Robots

Volgens Lodewijk Asscher, en ik vrees dat hij gelijk heeft, zijn we aanbeland in het tijdperk van de robots. De robots en de non-androïden zijn bezig al onze banen over te nemen. ‘Ze zijn goedkoop, snel, nooit ziek, werken 24 uur per dag.’

En ze vreten stroom.

Dát, wordt niet gezegd. Het is niet alleen dat al die machines al het werk voor niets doen en hun eigenaren spekken, ze maken ook dat al dat werk op de wereld steeds minder door dierlijke kracht wordt gedaan. Paarden, ezels, mensen, we eten voedsel en zetten dat om in kracht. De rest poepen we uit, wat ook weer nieuw voedsel wordt en dus ook kracht.

Nu de robots: ze eten geen gras of graan, maar stroom. Er zal dus steeds meer stroom nodig zijn om al die robotjes te voorzien van hun dagelijkse natje en droogje. Hoe gaan we dat produceren? Gaan we nog meer doen alsof kernenergie veilig is? Alsof wind- en zonne-energie geen giga chemische accu’s nodig hebben? Alsof het voedsel van robots net zo lief is als sla en bonen?

Aan de andere kant is het de bedoeling dat robots voor nog meer koopkracht zorgen, als Asscher zijn halve belofte nakomt, van het geld halen bij het kapitaal dat met die robots opgebouwd wordt. Het is bekend dat geld de beste anticonceptie is. Zo bekeken zouden robots voor een afname van de wereldbevolking zorgen. Met minder energieverbruik tot gevolg.

Dit is geen zwart-wit-kwestie meer. Zoveel is duidelijk.

Dan nog dit: momenteel zijn er in het bedrijfsleven strenge voorwaarden verbonden aan het inhuren van vrijwilligers. Als bescherming van de gewone werknemers. Het is niet de bedoeling dat bedrijven zomaar onbeperkt arbeid laten verrichten zonder tegenbetaling. Als die robots zoveel op mensen gaan lijken dat ze al onze functies overnemen, wordt het niet tijd om deze regels ook voor hen te laten gelden? Het zijn per slot van rekening ook vrijwilligers. Maar vrijwillig werken ze niet, ze zijn in feite slaven. En slaven, die mogen al helemaal niet meer.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

4 Reacties

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *