Out of the box – een sprookje

Diep in de jungle leefde een plantje. Een klein groen plantje geklemd tussen de hoge, hoge bomen. Elke dag zwoegde ze om wat licht te krijgen, want waar ze geboren was, op de grond, was het pikkedonker door al die bomen.

Elke dag moest plantje een stukkie omhoog groeien, want de bomen groeiden ook. Het was uitputtend.

Toen ze eenmaal de top bereikte, kon ze haar sensoren niet geloven. Paradijselijk! Oogverblindend licht alom. Hier wilde ze wel voorgoed blijven. Maar het kostte haar veel kracht om al het voedsel uit de aarde tientallen meters omhoog te hijsen. Op een gegeven moment werd het haar te veel. Ze verzwakte.

Ze keek rond en kreeg een heel gek idee:
“Wat nou als ik mijn wortels loslaat?”
“NIET DOEN!!” riep haar familie beneden. En: “Een plant kán niet zonder wortels!”
Dus probeerde ze het nog eens. Ze liet zich een beetje zakken. Maar ze had geproefd van de vrijheid en kon niet meer terug. Met een laatste spurt gooide ze zichzelf terug omhoog, en bleef daar liggen, gewiegd door een reuzenpalm.

“Heerlijk”

zuchtte zij, en ze liet haar wortels los.
Een paar dagen later moest ze beseffen: ik kan verdikkeme van de regen leven.
Van vreugde sproot een prachtige bloem uit haar wezen. En nog een. En nog een.

De eerste orchidee was geboren.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

1 reactie

  1. Opbloeiende bloemen en planten worden gezien als een teken van verrijzenis en helaas denken bepaalde mensen daar ook zo over terwijl ze vaak niets anders zijn dan distels in een bloemenperk!
    Zo was bijvoorbeeld Litouwen, net voor WO II, een land dat erg pro-joods was en waar toen bijna 250.000 joden woonden die daar veilig bleken voor zowel het Poolse en Duitse antisemitisme. Jammer genoeg zou namelijk het extremistische antisemitisme daar juist onbedoeld door de Russen worden “ingevoerd” toen zij in 1940 dit Baltische land hadden bezet!
    Door het schrikbewind dat de communisten daar voerden meenden veel Litouwers dat de joden met de Russen samenwerkten en veel van hun leiders joden waren! Dit wakkerde bij de Litouwers zoveel haat op in hun harten, gelijk aan de distel in een bloemenperk, dat tallozen van hen zwoerden dat ze de joden ooit een koekje van eigen deeg zouden geven, en met gelijke munt wilden terugbetalen daar zij zogenaamd collaboreerden met de Russen!
    Voor hen waren joden en communisten thans een pot nat of van hetzelfde laken een pak en toen de Duitsers in 1941 Litouwen binnenvielen brak daar een golf van gewelddadig antisemitisme uit zoals dat land nog nooit had gekend!
    Talloze Litouwers begonnen toen, zelfs nog voor de nazi’s hen daartoe aanzetten, pogroms tegen de joden te beginnen wat inhield dat dezen al een actie van berouw konden doen of onder de groene zoden moesten gaan, beter gezegd de massagraven in of anders zelfs gelyncht op de straten!
    Het was daarom te zeggen dat, zonder die steun, de Duitsers daar nooit 210.000 joden konden uitroeien en het was hierna niet te beweren, of in de verste verte niet, dat ze in Litouwen niets van de genocide konden afweten!
    Want in het voormalige massagraf van Paneriai (Ponary), waar meer dan 100.000 joden e.v.a. de dood vonden, konden na WO II, vast geen planten hoog uitgroeien omdat hun wortels de levenssappen van de vermoorde joden niet gemakkelijk absorbeerden!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *