Toen Toontje mij uitnodigde om bij hem thuis te komen eten, om daaropvolgend een nachtje te blijven logeren, ik moet een jaar of tien geweest zijn, zei ik direct ja. Thuis had ik de dagen daarvoor nogal wat onenigheid gehad – zeg maar gerust: oorlog – met mijn klierderige zusje Machje. Ik was blij er even tussenuit te kunnen. De stress te kunnen vergeten van het opgescheept zitten met een onmogelijk kattenkopje van een zusje – waarvan ik diep in mijn hart toch wel hield, dat wel.
Op het moment dat de moeder van Toontje de deur opendeed, ontglipte een sensueel zoete parfumwalm aan het huis, en ik was verkocht: aan Mrs. Robinson.
Mevrouw Van Dorp, een moeder van begin dertig, droeg een vederlicht, wit zomerjurkje, een kleedje dat zo luchtig was dat de omtrek van haar bh nauwkeurig zichtbaar was. En hoewel ik uit alle macht probeerde mijn ogen níet te richten op haar voorgevel, werden mijn twee leergierige jongemannenogen toch steeds onvermijdelijk toegetrokken, naar het mysterieuze heuvellandschap van de moeder van mijn beste vriend.
Ze schoof een supermarktlasagne voor ons in de magnetron, een geweldige kokkin was ze blijkbaar niet. Dat deerde mij niet, ze had ongetwijfeld andere kwaliteiten. Ik vernam dat ze vroeger als model had gewerkt, tegenwoordig was ze achter de schermen werkzaam in diezelfde branche. Voor de camera zou ze nog steeds niet misstaan, dacht ik bij mezelf, terwijl mijn blik wéér werd gegrepen door wat er zich allemaal bevond, achter het transparante jurkje van het ex-model.
Ze zag het. Toen haar zoontje even naar de wc was, zei ze: ‘Jij hebt je ogen niet in je zak zitten, hè?’ Ik wist zo gauw niet wat ik zeggen moest, in de vluchtigheid haalde ik een gevleugelde uitspraak van mijn oom Berend aan, een notoire schuinsmarcheerder:
‘Ik ben een natuurliefhebber.’ Op het moment dat ik ʼm had geplaatst, kreeg ik alweer spijt van mijn opmerking, die een volwassen man zou passen, echter geen blaag van tien, en ik staarde verlegen naar mijn schoenen. Maar blijkbaar kon mevrouw Van Dorp een geintje wel waarderen. Ze wreef met haar warme hand over mijn bovenbeen, tot vlak bij mijn kruis, en zei: ‘Ach jongen toch… een echte charmeur ben jij. Jij zult later wel veel mooie dames kunnen krijgen.’ Ik kreeg een kleur en was in het bezit van wat waarschijnlijk de eerste erectie in mijn leven was. Op dat moment kwam Toontje terug van de plee.
We speelden nog een gezelschapsspelletje – koekjes, chips en cola ruim voorhanden – , toen was het tijd om te gaan slapen. Mevrouw Van Dorp – Sharon voor intimi – kuste haar zoontje en mij goedenacht, waarna we onder de wol kropen. De wang waarop de kus van de moeder van Toon, heb ik een maand lang niet gewassen.
Toen ik de volgende ochtend wakker werd, wist ik mij vaag een merkwaardige, zoete droom te herinneren. Mijn onderbroek was plakkerig en het laken nat. Ik begreep er niet veel van. Had ik in bed geplast? Snel douchte ik mij en stommelde naar beneden. Toon en zijn moeder zaten reeds aan het ontbijt. Gekookte eitjes, verse broodjes, kaas en ham, marmelade en muisjes, sinaasappelsap… Sharon had voor alles gezorgd. Ze zag er verpletterend uit.
En ik was hard op weg naar mijn volwassenheid.
[Uit de bundel: Morrissey, Morrison & Van Morrison ]
Meer muziek!
Encore!