Overbodige uitvindingen

Mijn vader heeft ooit een uitvinding gedaan, die alisolator zeer snel door de techniek werd ingehaald. Het betrof de ‘Globefoon’, een bolvormig apparaat, waarmee je via inbreng van een soort ponskaart snel een nummer kon bellen. Niet lang erna verschenen echter de eerste telefoons met druktoetsen en geheugen. Weg uitvinding. Hij zat tot over zijn oren in de elektronica, maar die ontwikkeling zag hij kennelijk niet aankomen. Hoewel, ik heb de octrooien nog liggen. Geen Amerikaanse – die waren toen onbetaalbaar – maar Russische en Chinese. Al was dat volgens mij meer ‘om een octrooi te hebben’, want iedereen was er in de jaren ’70 van overtuigd dat Russen en Chinezen louter dingen produceerden die uit elkaar vielen bij het dichtsmijten van de vrachtwagenklep.

Het is misschien daarom dat ik een zwak heb voor ‘overbodige uitvindingen’. Ik spreek dan niet van pakweg de Isolator van Gernsback (zie foto) of de vermageringszeep van professor Pietrobono, bestaande uit tweeëntwintig soorten zeewier.

Nee, ik heb het over apparaten die we nu dagelijks gebruiken, maar die nog tijdens ons leven het predicaat ‘belachelijk ouderwets’ zullen krijgen. Mijn zoon weet bijvoorbeeld alleen uit tekenfilms wat een draaischijf is. Wij hebben misschien nog een draadloze telefoon – het laatste, onzichtbare lijntje naar de telegraaph – maar zodra het telecomgeboefte echt verplicht wordt om hun gefoefel met roaming- en andere tarieven los te laten, gaat alles definitief per smartphone.

Er is er eentje die ik persoonlijk al voortijdig vaarwel heb gezegd: het wonder van de kleuren-tv. Menig huisvader had er tot diep in de jaren ’70 zijn rechterarm voor over om zo’n ding te bemachtigen. In mijn geheugen staat de man gegrift, die er ooit bij Mies Bouwman eentje won. Hij vond het glunderen ter plekke opnieuw uit. De beeldbuis was dan ook een absolute must-have, een groot deel van de vrije tijd werd ernaar ingericht. Ik zie mijn oom nog liggen op de divan, ’s zondags na de mis. In een wolk van blauwe Bastos keek hij naar ‘de koers’ – asbak mét wieltje op een nep-marmeren standaard onder handbereik. ‘Fietsen, pipo’, mompelde hij dan, met de afstandsbediening met groen oplichtende tiptoetsen tussen zijn mollige vingers. Alsof hij Van Impe kon afstraffen door van kanaal te wisselen. Die uitstraling van macht had de televisie.

Maar de twee generaties die geboren werden tussen 1945 en 1985 zullen de enige in de wereldgeschiedenis blijken die bij thuiskomst automatisch de tv opzetten. Mijn grootmoeder (1909) trof ik wel eens in het schemerdonker aan, mijmerend. ‘Ach, die kast’, zei ze dan smalend over het toestel. En in de medium top-drie van mijn zoontje (2010) bezetten YouTube en Netflix de eerste twee plaatsen, televisie komt met enige afstand op drie. En ik geef geen knip meer voor de kijkkast zodra hij kan schrijven, en dus Facebooken. Ik denk niet dat hij zich ooit veel zal ontzeggen om een televisie te kunnen kopen, hij zal ‘m al moeten krijgen. Of vinden.

Mijn vriendin ging verhuizen en liet op zolder een oude tv achter voor de nieuwe huurders – een van de eerste breedbeelden. Het gesleep met het gevaarte was er teveel aan. Ooit de trots van de huiskamer, waar de buren voor kwamen kijken, nu dezelfde status als het paar versleten handschoenen dat volgens mij in de gangkast zijn blijven liggen. De trapnaaimachine van het illustere merk Pfaff, die moest wel mee. Niet dat die actief gebruikt wordt. In het laatje waar ooit reservenaalden en klosjes garen lagen, bevinden zich nu pleisters en hoofdpijntabletten en het ding is daarmee decoratief element en opbergruimte in één.

Maar zelfs dat kun je van de tv niet zeggen.

Fragment Mies Bouwman

Vermageringszeep van professor Pietrobono

Isolator van Gernsback

Hugo Luijten
Werd geboren, vermoedelijk dan. Of gevonden, men is er mee bezig. Woont volgens aanwijzingen van zij die het kunnen weten in Antwerpen. Veel columns gaan dan ook over het leven in de Scheldestad. Veel ook niet trouwens. Sterker, de meeste columns kennen een ander onderwerp. De vergelijking Nederland-België bijvoorbeeld. Of de stand van zaken in de duistere kroegen die hij frequenteert. Of over zijn zoontje, waarover onlangs het boek 'Baby C' verscheen. Voorts zijn al zijn megalomane projecten te bewonderen op zijn website www.hugoluijten.be

8 Reacties

  1. Bij ons veranderde de 1e afgedankte beeldbuis-tv (met kastje er onder) in een poppenkast met aan de voorkant een boekenkastje, voor kinderboeken, aan de voorzijde.
    Omdat we nogal ver van de buren woonden, was eerste elektronische speelgoed/communicatiemddel van de van de kinderen een “27-mc bakje”
    https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/thumb/8/89/CB-Mobilfunkgeraet.jpg/330px-CB-Mobilfunkgeraet.jpg
    De techniek schreed vroeger statig voort, tegenwoordig ijlt ze voort ;-)

  2. De grootvader van een vriend van mij overleed in 1957. Als de man ‘de klok’ op de tv zou zien, dan zou hij hooguit zeggen: ‘merkwaardige pendule’.

  3. Zeer fijn! En mocht u meer nutteloze uitvinding en a la de Isolator van Gernsback kennen, dan graag een uitgebreide serie waarin u dieper op deze materie in gaat.

  4. Op het gevaar af nostalgisch te worden: zo’n asbak op standaard, al dan niet met wieltjes, werd wel een ‘rookpoot’ genoemd. Gelukkig is dat woord vereeuwigd in Koot en Bie’s Papa was gestopt met roken:

    – Ja maar pap dat had je ook al voor’ge week beloofd!
    – Knul ik leg ‘m op de rookpoot, kijken hoe-die dooft.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *