Natuurlijk had Juliette hem mee naar huis genomen. Wat anders kon zij doen? Twaalf jaar liefde weggooien, en toegeven dat haar leven mislukt was?
Beter te doen alsof, dan lijkt het nog op geluk. Natuurlijk was het niet altijd even makkelijk te doen alsof: elke keer dat ze hem betrapte met die pop, bijvoorbeeld. Of toen ze erachter kwam dat zijn bedrijf failliet was gegaan, en hij vervolgd zou worden voor boekhoudfraude.
Ja, op haar slechtste momenten twijfelde ze of Deckard wel écht deed alsof hij van haar hield, of dat hij gewoon een onderdak nodig had. Of aanspraak wat niet vanuit een denkbeeldige put gegild werd.
Maar na zoveel jaar een relatie gehad te hebben, wie kan zeggen het echt beter te hebben? Had Deckard niet gewoon gelijk? Was echte liefde niet juist de moeite nemen te doen alsof?
Dus stond ze zwijgend achter hem. In de rechtbank, waar hij met een waarschuwing weg kwam. Als spreker voor bijeenkomsten van Robotliefde. ”
“Een baanbreker,” noemde een met de jaren slinkende hoeveelheid fans haar man, “U zult vast trots zijn.”
Daar niets op zeggen, niet knipperen, dat was het meest “Doen alsof” waar zij toe in staat was.
Hij verdween nog drie keer, elke keer met een preek dat hij ditmaal voor zijn échte liefde koos. Twee keer kwam hij terug, verklarend dat hij dit keer voor zijn népliefde koos, weer met intens beledigende argumenten waarom dit veel betekenisvoller was.
De laatste keer verdween hij voorgoed. Hij had contact met Juliette noch zijn kinderen, en werd pas jaren later gevonden, drie dagen na zijn overlijden in één of ander krakkemikkig Pools motel.
Hij had blijkbaar zijn robot aangepast om meer intense handjobs te kunnen geven, en hem op het netstroom aangesloten. Toen hij besloot ermee in bad te gaan ging het mis. Er brak kortsluiting uit, waardoor alle pneumatische pompen in dat ding keihard samentrokken, Deckard’s rug op meerdere plaatsen brekend.
Het gewicht van het ding, en zijn plotselinge verlamdheid deden hem en de robot naar beneden zinken, waar de robot nog harder ging kortsluiten.
Het motel was gelegen in een niet echt ontwikkeld deel van Polen, en had niet veel op met veiligheid. Er bevonden zich geen zekeringen in het motel, niets wat de toestroom van electriciteit kon stoppen. Op het eind, toen de generator van het dorp uit was gevallen, was al het water in het bad verdampt, net als het overgrote deel van het vocht in Deckard, en het glazuur van het porceleinen bad.
Juliette werd, als laatste levende persoon die hem in het echt gezien had, gevraagd hem te identificeren. Het zou vreselijk geweest zijn: Deckard was compleet samengesmolten met zijn robot. Als iets wat uit een buitenaardse horrorfilm afkomstig was.
Juliette heeft nooit meer een relatie gehad. In de totale zin van het woord: ze verbrak het contact met haar kinderen, met haar vrienden, iedereen. Ze verkocht haar huis, en ging wonen in een klein visserswoninkje bij de kust, een aantal provincies verwijderd van iedereen die haar kende.
Tot het einde van haar leven kon Juliette gevonden worden aan de rand van het strand, uitkijkend over de golven, penseel in hand en canvas op schoot. Schilderijen makend van Deckard en zijn robot. Samengesmolten op die lijkschouwingstafel. Mensen die de schilderijen zagen, zeiden dat het beeld zó treffend was. Zo levensecht.
En elk schilderij leek precies op het vorige. Alsof het beeld totaal op haar netvlies was ingebrand. Ook samengesmolten- zij met Deckard en de robot. Voor altijd gefuseerd.
Mensen zeiden dat dit uit echte liefde was. Maar dat was niet zo. Het was uit echt hele diepe haat.
EIND
Tragisch. Maar erg mooi.