar doorploeteren.
“Wat?” vroeg hij, met de diepst mogelijke zucht, hopend dat er misschien genade zou komen van de collega zelf.
“Hoe ik mijn billen veeg. Kom anders mee.”
“Nee dit is wel prima zo, zonder met jou mee te komen naar de wc,” zei DIRTY CHINAMAN beleefd.
“Ok. Dan vertel ik het wel. Ik weet niet hoe jij billen veegt,” begon hij. Goede vraag. DIRTY CHINAMAN had er nooit over nagedacht. Nu zou hij dat wel doen, en op dezelfde manier zijn ogen en oren proberen schoon te vegen, voor eeuwig.
“…Maar ik wikkel dus het papier om mijn hand heen, en dan druk ik zachtjes op de doorspoelknop en dep ik mijn handen even in het water- het is schoon water- en dan veeg ik. Dat weet je toch? Water uit de stortbak. Dat is echt superschoon. Dat is gewoon drinkwater. Maar dat papier is zo ruw hier. Thuis heb ik de emmer, en doekjes, dat is natuurlijk veel hygiënischer.”

DIRTY CHINAMAN knipperde met zijn ogen en werd heel duizelig. De collega ging maar door, over hygiëne en emmers en doekjes, en ruw toiletpapier hier. DIRTY CHINAMAN bleef maar visioenen krijgen van papier maché. Dikke klonten vast als tarrels geklonken in konthaar. Broeken vol, en allemaal terwijl hij werkt, terwijl DIRTY CHINAMAN hier zit, te luisteren naar de verhalen over dit gedoe. Hoor je het rammelen? Is dat al niet erg genoeg? Moet het nog veel erger?

Een keer schudden met zijn hoofd bracht DIRTY CHINAMAN terug naar het nu. Hij petste voor de derde maal op zijn knieën, stond op, keek om zich heen, en liep naar de dichtstbijzijnde toiletvoorziening. Tijd om te poepen.

7 Reacties

  1. Het geheim van succes is…. zEEP.
    Heerlijk eerste deel, ik zou kunnen blijven citeren van favoriete fragmenten. Was het maar weer de volgende woensdag.
    (En denk erom bij het vegen: altijd van voor naar achteren).

    1. Dat is wat ik zeg!! Achter naar voor is krankzinnig. Ik heb dit trouwens onder fictie gezet, maar dat is een leugen: dit is gebasseerd op echtgebeurde ware feiten (helaas) uit het vervloekte leven van Marhime :-(
      Vooral bij die kakcollega moest ik hem blijven vragen of hij dit nou serieus meende, maar hij keek mij aan met een blik die ik in de tekening heb geprobeerd te benaderen en dat maakte het verdomd geloofwaardig, moet ik zeggen.

  2. ik heb nog wel eens gedacht zo’n turks fonteintje in mijn toiletpot te laten installeren. zo’n straaltje is erg handig want je kunt de boel gelijk wassen! Heel hygienisch van die Turken al hebben de meesten geen nagels om hun kont te krabben en dan is zo’n fonteintje dan weer een overbodige uitgave want dan valt er toch niks schoon te maken!

  3. Ik vind dat soms lastig en zwaar: Dat de rap zich steeds meer ging richten op de straatcriminaliteit en bling-bling. En dat alles daarbuiten meer een beetje taboe werd, zoals aarshaarklonten en religieuze repressie.

    > Dikke klonten vast als tarrels geklonken in konthaar.

    Had bijvoorbeeld een hele dikke lijn geweest in dat universum.

    Of het meervoud van Jezus gebruiken: Jezussen. Alleen maar goede literatuur en onderzoeksartikelen voor dat woord!

    > We zitten opgesloten, gegijzeld door de moffen in dit modderlandje vol labbekakken en stijve jezussen. Overal de dorre hand op.

    En Grunberg met z’n 6 miljoen Jezussen. Laat die Jezus toch met rust!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *