Pro(o)st(aat) – (8/12)

Een paar weken later, weer een verjaardag. Clovis stond in een hoek van de huiskamer, pils in de hand. Overal om hem heen luid gepraat en geschaterlach, van groepjes die zich hadden gevormd.
Clovis plopte ongemakkelijk zijn vinger in en uit de opening van het flesje. Wilde niemand met hem praten? Was dat door die prostaat? Wist iedereen het nu? Hadden ze allemaal een hekel aan hem?

Hij probeerde zichzelf te overtuigen dat het niet daar aan lag. Dat zijn gebrek aan zelfvertrouwen de schuld was van hoe hij zich voelde. Hij moest gewoon stoppen met dit soort dingen denken, zelf op een groepje afstappen en de mensen verrassen op een leuke mop of anekdote. Iedereen vind zelfverzekerde mensen leuk.

… Maar wat als ze zouden vragen over zijn prostaat? Of wat als ze hem raar zouden aankijken? Dat ze niet eens wat hoefden te vragen? De vinger van Barry was dan wel uit zijn kont getrokken, maar ergens leek het wel alsof die vinger hem nooit echt had verlaten. Eenmaal erin gestoken was het niet een onderdeel van hem geworden, maar zijn totale identiteit. De metafysische gordijnen weggetrokken, daar staat Clovis: een gigantisch grote vinger in zijn hol die zowel on- als zichtbaar is. Onzichtbaar, want er was geen vinger. Zichtbaar- want hij was de vinger. Hij was de slang die in zijn eigen staart beet. De vinger in zijn eigen gat.

“Clovis!”
Vanuit de hal stak de net binnen gekomen Thanatos zijn arm omhoog en zwaaide er mee, breed lachend. Hij liep op Clovis af, met Abaddon in zijn kielzog.
Clovis glimlachte moeizaam. Hij voelde zich iets minder misselijkmakend ongemakkelijk.
De laatste keer dat hij Thanatos had gezien had het hem een onprettig gevoel gegeven, maar ach. Hij zou nu tenminste wat aanspraak hebben.

En hopelijk antwoord kunnen krijgen op iets anders wat hem al de hele avond dwars zat.

“Clovis!” zei Thanatos nogmaals toen hij en Abaddon bij hem stonden, beiden hun biertje tegen dat van Clovis proostend.
“Nog gehoord van Theo?” vroeg Thanatos. Abaddon knikte.
“Nee,” antwoordde Clovis nerveus. Ging dit over prostaten?
“Die sukkel is onderweg hiernaartoe aangereden! En op een lullige manier ook. Een auto reed over zijn voet heen omdat hij niet oplette bij het oversteken.”
“Platvoet,” zei Abaddon veelbetekenend.
Clovis glimlachte. Goddank. Iets anders.

Oef, eind goed al goed! Zou je denken! Het is immers alweer deel acht, grote kans dat de rest gewoon epilogen zijn waar we iedereens fijne toekomst samenvatten, en een mooie credit roll, en misschien zelfs nog wat meer haikus! Die zou ik nu ook kunnen doen omdat dit weer een kort hoofdstuk is (en technisch gezien niet echt een hoofdstuk is maar ik gewoon één in twee stukken heb gehakt als een wijze koning Salamion omdat ik in deze tiktoktijd mik op een leeslengte van ongeveer acht seconden. Was het goed zo? Niet te lang? Ik dacht, om de paragraaf even porno surfen en vlak voor het einde het nieuws browsen, dan is het wel over een week te spreiden? Ongeveer? Toch? Anyhoo deze week heb ik geen zin in haikus. Dus als u graag langere stukken tekst leest, wel, gebruik de tijd die u anders voor lezen zou gebruiken om even heel goed na te denken over prostaten. Ze zijn het waard! Bedankt, en tot woensdag!!!

4 Reacties

  1. Je houdt de spanning er zo wel in Kippfest! Nu we niet langer over ongemakkelijke onderwerpen praten dan maar een mop?

    Een muis en een giraffe logeren samen in een hotel. Het is bedtijd. De giraffe trekt de deken over zich heen, maar die is veel te klein. ‘Ik ga bij de receptie een grotere deken vragen’, zegt hij. ‘Niet nodig’, zegt de muis. ‘Je mag die van mij wel. Die is veel te groot!’

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *