De aanhouder wint niet. Degene die het meest zin ergens in heeft, die wint. “Ja maar dat is toch hetzelfde?” zegt u dan. Nee. Het gaat niet over willen- het gaat over zin. De mens laat zich fundamenteel drijven door lust en luiheid. Heeft u een verheven doel? Denkt u de aanhouder te zijn? Nee. Je zal altijd afgetroefd worden door iemand die iets doet uit pure lust of luiheid. Kijk maar naar regeringen: machtswellustelingen gekozen door mensen die te lui zijn het zelf te doen. “Och waarom zijn er toch geen fatsoenlijke leiders?”
Die zijn er zelfs nog genoeg, cynisme niettegenstaandend. Maar uiteindelijk leggen ze het allemaal af tegen vuile aandrang. Je komt niet boven de hoop als je niet bereid bent glibberig naakt en krioelend te worden. Bereid? Als je dat niet in de diepste kern bent.
En daarover gesproken: “Doe dit maar in je foef,” waagde Deckard het voor te stellen, twee weken na de documentaire over graafmachines, met godverdomde aluminiumfolie in zijn hand.
“Deckard,” klonk haar krachteloze verzet. Het soort waar je weet: niets wat je nog kan opbrengen te doen zal ook maar enige indruk maken. Ze is de gewonde prooi van een jager die nieuwsgierig kijkt hoe hij er mee kan spelen voordat ze zowieso dood gaat.
“Ik heb ook dit uitgeprint,” maakte Deckard het nog bonter. Hij hield een foto van een robot omhoog. Aan de zijkanten had hij twee gaatjes geprikt, waardoorheen hij een elastiekje had gelust.
“Zo blijft het beter zitten,” legde hij uit terwijl hij het geimproviseerde masker over haar hoofd schoof.
Wat Juliette zichzelf tot haar dood zou blijven verwijten, was dat wat haar, op dat moment, het meest dwars zat, het feit was dat hij niet eens de moeite had genomen gaatjes te knippen voor haar ogen.
“Zo,” hijgde Deckard. Het niet ziend, maar horend dat hij een stuk aluminiumfolie uit de rol scheurde, en voelend dat hij het daadwerkelijk, echt, onbeschaamd en onbeschroomd, in haar vagina propte. Hij zou dat zometeen gaan aanstampen met die belachelijke lul van hem. Het zou recht haar baarmoedermond in gebeukt worden. Ze zou dagenlang stukjes aluminiumfolie uitpissen.
“Nee,” zei ze dus. Genoeg.
“Ok,” zei Deckard, met een schouderophalende toon. Hij peuterde het folie weer uit haar kut, en trok het masker af. Een paar van haar haren bleven vast steken in het elastiek. Deckard trok ze net zo makkelijk mee uit haar hoofd.
“Au,” zei Juliette, wetend dat het geen indruk zou maken.
“Ik ga even weg,” zei Deckard, van het bed af springend. Juliette bleef op het bed liggen. De prooi was dood. Uitgespeeld.
Onverwachte wending. En ook nog gratis filosofie. Het kan niet op.