Er is steeds minder ik in mijn ik. Er is ook steeds minder ik in jullie ikken. Althans zoals ik het nu zie, in de ontwikkeling die ik meemaak.
Een onstuitbare mars in het, genadeloos voortschrijdend. Alles valt af, één bij één. Niets is belangrijk meer. Ik leef bij de dag. Een hermiet. Zonder wil zonder wens. Zonder angst.
De drangen zijn weggevallen. Carrière, avontuur, romantiek. Rest gezapigheid en een onmetelijk cynisme. De jeugd mag het overnemen. Maar wat doet de jeugd? Hetzelfde. Precies hetzelfde. Alles is zo precies hetzelfde. Dat slechte, dat domme in de mens, dat overal en altijd zegeviert. Ik kan het niet meer zien. Het is vergif voor je laatste fase, waarin je enkel naar schoonheid en rust verlangt.
“The sun shone, having no alternative, on the nothing new.”
Samuel Beckett
Mooi hè?
breathtaking.
Witte Trappist helpt!