Ik kan het niet ontkennen: toen “Schudden” van Def Rhymz uitkwam was ik niet alleen weg geblazen van onder de indruk uit vandaan- ik was ook jaloers. Het moerasgroene rottende monster van zure, stinkende afgunst deed mij verkrompelen tot een misselijke kleine goblin: zichzelf, God en Def Rhymz afvragend waarom niet ik het was, die het ultieme lied over billen had geschreven.
“Geschreven”, zeg ik, en besef dat nog altijd de jaloezie aan mij vreet. Want Def Rhymz heeft niet alleen het ultieme lied geschreven: hij heeft het ook tot in perfectie uitgevoerd. Het billenliedgenre kwam tot leven met dit lied- en stierf er ook meteen bij uit. Als een doodgeboren messias, zo perfect dat al het heilige werk bij het baren al was volbracht. Niet meer nodig zijnde kon het terug naar de hemel. Waar het godverdomme vandaan kwam.
Elk deel afzonderlijk is ook al even perfect. Kijk naar de zinnen uit dit ene enkele(!) couplet:
“Hey schattebout, kippebout, moerbout”
Hier, zien we zijn speelse beheersing van taal. “Schattebout,” zegt hij, waarna: “Kippenbout.”
Kippenbout? Ach! Natuurlijk! Het zijn allebei bouten! Nog extra bevestigd door een derde bout toe te voegen: de moerbout. Compleet verschillende dingen, verbonden door het wonder dat taal heet. Prachtvondst, geef ik tandenknarsend toe.
Gelijk na die zin komt deze schoonheid:
“Ik wil je naaie, naaie, naaie, naaie huis brengen”
Lees dat gewoon eens alsof het gezongen wordt. Def Rhymz wil je naaien, denk je eerst, misschien een beetje van je stuk gebracht. Misschien voel je je wel gevleid. De complimenten blijven komen, hij wil je naaien, naaien, steeds zekerder en terughoudend blijer wordt je gemaakt door het vier maal te herhalen, TOTDAT. Boem: “Naaie huis brengen”
De schurk! Hij heeft ons allen op het verkeerde been gezet, waarna hij ons links en overdwars gepasseerd heeft met zijn magistrale taalgevoel. Onze billen op een voetstuk geplaatst, en wij, in onze arrogantie, geloofden dat die billen het ook echt waard waren.
Dan, in één beweging, alsof onze billen een tafelkleed op tafel zijn, en hij een duivelse woordgoochelaar, trekt hij dat laken van het voetstuk af. Niets dan licht schuddende billen achterlatend, naakt in schaamte, als het servies op de tafel die dit voetstuk is- de Tafel der Realisatie.
This too shall pass, doceert Def Rhymz ons, met deze woordgrap die iedereen, allen gelijk, recht in het hart treft. Met fucking nederigheid.
En dat dit geen gelukstreffer was weet hij te bewijzen met de volgende zin (ik wil u er even aan herinneren dat dit dus allemaal op elkaar aansluitende zinnen zijn- geen loos vulmateriaal te vinden)
“Want je hebt echt een lekkere bill cosby”
Nee nee, ondeugende luisteraar: geen bil! Een Bill Cosby!
“Lekkere Bobbejaanland.
Hey schattebout, kippebout?ahhh?”
Dit stuk begrijp ik niet goed, maar ik voel het wel aan. Hij moet een savant zijn: aangeboren met een taalgevoel welke niet te begrijpen is, maar waar je tot in je botten van voelt dat het juist moet zijn.
Ja, de eerste keer dat ik dit hoorde weet ik nog héél goed. Ik luisterde. Met aangespannen oren. Ze begonnen te trillen onder de spierspanning. Net als mijn oogleden. Tot de woede, de jaloerse haat, zo hoog was opgevlamd dat de ketel ontplofte. Ik sloeg de spullen die binnen armlengte stonden van mijn schrijfbureau af. Mijn sigaren, mijn collectie Mont Blanc pennen, een nietmachine, stuiterbal, paperassen en een glas cognac. Het glas barstte kapot tegen de eikenhouten lambrisering, de knal ervan diende niets dan mij nog woedender te maken, waardoor ik opstond, en met beide vuisten op mijn bureau sloeg.
“DEEEFFF RHHHYYYMMZZZZ!!!” brulde ik, met trillende handen naduwend, “VEERRRRRVLOOEEEKKKTTTT!!!!”
De woede kon niet meer gedempt worden. Ik liep naar mijn Globe slash drankkast, en trapte het omver. Al het geklater en geknal van glas kon mijn woede niet overstemmen, tot rust bedaren. “Ik wil je billen zien, RRRRAAHHH,” zong Def Rhymz. “RAAAAHHH,” zong ik mee. Huilend.
Ik heb mij nog nooit zo mislukt gevoeld. Zelfs toen de Thong Song van Sisqo uitkwam, was ik niet zo totaal woedend en verdrietig geweest.
“Jij huilt nooit,” zouden latere partners mij verwijten, door mijn passief-aggressieve apathie in liefdeloosheid tot alcoholisme gedreven. Ik zou ze steels aankijken, die vrouwen, verlopen loeders lam in de hoek van mijn salon, de minachting op mijn gezicht met een laatste gebaar van schijnaffectie proberen te verhullen door mijn eigen glas alcohol achterover te klokken. Verbitterd de woorden mompelend: “Ik heb alle tranen gehuild die ik hebben kon.”
Geen van allen zouden ze het begrijpen. Mijn leven verwoest. Eeuwig de tweede triangel in het orkest waar alleen Def Rhymz speelde. En Sisqo.
Dat was zestien jaar geleden. Zestien jaar waarin ik mijn leven behandelde zoals mijn lever. Zelfkastijding, schuld, woede. Haat. Blinde haat. En toen, al verloren surfend op het wereldwijde web, in waas van warrigheid en alcoholwalm, waaide daar een enkele internetpagina in mijn gezicht. Het was van Nu.nl: “Rapper Def Rhymz is ‘immuun’ geworden voor mooie billen”
Immuun? Ik pulkte het bericht uit mijn gezicht en kneep mijn ogen samen.
“Ik zie alleen maar blanke vrouwen lopen met een grote bil, wat de fok? Wat eten ze, bruine bonen met hormonen? Ze lopen nog steeds langs: kijk naar mijn billen.”
– Def Rhymz, 29.11.2016 AD
Was hij… Verbitterd? Hoe kon je het ultieme lied schrijven over billen, en er dan “immuun” voor worden?
Even nog, in de kracht van oude woede, klemden mijn vuisten zich samen. Die hond. Die ondankbare hond.
“Je hebt gewonnen, Def Rhymz,” siste ik, bijna weer de tranen hervonden, “Stop dit. Genade,” smeekte ik het nu.nl bericht.
Maar Def Rhymz noch Nu.nl toonden genade. Zij toonden mij iets veel beters: de Waarheid.
Alles is in evenwicht. Je kan een uitschieter hebben, ja. In een vlaag van creatieve hoogmoed en goddelijke inspiratie het perfecte billenlied in elkaar knutselen. Maar weet dat de bootsman incasseert voor tochten gevaren. Murw gebeukt door “Blanke mannen”. Een leven als clown- elke avond de schmink op, over zijn tranen heen geverft. Daarom huilt de clown: omdat de lach allang niet echt meer zijn kan. Maar waarom volhardt de clown?
“Waarom ben je nooit gestopt, Def Rhymz,” vroeg ik, “Waarom ging je door? Waarom gaat elke clown maar dóór en dóór en dóór?? Je had je rijkdom kunnen pakken,” zei ik, mijn gezicht dicht tegen het nu.nl artikel aan drukkend, met gesloten ogen fluisterend: “Je had alles kunnen hebben.”
Ja. Hij had alles kunnen hebben. En houden. Maar hij heeft gekozen het weer verder te geven.
“Dat is wat Def Rhymz is,” vertelt Def Rhymz, “Vooral Hollandse mannen komen op straat naar me toe. Dat ze door mij met een vrouw hun billen hebben geschud. Ze zijn dankbaar.”
Alles gegeven wat hij is. Hij is ECHT de Messias. En dit maal, het bloed van deze Messias uit mijn blinde ogen wassend, besefte ik in plaats van te weten. Totale nederigheid kwam over mijn ziel. Al die tijd dacht ik dat dit over mij ging. Maar het ging niet over mij, niet over Def Rhymz. Het gaat over het billenlied, en wat dat voor mensen betekend heeft.
Bedankt, Def Rhymz. Dankuwel.
Nou, wat een MESSIAS zeg!…
Messi-ASS
Geef mij de ass van Ronaldo maar.
Om te hebben of te claimen?
S.v.p. niet weer zo negatief, Mijmeraar. De gewaardeerde Kippfest is, zo moet u weten, een profeet. Een ziener. Schrijft-ie over Wham, dan gaat George Michael dood. Schrijft-ie over billen, dan heeft opeens heel Nederland de bemande bibs van Patricia Paay op het beeldscherm staan. Pas maar op dat Kippfest geen reden vindt om over ook ú te gaan schrijven.
En niet alleen de bips (volgens mij met een p) van Patries.
Hoe dan ook, ik installeerde me verwachtingsvol voor het plasma (mooie woordspeling, nietwaar?) teneinde de doorbreking van het laatste taboe in aanschouw te kunnen nemen. Daar kwam ze in beeld, Patries, verwarrend zedig geknield in een sanitaire voorziening. En toen begon het.
Holy sh… – nee, ‘shit’ was het woord niet. Díe Patries!
En toen ging het beeld op zwart.
Wat? Juist nú?
Bellen naar mijn provider.
Moest ik tussentijds bijbetalen. Het was Paay-per-view.
haha! prachtig Kippfest! Het lijkt wel of je verhalen nog steeds beter worden