Zorg en onderwijs in België mogen tot de beste van de Wereld gerekend worden en gastronomisch is het land zonder meer een walhalla. Maar zodra het over logistiek gaat, lijkt alle logica verdwenen.
Ooit was dat anders. België was bijvoorbeeld een van de eerste Europese landen met een uitgebreid autowegennet. Dat de Belgen de oudste snelwegen van het continent hebben is tegenwoordig nog goed te zien. Aan de gaten in het wegdek bijvoorbeeld en aan de vrijwel geheel verdwenen markering. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was het netwerk een lichtend voorbeeld voor alle verkeersdeskundigen. Dat was nog in de tijd dat de Nederlandse pers massaal afzakte naar Antwerpen, om de opening van de zoveelste tunnel live te mogen aanschouwen. Terwijl ondertussen de wachttijd voor het veer Breskens – Vlissingen internationaal onbedaarlijk op de lachspieren werkte.
Het verhaal gaat dat een Antwerpse burgemeester bij zo’n opening glimmend van trots in gloedvol Vlaams een persconferentie belegde, speciaal voor de Nederlandse pers. De Belgische pers vergreep zich toen al vol overgave aan de receptie, maar soit. Ieder zijn meug.
Hoe dan ook, de burgervader ook toeterde over ‘den tunnél ginder’ en ‘den tunnél hier’. Kwestie van uitspraak, al klinkt zo’n tunnél al meteen minder als een claustrofobisch tochtgat met een weinig fantasierijke verlichting. Bon, het was een tunnél dus. Tot een Nederlandse journalist schalks vroeg: ‘burgemeester, is het nu túnnel of tunnél?’. Waarop de man zonder met zijn ogen te knipperen repliceerde: ‘is het nu púmmel of pummél?’. Daar kan Van Gaal nog een puntje aan zuigen.
Maar goed, als lichtend voorbeeld kwamen de Belgen daar toen nog mee weg. Dat lichtend is het Belgische weggennet nu alleen nog maar in letterlijke zin, want vanaf het moment dat de zon zo’n beetje begint te zakken, floepen de natriumbuizen aan. Of ze blijven een paar uur floepen, dat kan ook. Vanwege het milieu zijn de lichten tegenwoordig uit, behalve bij slecht weer en bij de op- en afritten. Maar omdat elk strontgat waar vijf boeren per dag de straat over klossen, een eigen op- en afrit heeft, schiet dat niet erg op. Ik heb er Al Gore niet over gehoord.
Gesteld dus dat ze blijven branden en het land in een oranje gloed dompelen alsof de derde wereldoorlog is uitgebroken, is dat eigenlijk ook wel weer handig. Bijvoorbeeld voor als je ’s nachts door het aanhoudende gedender je knalpijp verliest. Je kunt dan rustig een boekje lezen als je op de wegenwacht wacht, licht genoeg. Dat men verlichtingstechnisch clementie toont met de wachtende medemens, is niet eens een overbodige luxe. Want het kan vanwege de staat van de wegen wel even duren eer een mechanieker eindelijk tot aan de bewuste praatpaal is doorgedrongen. Ik sta er nog van te kijken dat het wagenpark van ‘de Touring’ niet van rupsbanden is voorzien om die klus te klaren.
Het losliggend grind dat voor een autoweg moet doorgaan, wordt vervolgens nog verder verfraaid met een bont kleurenpallet aan verkeersborden, dat van het land een hels doolhof maakt. Door vrachtwagens ontwortelde wegwijzers, wijzen sierlijk de verkeerde kant op, zodat doorgaand verkeer een mooie omweg via woonerven en autoluwe binnensteden gegund wordt. Meer eenverkeerdsbord dus.
Maar in de categorie borden vind ik deze persoonlijk de mooiste. Het maakt dat ik België innig bemin.
Die link van dat verkeersbord, als tie niet gefotoshopt is, erg grappig. Mij vallen op de Belgische (Vlaamse) snelwegen altijd de kapotte banden op die op de vluchtstrook, of aan de kant liggen. Wie weet zijn er in Nederland, verhoudingsgewijs, evenveel kapotte banden, maar worden ze eerder opgeruimd?
De foto is echt. Het komt vaker voor zelfs.. Kapotte banden? Tsja wat wil je, met zo’n wegdek. En opruimen is sowieso al niet hun sterkste kant..
Deviat -i met een streepje – on
Schitterende foto bij ditto verhaal. Wat zou het zijn dat Vlamingen en Walen beiden een kant worden opgestuurd en wat ze beiden niet mogen zien?
Wat ze niet mogen zien? De wegenwerken zelf, vermoed ik. Die blijven ook maar beter aan het zicht onttrokken, want volgens mij gebeurt het regelmatig dat een (onder)aannemer wanhopig rondkijkt en zich afvraagt wat het in ’s hemelsnaam moet worden…
Als humorloze heb ik mooi drie keer hardop gelachen.
Oei..moet ik mij nu schuldig voelen? ;-) Merciekes alleszins!