Onderweg naar dit of dat werd ik op een haar na omvergereden. Een automobilist die wilde inparkeren had mij kennelijk niet gezien. Het liep goed af dankzij mijn zesde zintuig. Wie veel fietst ontwikkelt dat vanzelf. Het openbaart zich als een harde knobbel achter op je hoofd. De mijne is zo groot is dat ik naar een speciale winkel moet om mutsen te kopen. Ze hebben er ook andere hoofddeksels, maar hoewel een truckerpet mij niet misstaat, draag ik alleen mutsen.
Een vrouw met blauw haar zag het bijna-ongeluk gebeuren. Ik vroeg me af of dat kon, iets zien wat niet gebeurt. Ze deed mij aan Smurfin denken. Dat klopte natuurlijk niet, Smurfin heeft blond haar, maar zo gaan die dingen. Ik kan er ook maar niet aan wennen dat Mary Stuart in de zestiende eeuw leefde, terwijl haar naam toch beter past bij een Amerikaanse actrice uit de tijd van Humphrey Bogart die sigaretten rookt door een mondstuk van ivoor.
De vrouw met blauw haar zei dat sommige mensen denken dat de regels alleen voor anderen gelden. Ik vertelde over mijn zesde zintuig. Ze meende dat zij er minstens zeven had; ze fietste heel haar leven al door Amsterdam. Er volgde een lange verhandeling over wat er allemaal niet deugde. Sinds de smartphone lopen de mensen als zombies over straat en fietsers slaan af zonder hun hand uit te steken. Het ergste vond ze de auto’s. Het verbod op de bierfiets was puur symbolisch, dat loste niets op, het was tijd om auto’s uit de binnenstad te weren. Het was alsof ik mezelf hoorde praten. Een pijnlijke constatering, want ik dacht vooral: zeur niet zo.
Haar haarkleur maakte veel goed. Ik zou ook graag blauw haar hebben. Of groen, om te beginnen. Dat staat beter bij de cover van mijn nieuwe bundel. Die verschijnt op 18 november en hij heet Toen wij naar Oostenrijk gingen, liepen er paarden en koeien op de weg. Dit stukje is eigenlijk een verkapte reclameboodschap. De reden dat ik mijn haar niet groen verf, is dat ik niet nagestaard wil worden. Daarom draag ik ook geen jurken. Mensen zullen denken dat ik een statement maak. Ze zullen vragen waarom ik er zo maf uitzie. Daar heb ik geen zin in. Dan liever laf in de grauwe pas.
De vrouw had werkelijk een zevende zintuig, want vlak voordat ik rechtsaf moest, zei ze: ik ga hier rechtdoor, fijne rit verder. Bij het afslaan stak ik mijn hand niet uit.