De Man met een Piemel Als Neus: deel 1

I

EEN WONDERSCHONE PIEMEL

Met een sprong kwam Keesfan tussen de lakens en kussens van het bed, naast zijn prachtige vrouw Snikkelien.
“Hee schattepatat!” zei Keesfan tussen het zoentjes geven door, “Zullen we lekker gaan seksen?”
Snikkelien keek boos om.
“Dan wil ik wel dat je dirty talk doet.”
Keesfan opende zijn mond al om iets te zeggen, maar Snikkelien keek nog bozer.
“Echt dirty, Keesfan. Niet die slappe hap die ik gewoon ben van jou.”

Keesfan sloot teleurgesteld zijn mond. Hij moest toegeven dat het ook niet echt zijn ding was, dirty talk. Hij was een Nederlander, wat betekende dat hij Nederlands praatte- is dat niet vies genoeg? Meestal als hij begon over “lekkerrrr neuken in dat smerige poepurrrtje van je” moest hij al halverwege giechelen- en dan was de helft van de goesting van Snikkelien ook wel weg.

“Ok… sletje,” probeerde Keesfan voorzichtig.
“Nee,” snipte Snikkelien. “Vies, Keesfan.”
“Een lekkere kut lekker neuken? Vies?”
“Alsof je het meent, Keesfan.”
“Vui…”
“Nee.”

Keesfan zuchtte diep en sloot zijn ogen. Graaf diep, Keesfan.
“GOOR,” riep hij uit. Snikkelien keek hem vanuit haar half gesloten ogen afwachtend aan.
“KANKERBILLEN! HOER!!”
“Hmm.”
“Ik graaf je kankerbillen uit als een gestoorde schep, kutwijf,” gromde Keesfan, “KAPOTNEUKEN!!”
“Oh ja joh?” vroeg zij uitdagend.
“ECHT WEL. IS DAT LEKKERE PINDAKAAS IN JE POEPGAT OF BEN JE KONTGEIL SOMS, ACHTERLIJKE TYFUSSLET?? BUIKTYFUS!!”
“Ik druip,” bromde Snikkelien.
“JA VUILE DRUIPGROT, DAT BEN JE! MET JE LEKKER NUCLEAIRE AFVAL IN DIE KANKERKUT VAN JE!”

Keesfan sloeg de dekens weg, en begroef zijn gezicht in haar edele delen.

“Oh kankerhoer,” slobberde Keesfan, “Ik zuig lekker al die lekkere ingegroeide haren uit je smerige lekkere kut. LEKKER JE OMA NEUKEN! DIEP! EN EEN HOND!!”
“KEESFAN!!” kirde Snikkelien. Ze kwam fantastisch mooi klaar.

-0-

2

Snikkelien en Keesfan waren ineen gestrengeld als slierten kaas, in het liefdevolle naknuffelen. Zij stak haar wijsvinger uit, en drukte liefkozend op zijn neus. Boep.
“Weet je wat ik het mooiste vind aan jou?” vroeg zij, “Het aller, aller, allermooiste?”
“Het allermooiste???” vroeg Keesfan terug. Nee. Dat wist hij niet.

3

Snikkelien boepte hem nogmaals op zijn neus. Boep.
“Je piemel. Je hebt zo’n magistrale toplul. Met die vormen enzo. Zo mooi.”
“Ja he,” zei Keesfan afwezig, “Ik ben blij dat je dat ook vindt.”

Ja, Keesfan nam de schoonheid van zijn kwakfakkel voor vanzelfsprekend bijna. Als je geboren bent met een wonderschone piemel, niets anders gewend bent, hoe kan je ook anders?
Maar buiten zijn zichtsveld, zelfs buiten zijn inschattingskansen op de mogelijke toekomsten, daar grepen wolken zich donderend en bliksemend in elkaar, een duisternis werpend op de uiteindelijk ene toekomst die wel zou gebeuren…

1 reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *