Tijger

Tijger drinkt

Tijger had altijd dorst. Als hij water zag, dan wilde hij het drinken. Als hij een kraan zag druppen, dan hing hij eronder. Als hij een beker zag met een beetje melk in, dan stak hij zijn kop erin en als het hem lukte dan gooide hij de beker omhoog, zodat hij de laatste druppels naar binnen kon slurpen. Als ik douchte en ik had de deur open staan, dan sprong hij op het bad om het water uit de douche met zijn pootjes op te vangen. Het enige wat hij niet dronk was het water uit zijn drinkbak.

Tijger kwam uit een nest met zes kittens. Een boerderijkat. We zijn op 16 juni 2014 naar hem gaan kijken. Eigenlijk wilden we een vrouwtje, maar Tijger was de leukste. Hij was nieuwsgierig en niet bang. De zoon des huizes liet ons de kittens zien. Zijn ouders waren er niet. Hij had een enorme herdershond bij zich. Volgens de boerenjongen was Tijger een week later uit de buik van zijn moeder gekomen dan zijn broertjes en zusjes. Of het verhaal waar is, durf ik niet te zeggen. Volgens onze dierenarts was het onmogelijk, maar dat lijkt me geen steekhoudend argument. We konden Tijger meteen meenemen.

Tijger heette toen nog geen Tijger. Zo hebben wij hem genoemd. Onze kinderen wilden dat. Daarvoor hadden wij een kat gehad die Minet heette. Minet was een 7-jarige kat die 14 jaar bleek te zijn. Ze had last van blaasgruis en ze was levensmoe. Volgens een vriendin van ons had ze wat meer zelfvertrouwen nodig. Zij stelde voor om haar Tijger te noemen in plaats van Minet. Tijger, voorheen Minet, heeft het daarna nog een kleine tweeëneenhalve maand volgehouden. Toen hebben we haar in laten slapen. Ze was op.

De nieuwe Tijger was andere koek. Eén brokje levenslust. Hij heeft geen enkele moeite gehad zich aan te passen aan zijn nieuwe situatie. Stond meteen zelfverzekerd en vanzelfsprekend in ons huis. Hier ben ik, zei hij. In die dagen klom hij voortdurend langs mijn broekspijpen en T-shirt omhoog. De krassende nageltjes deden pijn, maar het was het waard. Hier ziet u hem samen met Mickey Mouse, tijdens zijn eerste momenten in ons huis.

Tijger en Mickey

Hij leek me van het soort dat onaantastbaar was in zijn onverschrokkenheid. Captain Kilmore die opgewekt napalm opsnuivend rechtop blijft staan, de borst fier vooruit, terwijl de bommen om hem heen vallen. Maar ik had het mis. De laatste tijd was hij weer wat vaker wat verder van huis. Volgens mij kwam het door het weer. Eerst volle maan, daarna heel veel wind. Afgelopen zaterdagnacht was hij niet thuis gekomen, zondagochtend werden we gebeld door de dierenambulance. Hij was aangereden op de Wethouder Alferinkweg, waar de auto’s veel te hard rijden.

Mijn vrouw moest huilen terwijl ze de dierenambulance aan de lijn had. Mijn kinderen begrepen het niet. Ik zei dat Tijger dood was. ‘Wat maakt het uit’, zei mijn zoontje, ‘dan kopen we toch gewoon een nieuwe.’ Ik legde uit dat het toch jammer was dat we Tijger nu nooit meer zouden terug zien. ‘Dan noemen we de nieuwe toch ook Tijger’, zei hij. Even later bekende hij het toch wel jammer te vinden dat Tijger nu niet meer bij hem op bed zou kruipen. Mijn dochter vond ook het ook jammer dat hij er niet meer was, maar het was wel stout van ‘m dat hij haar wel eens beet. Waarbij ze even vergat dat zij Tijger graag bij zijn oren pakte en die naar achteren trok terwijl ze met haar gezicht vlak voor zijn gezicht ‘couscous’ riep. En dat liet hij, de goedheid zelve, zonder problemen toe. Hier ziet u ze samen slapen.

Tijger en L

In zijn veel te korte leven heeft Tijger een hoop meegemaakt. Ik heb hem uit de zes meter hoge berk in de achtertuin van onze buren moeten redden. Het buurmeisje heeft hem uit hun vijver gevist waarin hij was gevallen toen hij hun vissen wilde pakken. En hij is vijf maal weggelopen.

Ik dacht altijd dat poezen een feilloos gevoel voor richting hadden. Maar Tijger had dat niet. Hij liep graag met mensen mee. Maar als hij dan iets te ver van huis was, dan wist hij volgens mij niet meer waar hij was.

De eerste keer vond ik ‘m na drie dagen op de site van het onvolprezen Amavedi. Daar zat hij, op een rood kussentje in een vreemd huis, een kleine twee kilometer bij ons vandaan. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Hij was met een man meegelopen en is in een voor hem totaal onbekende straat bij verschillende huizen gaan miauwen. De vrouw die hem binnenliet vertelde dat hij uitgehongerd was. Ik nam hem weer mee. Zodra hij thuis was, at hij wat. Daarna wilde hij weer naar buiten.

De keer daarop zat hij opgesloten op het schoolplein van de school van ons zoontje. Die wilde Tijger terug naar huis brengen, maar de juf zei dat poezen de weg altijd terugvinden.

Hij bleef weglopen. Vooral als wij een weekendje weg gingen. Alsof hij het aanvoelde. Tot twee keer toe hebben we buren moeten inschakelen om hem weer ergens op te halen. Toen hebben we hem laten castreren. Nog geen uur nadat hij thuis was, wilde hij weer naar buiten.

Het leek wel te helpen, het gecastreerd zijn. Hij was rustiger geworden, bleef meer in de buurt, maakte geen lange zwerftochten meer. Hij speelde graag met katten die binnen zaten, achter de ramen (die katten vonden het meestal niet zo leuk, Tijger wel). Hij lag graag bij ons. Het liefst op een dekentje waar hij luid spinnend op sabbelde. Het duurde vaak wel even voordat hij kwam als ik ‘m riep, maar hij kwam altijd. Snel als de wind schoot ie dan langs je benen naar binnen.

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

9 Reacties

  1. Ik zal het doorgeven. Hij was overigens behoorlijk onder de indruk van uw geboerde volkslied. Hij nam aan dat het de koning zelf was die hij daar hoorde boerzingen. Uiteraard heb ik hem in de waan gelaten.

  2. Wat een prachtige gave, literaire, eerste alinea, prachtig begin van dit stuk. Je voelt gelijk dat er een necrologie aan zit te komen. En dan te bedenken dat ik zelf geef geen r**t om katten geef.
    Wel mis ik het linkje naar dat geboerde Wilhelmus.

  3. Jeetje, die foto van Tijger en roze Molovich…ik wil nu bijna een kat kopen en dat terwijl ik van die ene helft van de wereldbevolking ben die meer pro-hond is.

Laat een antwoord achter aan Spencer Brandsen Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *