Het is zondag. Ik maak de pot Mascapone open die ik vrijdag heb gekocht voor de verjaardagstaart van mijn schoonmoeder. De Mascapone ziet er gek uit. Korrelig. Beetje teveel geel in de kleurstelling. Niet per se vies. Maar om dat op de bovenkant van mijn verrukkelijke, van Nigella afgekeken (met een topping van Yvette) Venetiaanse Carrot Cake te strijken, nee.
Ik zoek naar een datum. Mijnheer OZ zegt: “Misschien onderaan.” En ja hoor: al 5 dagen over de datum.
Wat nu te doen?
Helemaal naar de Appie teruglopen, wat toch best een eind genoemd mag worden, op de allereerste lentezondag van het jaar? Het is verdikkeme 4 euro en 70 hele centen. Een luxe zuivelproduct mag je zeggen. Van de soort die je 1x/jaar koopt, om de verjaardagstaart van je schoonmoeder mee te versieren.
Op vertoon van de kassabon, die ik, sinds ik me aan het kassabonprotocol aanhou van altijd een kassabon te vragen, altijd vraag, en dus nu ook, krijg ik van de 2 freules achter de klantenbalie, zonder omhaal mijn geld terug. Melkwegachtige afstanden verwijderd van mijn voornemen om, inzake communicatie, zuiver op een need-to-know-basis te handelen, begin ik uit te leggen. Het is zondag, het is fokking 30 graden op de aller- allereerste lentedag van het jaar, ze staan hier voor netto €2,50/uur te werken, en moeten het verhaal van een ouwe moeke-met-trolley aanhoren: even heb ik met ze te doen. Tot mijn verbazing blijken ze al snel te beslissen dat ze het nog leuk vinden ook. Ze knikken geïnteresseerd als ze horen dat het niet handig is, de datum onder het product te zetten. Dat andere zondagsbakkers dit pas op zondag zien, op plekken buiten Amsterdam waar je niet om elke hoek een Appie hebt, dat je dan onaangenaam verrast bent, als je de pot open doet, je de taart van je schoonmoeder moet versieren, voor een verjaardag dat over 1 uur begint.
Ze denken zelfs mee op de vraag ‘maar wat te doen?’. De producent aanspreken? Per mail? (Zover waren we in het onderwerp gedoken.)
Ik ga een verse pot halen uit zijn schap. Ik zet de potten wel eerst op hun kant terug met de datum naar voren. Een gewaarschuwd mens telt immers voor 2.
Door de kassa.
Ik wil naar buiten lopen maar zie de 2 freules daar staan. En denk: die potten liggen daar verdomme nog, straks neemt iemand het toch mee. Het gevechtje in mijn wezen, tussen de zalige eerstelentedag buiten en de arme malloten die de vermaledijde potten Mascapone kopen die hun zondagmiddag zullen ruïneren, wordt in het voordeel van de laatsten beslecht. Een laatste gedachte aan de kostbare eerstelentezondagmomenten die ik aan deze onzinnige actie blijf verbeuren, drijft aan, voorbij en weg. Ik beslis te blijven. Ik voeg me in de rij, wacht op mijn beurt, en leg het probleem uit.
Eenmaal buiten de schuifdeuren denk ik: “Godverdomme.”
Halverwege het verhaal wist ik het ineens,
“Arme malloten die de vermaledijde potten mascarpone kopen”…. dit verhaal moet hardop door een microfoon voor een publiek worden voorgelezen, waar na het hartgrondig uitgesproken godverdomme, een joelend applaus losbarst.
Woehoe dank zeg! Ik zou er een tag voor moeten aanmaken, zodat ik dit terug vind als ik weer eens gevraagd wordt voor zo’n voorleesactie…