IJsland – dag 2, deel 1

 Het duurde even voor ik wist waar ik was. ‘Laat het los’ uit Frozen zong rond in mijn hoofd. Tenminste iets wat mij vertrouwt voorkwam, want ‘Laat het los’ zong al dagen rond in dat hoofd. Het was nog donker. Mijn rechterenkel deed pijn. Ik zocht mijn broek om mijn telefoon te pakken. Mijn kleren waren weg. Het leek me sterk dat ik enkel gekleed in onderbroek was thuisgekomen, maar ik kon niks uitsluiten. Mijn rechterenkel deed pijn, maar dat zei ik al. Toen ik opstond deed ie nog meer pijn. Ergens ver weg in mijn geheugen, waar het donker en mistig was, doemde een herinnering op. Straatlicht glimmend in natgeregende stenen. En een dubbel klappende voet. Ik strompelde naar de wc. Mijn kleren lagen in de voorkamer. Mijn telefoon zat nog in mijn broek. Ik probeerde mij meer dan alleen de verzwikte voet te herinneren, maar er was niks wat naar boven kwam. Eén groot zwart gat. We zouden vandaag gaan snorkelen. Althans, mijn vrienden gingen snorkelen, ik ging het bij wandelen houden. Op de tectonische platen van Noord-Amerikaanse en Euroaziatische continent. Waar IJsland twee centimeter per jaar uit elkaar drijft. Het ging me te ver om die breuklijn onder water te bekijken. Straks word je naar beneden gezogen. Opgeslokt door de spleet van moeder aarde. Dokter Freud zou ongetwijfeld gesmuld hebben van deze angst, maar dat was geen reden om mezelf in een duikpak te hijsen.

Daar strompelde ik door het land van ijs en vuur. Moederziel alleen, slechts in het gezelschap van mijn kater, mijn verzwikte enkel en zo’n 350 andere toeristen. Een zware, grijze lucht boven zwarte, groene, bruine tinten. De openingstune van Game of Thrones nam de plaats in van ‘Laat het los’. Op deze plek werd in de Middeleeuwen recht gesproken. Huwelijken werden besloten, geschillen opgelost, overspelplegers van de waterval gegooid. Aan de horizon bergen met eeuwige sneeuw.

Nadat iedereen weer terug op aarde was, reden we verder. Op de laatste druppels benzine van onze Subaru. We haalden het dichtstbijzijnde tankstation. Na het tanken bestelden we een hamburgermenu. Of we er een Pepsi Zero of Pepsi Max bij wilden. Ik houd niet van cola, ik wilde een water. Dat kon niet. J2 bestelde een sinas. Ik wilde ook een sinas. Dat kon niet. Het was of Pepsi Zero of Pepsi Max. Dan maar een Pepsi Max. De jongen kwam terug met twee Pepsi Max en één sinas. De sinas kon dus wel. Ik zei dat ik toch een sinas wilde. De jongen rolde met zijn ogen en pakte een sinas. Toen hij terug bij de kassa was, zei J1 dat hij ook een sinas wilde. De jongen keek ons wantrouwend aan. Are you making a fool out of me, zei hij, met dat fijne IJslandse accent, dat iets achter in de mond ligt. Het speeksel losjes in de wangen. Alsof ze op het punt staan te gorgelen. No, zei ik, we’re just confused.

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

2 Reacties

  1. Goh, ik dacht altijd dat er geen bomen waren op IJsland. *weer wat geleerd*.
    Mooi trouwens om met je kater op een continentrand te gaan wandelen.

  2. Een verhaal over IJsland in 2015 waar zogenaamd alle inwoners stapeldol zouden zijn op vluchtelingen en het stomme en (zelf)bedriegende wijf Bryndis Bjorgvinsdottir denkt dat deze lui gelijkwaardig zijn aan IJslanders, die al een soort-haat-liefdeverhouding hebben met de EU en de moslims, doet mij denken aan een verhaal (en inderdaad: ik ga weer een filosofische uitleg hierover verschaffen!) uit de Donald Duck over de held die zijn vinger in een lekke dijk stak.
    Donald Duck en zijn neef Guus Geluk wilden aan een groot klompenfeest in Duckstad meedoen, samen met de overige inwoners, en om de gunst van Katrien meedingen. Tegelijk werd er gevierd dat de dijken de stad zouden beschermen tegen een zelfgemaakte vijand in de vorm van een reusachtige zeedraak. Helaas ontstond er een lek in de dijk en probeerde Donald deze dicht te houden. Guus Geluk beloofde dat hij de autoriteiten ging waarschuwen en hij vergat op slag de ramp die Duckstad bedreigde, net als de “linksgezinde” burgemeester van Duckstad (een mensvarken!) en een hebzuchtige bedelaar!
    Ze gingen allemaal gewoon uitbundig feest vieren met elkaar en toen probeerde Donald met een dynamietstaaf onder de zeedraak (waarmee deze moest worden opgeblazen) het lek te dichten. De oerdomme burgemeester stak toen, onder de ogen van de onzeker gehouden inwoners, de lont hiervan aan waarna de dijk de lucht invloog en heel Duckstad onder water kwam staan zodat de zeedraak de uiteindelijke overwinnaar was van het feest!
    Niettemin zaten er wel enkele fouten in deze afbeeldingen daar een dynamietstaaf door de druk van het water juist uit de dijk kon worden gespoten, drijfnat dynamiet niet snel ontploft en ook niet in staat is om een complete dijk op te blazen.
    De zeedraak in dit verhaal doet me juist denken aan bepaalde Syriërse moslims die IJsland belagen en Bjorgvinsdottir aan de burgemeester van Duckstad die de bedreiging vergeet en de IJslanders hiermee misleid met een schijngevoel van veiligheid. Maar ik zal haar bewoordingen die zij hierover uitsprak in haar nadeel veranderen en dan gaat het ongeveer zo:
    “Ik, Bryndis Bjorgvinsdottir, heb Syriërse moslimmannen nodig want ze zijn voor mij persoonlijk een menselijk kapitaal, ze hebben ervaring met het bestelen, verkrachten en aftuigen van hun linkse vriendinnetjes en ze zijn mijn toekomstige vijanden, uitzuigers, klaplopers en de drummer van de ondergang van onze kinderen! De timmermannen onder hen vernielen uiteindelijk de badkamer, de moslimkok in de cafetaria verplicht mij om alleen halalmaaltijden te nuttigen, de brandweermannen onder hen zullen aangestoken branden in kerken niet komen blussen en de computerexperts of televisiepresentators onder hen zenden alleen maar boodschappen uit hoe zij IJslandse vrouwen als hoeren moeten behandelen, aanranden, verkrachten en hierna tot moes slaan!”
    Dus hierbij bijgevoegd aan haar: “Idioot mens, ga toch gewoon lekker fietsen recht de zee in en hopen dat je daar geen ijsberen, walrussen, orka’s, Groenlandse haaien of “geesten” van reuzenalken tegenkomt! Je bent nog stommer dan het achtereind van een varken en veel dommer dan een straathond!

Laat een antwoord achter aan Jules Vismale Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *