Het Brownie-incident: een waergebeurd Kerstwonder

Zoals elke goede slechte kerstfilm moeten we eerst de sfeer zetten, en het decor, want dit is een decor wat alleen maar uit Tsjechov’s geweren bestaat en die gaan ook echt allemaal af. In mijn gezicht. Stel maar wat griezelige muziek voor om die stemmigheid te zetten, terwijl de camera zwoept over het huis waar ik zo’n tien jaar terug woonde, een stuk vinexbeton rijtjeswoning met tuin, en zelfs een sloot achter het huis! Pret! (dat is inderdaad het geluid van het eerste geweer van Tssjechov wat doorgeladen wordt, voor het geval u het zich afvroeg).

Laten we het helemaal kennismakelijk maken door mijzelf in beeld te brengen, zwaaiend naar de camera! Brrrr, even in de handen blazen, want het is bijna kerst en wel zo koud! Geef ik zo aan! (yeah weer een geweer. U hoort het goed.)
Ik blijf even ongemakkelijk staan, opkijkend naar de camera, lachend, afvragend wat dat ding daar eigenlijk in de lucht doet, wrijf nog een keer in mijn handen en blaas er weer in, want, hey, camera, ter herinnering, het is koud, daarna lach ik vriendelijk doch geforceerd, zwaai nog ene maal, graaf in mijn broekzak om mijn sleutels eruit te vissen (klik-klik), open de deur, prop de sleutels weer in mijn zak en loop naar binnen. BAM. Deur dicht. Scene gezet. Dankuwel en tot morgen.

DE VOLGENDE DAG.

‘T was de gisteren voor de avond voor Kerstmis, en niets roerde in of aan mijn huis behalve dan een postbode die mijn deurbel zat te bevingeren als een wilde tiener omdat hij een pakje voor mijn buren had. Nou ok vooruit prima dan maar, dacht vooral de Geest van Kerstmis in mij, dus nam ik het voor ze aan. En hark, de engelen begonnen te zingen! Gejubel klinkt, kerstklokjes klingelen! En boven in de hemelen legde God een vaderlijke arm om zijn gekruisigde zoon, zijn vrije hand begravend in de bak popcorn op zijn schoot om in zijn mond te proppen.
“Mwoewt wje kwijken,” kauwde hij tussen de woorden door, “Kwuwn wje wachen.”

DE VOLGENDE DAG.

Kerstavond!! Het was de eerste kerst dat ik weer een vrije jongen was, nadat mijn vorige relatie was ontploft zoals zoveel dingen sinds de Oerknal. Eigenlijk wel prima; ik hoefde niet ver te reizen naar het schoongebeuren met aanhang, hoefde eigenlijk helemaal niets, voor het eerst, sinds jaren! Pret!! Kerst bleef en blijft een familieding, dus zou ik Kerstmis bij die van mij doorbrengen, maar kerstavond was vrij en geheel alleen voor mij.

Hoe beter zo’n dag door te brengen dan als een bijna perverse ode aan luiheid? Mijn doel was niets te doen. Niet de deur uit gaan, geen boodschappen, lijf noch tanden poetsen, hel, dacht ik, een beetje gapend en mijn zak wat omhoogkrabbend, niet eens kleren aandoen. Maar oh wacht. Verdraaid! Dat pakketje voor mijn buren! Ik kan natuurlijk moeilijk de deur opendoen in mijn badjas vol opgedroogde pulken en snotplekken (hee het is een badjas en zakdoekjes vind ik goor :-( Weet je, Jezus zei, “Niet oordelen want dan veroordeel ik jou.” OK??).

Nou ja, dan maar een broek aan doen, dacht ik geïrriteerd. Daar gaat mijn luiheid. MAAR JA. Gelijk diende zich alweer een joekel van een ander probleem aan, alsof mijn kerstavond nog niet genoeg verpest was: broeken. Uit mijn overstromende wasmand en de lege wasdroger die ik als klerenkast gebruikte bleek dat ik geen schone broeken meer had. Hm. Een goeie, diepe snuif aan de broek die op mijn slaapkamervloer lag later wist ik dat daar nog maar één “Nou vooruit dan maar” dag dragen inzat.
Daarna kon ik net zo goed een lemen broek van kak, zweet en talg in elkaar boetseren. En ik weet niet hoeveel commentaar u krijgt over uw kledingkeus en respect voor hygiëne in het algemeen; ik dus echt al MEER dan genoeg.

Eén dag… En morgen was sociale kerstmis! Met mensen. Dus dán heb ik die broek nodig. Dus wat doe ik nu dan? Douchen was geen optie, want dit is een luie dag. LAAT STAAN een was draaien. WAT NU??

Nou gelukkig ben ik niet altijd dom, dus kwam ik op het idee om door de wasmand te graven en er een niet al te goor smerige broek uit te trekken om aan te trekken. Hop! Mij interesseert het niet of ik stink, en als de buren gewoon snel hun pakje aannemen en op ongeveer een arm afstand blijven zouden ze niets wijzer worden!

Dik tevreden met zoveel vernuft keek ik om mij heen in dit stuk legere huis dan de dagen ervoor. Ik moet namelijk eerlijk zijn: kerstavond was niet zozeer een luie dag, het was het kroonjuweel op de culminatie van nogal wat luie dagen. Al mijn voorraden snoep en koek waren leeggevreten, mijn cola op, ik denk dat Napoleon voor het brandende Moskou er florissanter op voor stond. Dus tsja. Wat zou ik nu dan eens gaan uitspoken? Kerstavond is toch al soort van kerst, en dan hoor je natuurlijk je helemaal ziek te vreten aan snoep en gebak. Maar ja, dacht ik sip, vandaag kan ik onmogelijk boodschappen doen.

Vervloekt zij die luiheid, waarom kan… Heeeejjj. Ding! Dat was het tweede slimme idee dat ik die dag had! Ik rende naar mijn voorraadkast, om te kijken of het slimme idee ook daadwerkelijk vruchten zou opleveren. Gravend tussen de eindeloze rijen blikken witte bonnen in tomatensaus haalde ik mijn gelijk tevoorschijn: een drie jaar oud pak zelfbak brownies! Snoep kan het in dit huis geen twee dagen uithouden (ik zeg altijd met een lach en een traan dat mijn leven Fear and Loathing in Las Vegas is, alleen dan met snoep), maar om zelf een pak brownies te bakken ben ik ALTIJD te lui! Behalve nu, maar dat komt omdat luiheid relatief is. Een pak brownies bakken is niet lui als ik in plaats daarvan niet hoef te douchen, een was te draaien en boodschappen te doen. Dat is gewoon wetenschap. U weet hoe het gezegde gaat: Lenigheid is de duivel kussen. Het gaat erom dat je lui GENOEG bent om niet lenig te worden.

CD’tje in de radio, vals meeblehren boven het geluid van de staafmixer, eigenlijk was dit dikke pret. “Vijftig minuten in de oven,” las ik van de doos, mijn kippenkont dansmatig door de keuken zwepend. Zeg! Vijftig minuten? Dan kan ik in de tussentijd nog wat computerspelletjes spelen op zolder! Wie had kunnen denken dat keihard werken nog bevredigenderend zou zijn dan gewoon zitten en staren? Misschien is de ultieme luiheid bereiken wel helemaal niet zo voldoenend, mijmerde ik, het juiste aantal minuten toetsend in mijn oven slash magnetron. Even een timer zetten, voor, zeg, twintig minuten, kan ik effe checken of alles in orde is… Hop! Ding! In de oven, deurtje dicht, op naar boven! Minecraft wacht voor niemand!! Misschien kon ik mijn Goatse-Love tunnel ride afmaken! Het water moest breder want de bootjes crashten de hele tijd, maar ja, dan moet gelijk die hele opengerekte anus OOK groter. Gelukkig hebben de ontwikkelaars later die bug gefixed want een te grote anus is ook de buurmans gek.

Eenmaal boven deed ik de computer aan, brrrr, lekker laden, keek door mijn zolderraam naar dat grijze kakweer daar buiten, blij dat ik hier zat. Spelletjes, brownies, mmmmm… Ik kon ze nu al ruiken!
Ongeveer op hetzelfde moment dat mijn brein dacht “Hoor je die dingen eigenlijk al te ruiken na vijf minuten?” lieten meerdere rookmelders in mijn huis weten: nee. Kut.

“Godver,” mompelde ik, de trap naar mijn slaapkamerverdieping nemend. Daar stond het al blank van de rook. Kut!
“Godver! Kut!” mopperde ik, de volgende trap sneller nemend, waar mijn hal grijsgrauw zag van de rook. KUT!
“SHIT! GODVER! KUT!!” riep ik, hoestend de woonkamer en keuken binnenstormend. U raad het nooit: het waren de brownies. Mijn oven slash magnetron rookte als een ouwe stoomlocomotief. BLIJKBAAR stond mijn oven slash magnetron NIET op het standje “Oven” van de slash twee. FUCK! Ik deed dat ding uit, opende het deurtje- Ding! Nog meer rook! Nu leek het alsof half Pernis zijn industriële behoefte deed op dit potje. Zwaar hoestend trok ik ovenwanten aan, trok de schaal met nieuwverworven steenkool uit dat ellendige ding, waarna ik het meenam, via de achterpui, naar mijn tuin. Even uithoesten, waarna ik terug naar binnen ging en gelijk weer werd overvallen door de rook. KUT!!

Ik moet tocht creëeren, dacht ik, beende hoestend door die rook naar de voordeur, opende die, en deed een stap naar buiten om even diep die frisse, zuivere lucht in te ademen. Aaaah… Wel oppassen, natuurlijk, want met die tocht KAN natuurlijk je deur dicht…

BWAM!

Ik draaide mij om. Op mijn sokken. Uh oh. Mijn rechterhand klopte, in ovenwant, op mijn broekzak. Ik voelde alleen been. Want tjsa, mijn “schone” broek lag nog op de slaapkamervloer. Inclusief sleutels in broekzak. Uuuhhh…
Mijn linkerhand in ovenwant klopte nog tevergeefs op mijn linkerbroekzak. Ook alleen been. Ook leeg. Geen telefoon.
“uuhhhhh….” zei ik nu hardop, omhoog kijkend. Ik weet niet waarom. Nou ja. Geen probleem? Nee! Geen probleem! Want mijn achterpui stond nog open! Ik hoefde alleen maar even aan te bellen bij mij buren, dan kon ik via de achtertuin overstappen naar binnen! Dat was het voordeel van een tuin aan een sloot hebben. Je hoeft niet persé OVER de schutting.

Goed, beter geluimd, flop flop flop, op mijn sokken naar de buren. Niemand thuis. Geen probleem! Het is kerstavond! Dan naar de andere buren, er zal vast IEMAND thuis zijn!
…Niemand thuis. Alleen de hond, zo te horen. Fijn beest ook, soort van afgekeurde politiehond die meer dan psychopathisch genoeg was, maar dat vooral was door pijn van heupproblemen. Wij waren ook niet de dikste vrindjes nadat ik ooit gedreigd heb “Dat kankerbeest aan mijn keukenmes te rijgen” omdat hij er een gewoonte van maakte mijn huis binnen te glippen via de tuin en de buurvrouw niet zag hoe dat háár probleem moest zijn. Ahhh Den Haag; nooit veranderen.

Maar goed, en nu? Ik had twee opties. Mijn ouders woonden ongeveer een kwartier lopen hiervandaan. Op schoenen, dan. Maar wat als ZIJ niet thuis waren? Dan kon ik op mijn sokken terug naar huis, naar optie… Twee. Het huis van Psycho-dog was het hoekhuis. Ik liep naar het parkeerterrein ernaast, en keek naar de sloot. Hmm. Optie twee.

Wel. Ik kan een veels te lang verhaal veels te langer maken, maar ik koos optie twee. Ik deed mijn vest, ovenwanten en sokken uit bij mijn voordeur, liep over ijskoude tegels naar het ijskoude gras naar het- genadige? Niet stijfbevroren water? “Haha het is tenminste niet zo koud dat er twintig centimeter ijs ligt en ik naar huis kan lopen,” probeerde ik grappig te zijn. Maar ik vond mezelf niet grappig.

De hond vond ik ook niet grappig, die mij aanmoedigde aan de ondiepe kant te blijven zodat hij mij kon opeten. Sorry hond! Doen we niet! Ik zwem gewoon in het midden omdat ik je haat! Nu extra veel! Waarna ik zeiknat uit de sloot in mijn tuin sopte, met een extra blik haat naar de verbrandde brownies keek, in mijn huis ging wat de komende twee maanden naar een kampvuur zou ruiken, de voordeur opende (en niet losliet) om mijn kleren te pakken, BAM, deur dicht en onder de douche. Alsnog. VROLIJK KERSTFEEST KIPPFEST. RRRRAARRRRGHHH.

6 Reacties

  1. Schandelijk natuurlijk dat een geëmancipeerde man geen brownies kan bakken zonder het huis bijna in de fik te steken! Gelukkig had je wel vooraan gestaan bij de mannelijke eigenschappen die noodzakelijk zijn om schijnbaar onmogelijke moeilijkheden te overwinnen, dus toch een waar kerstverhaal met een warm thuiskomen in de stal!

    Dat de HEERE ons maar door een nieuw hygiënisch jaar mag leiden zonder al te veel onnodig wasmiddelengebruik! Felice Navidad iedereen!

  2. Zeg! Vijftig minuten? Dan kan ik in de tussentijd nog wat computerspelletjes spelen op zolder! <=== Word!: ik heb vandaag daarom maar eens een tweedehands Playstation 4 gekocht voor weinig. Eigenlijk voor mijn dochter die sims4 wil gaan spelen, maar ik heb al 30 jaar geen game aangeraakt en kan dan mooi eens zien wat er veranderd is sinds de tijd dat ik op mijn pentium II nog call of duty wwII speelde :-))

    1. Ah nice! Ik vind de tweedehands markt sinds de “3” generatie echt fantastisch, topspellen voor een prima prijs! Ik kan “Southpark: fractured but whole” aanraden als binnenkomer om te wennen, die is hilarisch! Ben em nu voor de vierde keer aan het spelen, beter dan de serie tegenwoordig!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *