De zelven

Hoe ouder ik word, hoe minder ik in staat ben mijn zelf te definiëren. Welke eigenschappen maken wie je bent? Karakter of leeftijd? Heden voel ik me meer verwant met de willekeurige 50-plusser dan met mijn eigen vroegere persoon. Onlangs vond ik een videoband uit 26 jaar geleden. Daar stond mijn eerste zoon op, mijn ex en mijn zus. Plus een jonge vrouw die ik in geen velden of wegen kon plaatsen. Ik erkende niets in haar houding, manier van lopen, in wat ze zei. Door haar kleren stelde ik vast: ik was het zelf.

In de tussentijd ben ik onherkenbaar veranderd.

Niet alleen fysiek, maar ook mentaal. Mijn huidige ik is niet mijn ik van destijds.
Het is ook niet de ik van pakweg 10 jaar geleden.
Ik heb dus meerdere ikken.

Dat je meerdere ikken naast elkaar hebt, daar was ik me al langer van bewust. Men is immers anders al naar gelang de situatie, of de persoon met wie je communiceert. Maar dit zijn opeens successieve ego’s die ik ontdekte. Successieve, diep verschillende ego’s.

Deze realisatie was op zich al verontrustend genoeg, maar daar is het niet bijgebleven. Eenmaal op deze trein van gedachten ontdekte ik dat ik meer had met de rest van mijn leeftijdgenoten, dan met de meid uit de video. Een willekeurige persoon van 55 jaar leek meer op mij (op het idee dat ik op dit moment van mezelf heb). Met het klimmen der jaren begint onze fysiek (m/v)  steeds meer op elkaar te lijken. We worden allemaal kleiner, dikker, trager en valer.

Het innerlijke wordt ook gladgestreken.
De pubers in huis banen zich brommend een weg door hun loodzware leventje. Collectief. Over 10 jaar zitten ze in het spitsuur van banen en jonge gezinnen. Hun voorkeuren passen zich aan.
Het tempo verlaagt. Rond mijn 20ste jogde ik de straten van Tokio bij elkaar. Nu wandel ik door de bossen. Ik hield van hardcore punk, met 30 jaar jazz, 40 funk, 50 klassiek. Steeds meer adagio. Áls ik vroeger al aan klassieke muziek deed, dan de concertzender. Want de klassieke klassieken, dat was mijn snobistische eer te na. Nu raak ik in vervoering van clichémelodiën à la “Aangenaam Barok” (legendarische CD-collectie van de Kruidvat). 50-plussers doen dat. De zondagpuzzel/crypto/sudoku, op vrijdag bij juffie Astrid op schoot. Wij zijn één pot nat, ingedeeld door onze leeftijd.

Wie zijn mijn mede radio 4-luisteraars? Juist. Ik kom ze tegen op wandelpaden in de bossen, op stille tijden in het museum, op het strand… Ik praat met ze, we verstaan elkaar. Allemaal, zelfs de überburgerlijke exemplaren die ik in mijn domme jaren verfoeide. Een heleboel is ook dood, dat scheelt. Dat waren toch de meest extreme typen. Wat rest wordt lekker steeds meer een homogeen hoopje langzaam sukkelende zielepieten op zoek naar berusting en troost terwijl ze zich aan het leven vastklampen.

 

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

4 Reacties

  1. ‘Mijn huidige zelf heeft niets, maar dan niets te maken met de 20-jarige idioot die ik ooit was.’ … maar 20 plus 26= 46. Ergens klopt de telling niet.

    1. HAHAHA. Good point Rigo. Niet evrder vertellen hé ;P
      Feit is dat als ik nog minder lijk op de 20-jarige idioot die ik was, dan op de zelf van 26 jaar geleden.

Laat een antwoord achter aan zeikwijf Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *