Op de dag na de lockdown

Op de dag na de lockdown bevond mevrouw Rochebouille zich languit in de stoel van de lilliputters uit Zuid Oost Azië, met precies zo’n lilliputter een uur lang bezig haar overeeltige voeten enigszins fatsoenlijk te krijgen.
Zij had zo lang zonder gemoeten, dat ze uiteindelijk zelf aan de slag was gegaan met twee betreurenswaardige incidenten tot gevolg.
De eelt had ze eens zo radicaal met een daartoe ingekocht kaasschaafachtig stuk outillage afgeschraapt, dat het vlees erdoorheen was gaan schijnen, met helse pijnen bij het lopen tot resultaat. Bij de nagels, die er ook aan hadden moeten geloven, had zij diep in de grote teen geknipt. Wéér dagenlang gillen bij elke stap, tot het genas. Heur eigen voeten verzorgen was niet haar forte, zoveel was gebleken.
Maar nu, nu! Nu zou alles goed komen. Daar waren ze, de redders, met hun kundige handen en geschikt gereedschap.

Ze mijmerde, zo nu en dan lezend in het zojuist aangeschaft dagboek van Sofia Tolstoja, en ware ze een kat geweest, had ze gespind.

Het uur ging om, het teken brand meester werd gegeven. Mevrouw Rochebouille wilde haar kostbare teentjes in de sokken duwen toen ze de kleur van de lak zag.

De verkeerde soort rood.

Wat ze aangegeven had, was niet meer voorradig, waardoor ze geroepen had: ” De vervanging hiervan dan!” en ” Bright Red!”  erachter aan.
Dit was echter verre van Bright Red. Hooguit Donkerrood.

Donkerrood, wat had ze daar een hekel aan. Hoe langer ze keek, tijdloos bevroren in dat universum van kunststoffen nagels en peperdure verf, hoe meer. Eigenlijk haatte ze het.
Ze wilde gillen.
Ze wilde opstaan, vervaarlijk met haar armen zwaaien, de keurige, hyperhygiënische kale boel kort en klein slaan.

Uiterlijk kalm en waardig stak ze de zorgvuldig doch foutief gelakte klauwtjes in de sokken, in de schoenen, betaalde ze met haar pinpas, haalde haar jas van de haak, deed het aan, pakte haar trolley op en sjokte richting de Albert Heijn.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

5 Reacties

  1. Madame Rochebouille, de eerste keer dat ik daar ging, om mijn vingernagels blauw te laten kleuren, sneed de dame al mijn nagelriemen tot bloedens toe weg terwijl ze zat te facetimen. Het is NOOIT meer goedgekomen!

  2. Ik heb nooit begrepen waarom je eelt onder je voeten zou moeten verwijderen. Ikzelf heb altijd veel plezier van mijn eelt. Ik wandel er lange afstanden op zonder een centje pijn! Is het omdat die fraaie pumps anders niet om de voetjes sluiten dames?

    1. Mevrouw Rochebouille heeft waarschijnlijk last van zgn menopauzevoeten. De eelt is zo hardnekkig dat het barst tot het bloedt. Dat moet je zien te voorkomen door veel smeren en bijtijds raspen.

      1. Ai akelig. De wereld van het eelt was voor mij volkomen nieuw, vandaar. Al zal ik ook wel aan de beurt komen als mijn tijd daar is

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *