‘s Ochtend ging ik in mijn auto kijken, op zoek naar een zak rozijntjes. Er lag een spijkerbroek op de bijrijdersstoel. Ik keek iets beter en zag dat de broek gevuld was met twee benen. Mijn allereerste gedachte was dat ze het onderste deel van een lijk in mijn auto hadden gedumpt. Maar toen zag ik dat een zwart vest de bovenhelft bedekte. Het zal wel een dakloze zijn. Of een verwarde man. Of een bootvluchteling. Ik wist niet zeker wat te doen. Mijn handen tinteleden, mijn hart bonkte licht. Misschien was hij dood. Op dat moment deed mijn buurvrouw open. “Er zit een man in mijn auto”, zei ik tegen haar. “Echt?”, zei ze. En ik deed de deur open. Het duurde nog even voordat de man wakker werd. Hij begreep er weinig van. Zijn sleutels hingen rond zijn hals. Of hij even in de achterbak mocht kijken. Waar hij natuurlijk een koevoet had liggen om mij de hersens in te slaan. Ik deed mijn achterbak open. De man was zeer verbaasd dat zijn slaapzak er niet in lag
Volgens het Little Albert experiment, waarin een baby door middel van een harde metalen geluid wordt geconditioneerd om bang te worden voor harige wezens als ratten en konijnen, is angst aangeleerd. Maar ik heb het gevoel dat ik ermee geboren ben. Ik heb ook nooit, zoals Damiaan Denys en de dit weekend overleden Oliver Sacks in Zomergasten beweerden, het gevoel gehad onsterfelijk te zijn. Nooit in staat geweest om de dood uit te lachen, wat volgens Denys de mooiste manier van leven is. Aan de andere kant heeft dit gevoel voor sterfelijkheid mij ook nooit echt gedeprimeerd. Ik ben er behoorlijk vertrouwd mee. En wandel vrij blijmoedig door het leven.
Maar genoeg over mij, we moeten het over de laatste Zomergast van dit seizoen hebben: Damiaan Denys.
Als specialist in angst weet hij precies hoe een mens z’n vrezen onder controle kan krijgen. Door ze uit te dagen. En ze nog een keer uit te dagen. Door te oefenen dus. Zoals bergbeklimmer Alex Hannold jaar in jaar uit zijn angst overwon en zijn lichaam trainde en nu zonder zekering een 1000 meter hoge rots kan beklimmen.
Zonder angst kan je alles, volgens Denys. Daarom moet je ook zo nu en dan dingen doen waar je bang voor bent. En die net zo vaak herhalen totdat je er niet bang meer voor bent. Zo nu en dan moet je die cocon uit, je comfort zone verlaten. Alleen door angsten te overwinnen kun je echte vrijheid ervaren. En omgekeerd: zolang je geen angsten ervaart, ben je nooit in contact gekomen met wat je echt vrij maakt. Iemand die nooit bang is, kan dus ook niet echt vrij zijn.
Maar in vrijheid schuilt wel een gevaar, zo waarschuwde Denys. Want de ultieme vrijheid loopt vaak uit op de ultieme chaos. Dat illustreerde Denys met de slotscène van Apocalypse Now. Hij zag de zoektocht naar Colonel Kurz als metafoor voor het leven. De tocht over de rivier, is een tocht door de menselijke ziel. Hoe verder Martin Sheen de rivier afdaalde, hoe meer laagjes beschaving er verdwenen. En als je alle laagjes beschaving eraf hebt gepeld, ben je volledig vrij. De vraag is wat er dan overblijft. Bitterbitter weinig. De ultieme vrijheid is eigenlijk niet mogelijk zonder jezelf te ontmenselijken.
Zegt Damiaan Denys. Ik dacht aan het allereerste fragment dat hij had uitgekozen, uit Silence of the Lambs. Waarin Denys’ vakgenoot Hannibal Lecter in een paar vlijmscherpe zinnen Clarice Starling neerzet. Een psychiater is er volgens Denys om zijn patiënten gezond te maken. Niet om ze gelukkig te maken. Of om er een goed mens van te maken. Denys krijgt geesteszieken en daar moet hij gezonde mensen van maken. En dan is er het gevaar dat de genezing de mens tot een slecht mens maakt. Waarbij ik mij afvroeg: is Hannibal Lecter in de ogen van Denys een gezond mens? Helaas werd de vraag niet gesteld.
Hij had er een mooi verhaal van gemaakt. Een verhaal dat genoeg te raden overliet. Hij liet een fragment met Jacques Lacan zien, een Franse psychoanalyticus die in de jaren ’70 zijn grootste triomfen beleefde. Hier in Nederland vrij onbekend. En vooral ook onbemind. Dat kwam, volgens Denys, omdat Lacan er geen moeite mee had om niet begrepen te worden. Sterker nog, het ging hem om het onbegrijpelijke. Terwijl wij alles willen expliceren. Lacan vroeg respect voor het onbegrijpelijke. Omdat juist het onbegrijpelijke, het impliciete, zoveel van ons leven bepaalt. In het fragment sprak Lacan over de dood. Dat het een geloof is. Maar dat wij zonder dat geloof verlamd zouden raken. Hij had een sigaar in zijn mond die door een Cubaanse vrouw op de binnenkant van haar dijen was gerold. En hij sprak met tussenpozen van een kleine vijf seconden. Hoogst irritant, als u het mij vraagt. Maar het voorbeeld dat hij aanhaalden van een van zijn patiënten die droomde dat het leven eeuwig werd herhaald en bijna gek was geworden toen ze wakker werd, was mij uit het hart gegrepen. Als er iets is wat verlammend werkt in het leven, dan is het niet de dood zelf, maar die niet te bevatten oneindigheid die daar onlosmakelijk aan verbonden is.
En de enige manier om daar aan te kunnen ontsnappen, is om jezelf te verliezen zonder jezelf te verliezen, zoals Denys het noemde. Hij illustreerde dit aan de hand van een fragment waarin Sonny Boy Williamson mondharmonica speelde en Bye Bye Bird zong op de Vlaamse televisie (voor de vaste lezers van deze rubriek: ik heb het bijzonder sterke vermoeden dat dit het fragment was dat Zomergast Peter Buwalda had gebruikt voor zijn verhaal in de WAHWAH, u begrijpt dat ik licht euforisch werd toen ik dit constateerde). Sonny Boy Williamson verdween in zijn muziek en werd een met zijn mondharmonica. Het tegenovergestelde van de compulsieve stoornissen die de patiënten van Denys hadden. In hun drang alles te controleren verliezen ze de controle. Sonny Boy Williamson is niet bang de controle te verliezen en weet zo even aan het aardse bestaan te ontsnappen.
In een schitterende toespraak die Leonard Cohen hield toen hij een Spaanse onderscheiding kreeg, herkende Denys de dankbaarheid om te mogen leven. Om onderdeel te zijn van een groter geheel en de eer je handtekening te mogen zetten op iets wat al veel langer bestaat en nog heel lang bestaat. Denys hoopte dat de avond wat zou zeggen over dat wat je niet onder woorden kan brengen. Over de onvolkomenheden van de mens en waarom die gekoesterd moeten worden. De mens zal altijd gebukt blijven gaan onder zijn zucht naar erkenning, zijn wensen, ambities en daaruit voortkomende frustraties. Naar aanleiding van een fragment uit Turks Fruit, roemde Denis de vroegere vrijheidsdrang van de Nederlanders. Die inmiddels meer en meer door regeltjes wordt beteugeld. Wat hem destijds trof, was dat er geen hekjes voor de grachten stonden. In plaats daarvan leerden wij onze kinderen zwemmen. Zo zou je elke potentiële angst moeten aanpakken. Leer zwemmen.
Zonder angst kan je alles! Zoals breinkreupel worden en als een halve debiel de rest van je leven spenderen: http://www.imdb.com/title/tt2499076/
Klinkt als een goeie film
Is het! Vooral als hij gerevalideerd lijkt, en de amerikaanse droom lijkt uit te komen, hop, alles is te overwinnen- en dan blijkt dat hij het gewoon niet meer kan, dat zijn vrienden zich voor hem schamen, dat hij richting het niveau zit van zijn broertje met down, en ik zweer het: zelfs er fysiek op gaat lijken. En echt het enige wat die gozer wil is de beste snowboarder ter wereld worden, en het lukt niet eens op zo’n board te blijven staan. Erg interessant.
Het is wel wat Droogstoppellig, maar de boottocht over die rivier als metafoor voor het leven, ik zou zeggen; het is net andersom. De rivier wordt stroomopwaarts bevaren, naar de bron (van het leven) toe.
Dat zou je inderdaad kunnen zeggen. Het begint bij de volwassen beschaving. Aangekomen bij kolonel Kilgore bevindt hij zich in de jeugdige overmoed (dat gevoel van onoverwinnelijkheid, alsof de dood niet bestaat en de bommen jou niet kunnen raken, daar had Denys het juist zo vaak over). En we eindigen met Kurz (Wilfried de Jong noemde ‘m trouwens Koert) die heerst zonder moraal. Net als baby’s. Toch ook kleine, nietsontziende dictators.
Dank.
De actie van de door hoogleraar Psychiatrie Denys(laatste gast in zomergasten) als verward bestempelde jongeman (in het fragment met toespraak Lacan) ,was een situationistische actie van destijds jonge auteur Jean-Louis Lippert( Anatole Atlas)Tegenwoordig is hij een van de grote franstalige Belgische schrijvers.
Situationisten (verwand met o.a. dadaisme) hielden politieke kunstzinnige acties op momenten als deze toespraak van Lacan.
De jonge schrijver was hooguit onbeholpen door weinig ervaring met spreken voor groot publiek, itt Lacan die decennialang zijn performance had geperfectioneerd, het manipuleren ,het(door beiden Denys en de Jong meesterlijk gevonden) gemaakte stiltes laten vallen,, de gevatte opmerkingen etc. Lacan, het grote voorbeeld van Hoogleraar Denys.
De jongeman was totaal niet verward en zei rake dingen die nu nog gelden.
Wilfred de Jong zei nog even dat de jongeman op hem helemaal niet zo verward overkwam en redelijke dingen zei.
Daarop zei Denys dat dat het verschil is tussen een gewone en professionele observatie, of iets dergelijks………
Dat een hoogleraar Psychiatrie,hoofd afdeling Psychiatrie AMC en ‘filosoof’ zo’n inschattingsfout kan maken is schokkend………
Denys zei nb. : “(Een psychiater is) Iemand die in messcherpe bewoordingen de essentie van een persoon beschrijft. Dat is wat psychiatrie moet zijn: zien, lezen, tot de essentie doordringen “……………….
Hij moet blijkbaar nog veel leren….
Dank voor deze toevoeging. Ik vond de verwarde man bij Lacan inderdaad ook totaal niet verward overkomen. Maar Denys liet z’n autoriteit gelden: als psychiater was hij er in getraind verwarde mannen te herkennen. Ernstig, inderdaad.
( Nb. de toespraak van Cohen was een trieste vertoning , een manipulatieve performance zoals de performances van Lacan ook waren )
Hier een interview met de “verwarde jongen’ jaren later ….. https://www.youtube.com/watch?v=hmCKcxcECYQ