“Clovis? Clovis de povis?”
Het horen van die naam zoog Clovis zijn bewustzijn terug uit de klauwende nietsheid. Hij opende, en knipperde met, zijn ogen. Pijn. Al zijn spieren voelden zwaar en dof. Hij probeerde te draaien, maar lag te strak ingebakerd in lakens. Witte lakens en een blauwe deken. Een slang ging zijn arm in. Gepiep van apparaten. Drie figuren stonden aan het voeteneind van zijn bed.
Clovis probeerde zijn hoofd omhoog te doen om beter te kunnen zien wie het waren, maar de spierpijn was te erg. Hij zakte weer terug in de kussens.
Eén van de figuren kwam dichterbij, en drukte op een knop waardoor het hoofdeinde van het bed zoemend omhoog kwam. Hij zag nu wie de figuren waren: Thanatos, Mevrouw Lilith en rechts, terug gelopen, Abaddon.
Dit waren wel de laatste personen die hij wilde zien. Hij wendde zijn hoofd af, naar links, en zag in het bed naast hem… Barry.
“Bar,” zei hij moeizaam, met droge, korrelige stem. Hij leefde. Waarom had dat oude wijf gezegd dat hij dood was? Wat mankeerde al die drie gekken??
“Clovis, Clovis, Clovis…” zei Thanatos, ietwat verdrietig.
“Wat een toestand.”
“Wat is dit nou?” vroeg Abaddon, “Een of ander gay zelfmoordpact?”
Clovis negeerde hem, en richtte zich tot Mevrouw Lilith.
“U… Zei… Dat hij… Dood was…”
Mevrouw Lilith haalde haar schouders op, en duwde haar bril wat naar boven.
“Gaat het soms goed met hem?” riposteerde ze.
“Hij… Leeft!” bracht Clovis boos uit.
“Niet dankzij jou!” riep Thanatos, “Wat heb je gedaan man? Waar was jij? Kijk nou.”
Clovis had zich niet schuldiger kunnen voelen over Barry, maar een beschuldiging horen uit die gek zijn mond, dat trok hij niet.
“Waar was ik? Ben ik verantwoordelijk voor wat hij heeft gedaan? Het is godverdomme jullie schuld!” siste hij.
Abaddon wierp zijn armen omhoog uit frustratie. Mevrouw Lilith deed een troostende arm om zijn schouder.
“Onze schuld? Wiens vinger ging nou in wiens kont? Als jullie homoseks met elkaar willen, prima, maar ga dan niet zo’n drama…”
“HET WAS GEEN HOMOSEKS!” brulde Clovis met nieuw gevonden kracht. Hij balde zijn vuisten. De machines gingen wat luider en sneller piepen.
Abaddon fronste hard. Mevrouw Lilith deed haar andere arm om Thanatos zijn schouder, en gaf ze allebei een dikke zoen voor de schrik. Met langzaam bibberende getuite lippen op hun wangen. Links. En rechts.
“HET WAS GEWOON EEN PROSTAATONDERZOEK. ONDER VRIENDEN. GEWOON EEN ONDERDEEL VAN MIJN LICHAAM EN GEWOON WAT HULP VAN BARRY EN DAAR IS GODVERDOMME NIKS ERGS AAN OF HOMOFIEL EN ZELFS ALS, WAT ZOU! HET! DAN GODVERDOMME UITMAKEN!!” riep Clovis ondertussen, uithijgend op het einde. Zo. Dat ook weer gezegd. Het luchtte op.
“Precies, Clovis,” zei Thanatos.
“Je hebt je les geleerd,” zei Abaddon.
“Wat,” zei Clovis verbouwereerd.
“Kijk, het was een spelletje,” legde Thanatos uit, “We wilden jou een les leren.”
“Het is maar een vinger in je kont,” haalde Abaddon zijn schouders op. Mevrouw Lilith knikte langzaam, verzonken in diepe, belangrijke gedachten.
Clovis begon te hijgen. De machines piepten nog sneller.
“Wat,” zei hij nogmaals, “Spelletje?? Twee mensen hebben bijna zelfmoord gepleegd! Onze levens zijn verwoest!!”
Hij keek naar Barry, die er slecht bij lag.
Thanatos knikte.
“Weet je: we hadden Barry nog gewaarschuwd. Dat jij met je vraag zou komen. Toen hebben wij hem nog proberen te overtuigen om jou te helpen. Eigenlijk moet je ons bedanken. Wij hebben je leven gered. En nu weer. Wie denk je dat er door het raam heeft staan staren om te kijken wat er gebeurde?”
Mevrouw Lilith deed een zuinig knikje. Zo zit dat, Clovis.
“Kijk naar je polsen. De dood kwam op bezoek, en is gestopt. Jouw littekens zijn nu een teken. Een symbool.”
“De dood is er niet voor jou. Nog niet,” zei Abaddon, “Dankzij ons.”
“Dat is toch goed?” zei Thanatos, “Ik ben blij dat wij konden helpen.”
Mevrouw Lilith gaf hem weer een dikke smakkerd op zijn wang. Dankjewel, Thanatos.
Abaddon klapte in zijn handen.
“Tijd om te gaan. Alles is duidelijk nu. Ok? Doei!”
Ze vertrokken, Clovis achterlatend bij zijn piepende machines. Die harder gingen piepen. En harder. En harder. En harder.
Schitterend verhaal! Hoop doet leven en een Nobelprijs lijkt mij zeker verdiend! Ik ga zelf vandaag ook maar eens naar de dokter want ik heb nu gezien wat er allemaal mis kan gaan!
Barry leeft nog. En Clovis vooralsnog ook. Je gaat je toch aan die jongens hechten als je ze door de weken heen volgt.