Een goor kerstverhaal

Op Tweede Kerstavond van het jaar des herens 2017 gebeurde mij het allergenantse ooit en ook het allergenantste wat mij ooit gebeuren zal. Het is een goor verhaal, lees het dus niet voor noch tijdens het eten.

Mijn nederig stulpje zijnde al maanden gehuld in steigers met bijbehorende bouwvakkers erop rondlopend, vluchtte ik naar het huis van Mr OZ en brachten we daar de feestdagen door.

Mr.OZ woont in ons werkpand. Dat betekent: van die knoerten van TL-bakken aan de plafonds. Een detail dat, noteer het nou maar, belangrijk zal blijken in het verloop van het verhaal.

Ons partijtje dronk prosecco, crémant en Bordeaux, at verboden dingen en oesters, zette pruiken op, las vragen uit van een zgn filosofisch kaartenspel en gierde van het lachen. Nr1 die over was uit Londen amuseerde ons met zijn typetjes. ‘Blasé kunstenaar’ and such. De sfeer zat er goed in.

Ergens tussen kalkoen en dessert kreeg ik aandrang. Een onfatsoenlijk alsmede ongewoon tijdstip. Ik voegde me innerlijk vloekend naar de kleinste kamer, die midden in de keuken annex woonkamer staat. Deed mijn behoefte en veegde af. Tot mijn ontsteltenis bleek het een geval te zijn van de builenpest onder de excrementen, niets minder dan de alom gevreesde PLAKPOEP. Er stond geen wastafel. Moest ik naar de douche lopen, eveneens midden in de keuken annex woonkamer? Het diner was nog in volle gang! Snel nadenken. Ik besloot naar het belendende lokaal te lopen, mijn onderbroek op de enkels. Avondjurk eroverheen, niemand zou wat zien, en met een beetje mazzel ook iets ruiken. Zo gezegd zo gedaan.

Onderweg plukte ik een doekje uit de keukenla en maakte dat nat.

Daar aangekomen tilde ik mijn avondjurk op, klemde die vast onder mijn oksels, en begon aan het lastig karweitje, waarbij ik mijn kort dik lijf moeizaam contorsioneerde, tot de boel naar behoren gereinigd was. Toen ik terug wilde lopen merkte ik DAT DE GORDIJNEN VAN DE KAMERBREDE RAAMPARTIJ OPEN STONDEN. Nu de TL-bakken met hels licht erbij halen. Plus een rij huizen aan de overkant, met hun respectieve inwoners eveneens aan het Kerstmaal. En dat het ons werkpand is, waar we dus normaliter werken, respectábel, plechtig werken.

Buurman mijnheer Kokolska, om maar iemand te noemen die hobbymatig bekijkt en navertelt wat we zoal doen, had de avond van zijn leven.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

8 Reacties

  1. Heeft mijnheer Kokolska een scherp telelensje en weet hij van internet, twitter, app etc? Dan word je vast nog wel viral of tijdelijk beroemd. Hadden de andere gasten geen buikklachten?

  2. ik heb altijd een flesje kraanwater naast mijn toilet staan. In uw geval zou dat haast wel een flesje Perrier moeten zijn neem ik aan? Ze zien u straks weer aankomen in de winkel als u die Perrier komt kopen! De kruidenier zal het weten, net als iedereen in de hele buurt!

  3. Ja, erg goor dit verhaal. Maar met passie geschreven gorigheid is in de literatuur altijd beter gewaardeerd geweest dan karakterloos fatsoen. Ga af en toe zo door, zou ik zeggen, dan kom je er wel, meiske. Jij schrijft trouwenssowieso wel aardig.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *