Wie schetste mijn verbazing toen ik in de azijnbode eerder deze maand het verslag van Sake Slootweg las, van zijn bezoek aan een bouchon in Lyon; u weet wel, die befaamde établissements waar voortreffelijk (lees: traditioneel) wordt gekookt door plaatselijke matronen en waar hij net zo traditioneel en voortreffelijk had gegeten. Wérd! Werd gekookt moet ik zeggen. Althans dat was wat ik begrepen had na het zien van een Franse docu over die bouchons.
Daarin werd uitgelegd dat modern koken zoals moleculair die ouwe verrukkelijkheden hadden vervangen. Jonge hipperts hadden blijkbaar overal die dikke wijven van hun eeuwenoude troon gestoten, want, laten we wel wezen, wat ze voorschotelden, dat kon echt niet meer. Civet de marcassin, béchamelsauzen en gratins Dauphinois. Hoe. Durfden. Ze.
Dus zag je een piepjonge griet naar het omringende platteland togen, een leeg mandarijnenkratje onder de arm. Al keuvelend met een even jong en modern boertje deponeerde ze met alle egards, en na lang wikken en wegen, één misvormde courgette, één aubergine met het syndroom van Down en een onooglijke wortel van een vergeten kleur in het kratje.
Ze liep naar haar auto (toch wel) met een hoeveelheid die in huize Oud Zeikwijf genoeg zou zijn voor het voorafje van één van de gezinsleden. Daar ging ze haar hele bouchon mee voeren.
Eenmaal terug op de plaats delict, moest worden getoond hoe het de resp. courgette, aubergine en wortel zou vergaan. Onze presentator, een exemplaar van precies dezelfde ras als kok en boer, zou hierbij als proefkonijn fungeren. De kok haalde zijn Liebigkoeler, Büchnertrechter, desiccator en rondbodemkolf van onder de toonbank tevoorschijn en ging geconcentreerd aan de slag. De courgette werd in precies 3 stukken verdeeld. Het eerste schijfje werd gevriesdroogd en daarna gefrituurd in zuivere rozenolie. Het volgende verpulverd om daaroverheen te strooien. Van het derde werd met veel gesis een fluorescente vloeistof geëxtraheerd. Het resultaat verhuisde de kok met een chirurgische pincet naar het bord uit een poppenservies. De presentator deinsde aanvankelijk ietwat achteruit maar herpakte zich professioneel en nam kordaat een hap.
“Dat is wat we onze gasten serveren.”
Één vraag: heeft de menselijke soort geen eiwit meer nodig? Dat is nou eindelijk een flinke stap in de goeie, vegetarische, richting.