In het dorp waar ik vandaan kom, zeggen ze over mensen die een eind aan hun leven hebben gemaakt, dat ze zichzelf hebben tekort gedaan. Zojuist las ik dat Joost Zwagerman zichzelf tekort heeft gedaan. Ik weet dat hij een essay over zelfmoord had geschreven. En over depressies. Altijd gedacht dat het een fascinatie was die buiten hemzelf lag. Ik vrees dat ik hem soms zelfs van koketteren verdacht. Hij leek me niet het type dat last van depressies had. Liet me teveel afleiden door de buitenkant. Ik heb mij zwaar vergist.
Ik vond Joost Zwagerman een paljas. Sinds zijn bundel Perfect Day twijfelde ik aan de oprechtheid van zijn woorden. Hoe hij bijvoorbeeld een waardeloos lied als ‘I would Stay’ van Krezip de hemel in kon prijzen. Of hoe hij zich in het islamdebat mengde en deed alsof zijn geluid niet gehoord mocht worden. Zijn optredens in De Wereld Draait Door deden er nog een schepje bovenop. Hij liet zich abusievelijk kronen tot opvolger van Harry Mulisch en groeide in zijn rol als kunstkenner uit tot de Jack van Gelder van de beeldende kunst. Ik kon me eraan doodergeren en maakte mij er tegelijkertijd graag vrolijk om.
Met de kennis van nu denk ik iemand te zien die zijn pikzwarte gedachtes probeerde te bezweren met het bewieroken van de dingen die het leven de moeite waard maken. De euforische woordkeuze, vermoed ik nu, verraadt de wanhoop. De kunstwerken spraken niet voor zichzelf, het sublieme moest in sublieme taal worden geduid. Maar de taal schoot tekort, het zwarte gat liet zich niet vullen.
Helaas ben ik geen poëzielezer. Als ik onze zeer gewaardeerde reageerder Rigo Reus mag geloven, komt Joost Zwagerman in zijn dichtkunst wel tot een waarachtige kern. Ik las dit, uit Roeshooft Hemelt:
ik ben de verabsoluteerde faust
geen pact met de duivel kan vermijden
dat met mij een finale holocaustzwaar aanzwelt tot het eind der tijden
mijn zaad heeft de planeten zwartgesausd
welke oerknal beëindigt mijn lijden
En:
ik bid voor het volmaakte zelfverlies
het herhaald gebed blijft onverhoord
ik weet niet welke manier ik verkies
uit zoveel verlokkingen van zelfmoord
ik denk dat ik mij voorlopig invries
en wacht tot god zich verhangt aan zijn woord
God heeft zich nog steeds niet verhangen.
Mooi gesproken, Max!
Dank HerrTim.
Mooi geschreven. Ik was niet een groot fan van hoe hij naar kunst keek, maar heb er wel veel respect voor. Hij vocht er zeg maar wel voor. Die les is blijven hangen.
Mooie woorden.
Uiteindelijk had hij meer gemeen met Anil Ramdas dan uit hun ‘white-trash’-polemiek van een aantal jaren geleden bleek.
Ik kan me herinneren dat hij destijds kapot was van de dood van Anil Ramdas. Dat hij hem nooit zo hard zou hebben aangepakt als hij wist dat Anil Ramdas er zo zwaar aan toe was. Het moet ook erg confronterend zijn geweest.
… kom je nog terug bij mij, ik bedoel, kom je
nog terug? Je bent dan hier en bij mij en als
je dan terugkomt als je dan dan ben je hier
en teruggekomen en bij mij en dat je altijd bent
en was en dat je hier zal zijn en niet terug
wat weg dat was je nooit en wat gebeurd is
dat vergeten e heel vlug – ik bedoel, kom je
nog terug bij mij, kom je nog terug?
Een van de laatste verzen uit de bundel ‘De ziekte van jij’- en ik hoor bij dit gedicht altijd onwillekeurig zijn stem, omdat hij destijds bij de vpro-radio het wel ‘ns voorlas. En dat heeft kennelijk indruk gemaakt. Het liep ook zo lekker, met die Gorter en Nijhoff grapjes. Afgelopen augustus signeerde hij nog een dichtbundel voor mij. Mevrouw Reus maakte van dat moment nog een foto: Zwagerman staat er zeer vriendelijk lachend op. Inderdaad, depressie is een rotziekte, en verschuilt zich soms achter glimlach, geluk en mooie woorden.
Tussen alles wat over Joost nu gezegd wordt is dit een pareltje. Lang leve google en twitter die het allemaal zo mooi op een rijtje zetten. Het is veel. Erg veel.
Ooit bewonderde ik Joost om zijn essays waarbij hij je het idee gaf: jij kan dit ook. Maar in de complete schrijver die hij in de loop van de jaren is geworden heeft de schrijvende massa haar meerdere moeten erkennen.
Toen hij nog op Facebook zat volgde ik hem met belangstelling, al vond ik zijn polemiek met Anil Ramdas iets teveel van het obsessieve, en koos ik diens zijde, ondanks alle van Joost’s inspanningen.
Helaas moeten we zijn kunstbeschouwingen nu overlaten aan lieden als Nico Dijkshoorn. Het is blijkbaar erg moeilijk geen hoer van je succes te worden en je niet door televisieprogramma’s te laten gebruiken. Bevredigend kan dat niet zijn.
Ik geloof dat ik Harry Mulish moet verwijten Joost dood gekust te hebben, zodat Joost nooit groter kon worden dan hijzelf. Zo gaat dat onder schrijvers. Achteraf hebben ze dat natuurlijk nooit zo bedoeld. Maar de pen is nu eenmaal scherper dan het zwaard.
Op mij maakte Zwagerman een onechte indruk. Misschien laat zich dat gevoel nu beter begrijpen. Jammer dat hij nu vooral als zelfmoordenaar zal worden herinnerd, en dat terwijl hij er juist een verklaard tegenstander van was. Maar ik denk toch vooral aan zijn kinderen, wat een last krijgen die mee gaan moeten zeulen in het leven.
Zelfmoord is een recht en een keuze. Ik vind zijn gedichten niks, maar respecteer zijn keuze. Wel vraag ik me af of zelfmoordenaars ooit spijt zouden krijgen als dat kon. Stel je voor dat er een hemel en hel zouden zijn….moet je ook nog nablijven….
Mooi stukje. Zelf had ik niet veel met Joost. Beetje te veel pathos. Dacht dat ie familie was van Jeroen Krabbé.
De verstandigste woorden nav het verscheiden van Zwagerman las ik in dit stuk, en de reacties erop.