José

Ik was op zoek naar een tankstation, naftstation in de Vlaamse volksmond. Ik gebruik dat woord graag omdat het mij doet denken aan de prachtige zinsnede ‘daar-en-daar ben ik eens zonder naft gevallen.’ Alle denkbare ellende in een paar woorden samengeperst.

Enfin. Ik spotte er een langs een hoofdweg, maar de inrit mondde uit in een zijstraat zodat het alleen te bereiken was via een ingewikkeld manoeuver. Een misselijke grap van de commissie verkeerszaken die de hoofdweg opnieuw inrichtte en tevens de gelegenheid te baat nam om spuuglelijk straatmeubilair te plaatsen. De inrit werd geblokkeerd door een lange rij auto’s voor een verkeerslicht en ik worstelde mij langs een luid toeterende SUV. Er stond niemand te tanken en ook ik moest alleen maar rookwaren hebben.

Op elke pomp hing een bordje: ‘Wij zijn in verlof van 4 t.e.m.14 augustus’. En het was nog maar juli. De schuifdeur moest gezellig met de hand worden opengeschoven, en eenzelfde bordje verdween achter de gebleekte prijslijst van Ola. Aan de toog weer het bordje. Hier liet men niets aan het toeval over, zoveel was zeker.

De dame achter de toog zag er inderdaad uit of ze hard aan vakantie toe was. Op haar naambordje stond José, maar het doorgroefde gezicht raadde mij op voorhand al af haar zo aan te spreken. Ik vroeg om een slof sigaretten van mijn merk.

‘Waai emme geen sloeffen’, kraakte haar door menthollekes geteisterde stem kortaf.

‘Das niet erg, dan doet maar tien losse pakskes’, zei ik wijzend op de kast achter haar.

Langzaam draaide ze zich om en keek verbijsterd naar het rek, dat ze nu kennelijk voor het eerst ontwaarde. Over haar schouder bezag ze mij fronsend, alsof ik het allemaal kon helpen, viste er tien pakjes uit en legde ze op toog.

Ik vroeg om een zakje. Weer die oprechte verbazing, haar wereld stond stil. Ze zuchtte diep en trok een zakje onder de toog uit, bevochtigde haar vingers en wriemelde het open. Met een gezicht van ‘dan moet je het zelf maar weten’ stopte ze de pakjes één voor één in het tasje.

Dat worden nog vier lange weken voor José.

 

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

3 Reacties

  1. Ach, wellicht probeerde ze u alleen maar te ontmoedigen uw gezondheidsslopende aankoop, nota bene in tienvoud, door te zetten. Uit uw beschrijving van de dame in kwestie maak ik op dat zij ervaringsdeskundige is.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *