De bijbel | Beloftes, beloftes en nog eens beloftes

BIJBEL MOLOVICH

Alweer zeven jaar geleden begon ik op Panzerfaust de Bijbel Lees Sessies. De hoogste tijd om de draad weer op te pikken. Maar voordat ik dat doe, even alle afleveringen tot nu toe. Dit is aflevering 10.

Abram belandt na dat beschamende avontuur in Egypte in een kleine depressie. Hij is diep in de tachtig, zijn vrouw ergens in de zeventig, nageslacht lijkt er niet meer in te zitten, wat God ook beweert. Leuk, al die rijkdom, maar dat beloofde kindje van God komt maar niet. De eerstvolgende keer dat God Abram belooft dat zijn loon heel groot zal zijn, bekent Abram dan ook te vrezen zijn hele have achter te moeten laten aan iemand door wiens aderen zijn bloed niet stroomt. Maar God belooft hem dat zijn erfgenaam een ‘lijfelijke zoon’ (Gen. 15:4) zal zijn. Na een offer valt Abram in een diepe slaap, waarin hij overvallen wordt door een ‘angstwekkende, diepe duisternis’ (Gen. 15-12). In een droom vertelt God dat het uit Abram voortspruitende volk 400 jaar in een vreemd land zal doorbrengen, waar het onderdrukt zal worden. Daarna zullen zij uit dat land weggaan en zullen zij van God het land tussen de Nijl en de Eufraat krijgen.

Een heuse flash forward. Een bekend literair trucje. Alvast een soort tipje van de sluier oplichten over wat komen gaat. Het voedt de nieuwsgierigheid en bevestig de macht van de alwetende verteller, in dit geval ook nog eens de hoofdpersoon: God. Wij die al wat van de bijbel kennen, weten dat Hij hier refereert aan het verblijf van de joden in Egypte en de exodus die geleid zal worden door Mozes. Maar zover is het nog lang niet. Abram heeft nog steeds geen kinderen. Er volgt dan weer een mooi staaltje bijbels redeneren, dit keer voor rekening van Sarai, de vrouw van Abram, die haar man aanbiedt om met haar slaaf Hagar het bed in te duiken. Wellicht dat zij hem een zoon kan schenken. Abram doet dit en Hagar wordt zwanger. Waarop Sarai (die dit dus zelf had voorgesteld) stikjaloers wordt: “(…) ik heb mijn slavin in uw schoot gegeven, en nu zij ziet, dat zij zwanger is geworden, ben ik verachtelijk in haar ogen; de Here doe recht tussen mij en u.” (Gen. 16:5)

Abram laat Hagar aan zijn vrouw over, die de arme, zwangere slavin vernedert en de woestijn instuurt. Vervolgens ontmoet ze een engel die haar opdraagt terug te keren naar haar meesteres, om zich door haar te laten vernederen. Daar tegenover staat dat zij een zoon zal krijgen die Ismaël zal geen heten die een nageslacht wordt beloofd, zo groot dat het ‘vanwege de menigte niet geteld kank worden.’ (Gen 16:11) Het zal eens een keertje wat bescheidener zijn! Een nageslacht ‘niet zo groot in aantal, maar wel zonder uitzondering sympathiek’ bijvoorbeeld. Maar dat zit er niet in. Het moet altijd groot en veel zijn. Het gaat om de kwaliteit, niet om de kwantiteit, is een adagium dat niet aan God besteed is.

Voortdurend krijg je de indruk dat God het allemaal maar als een leuk, licht sadistisch spelletje ziet, ter vermaak van Zichzelf. Zoals jongens van een jaar of tien graag kikkers pesten, zo pest God graag zijn eigen schepping. Negenennegentig is Abram als God hem voor de zoveelste keer belooft dat zijn nageslacht talrijk zal zijn. Dit keer komt die belofte in eerste instantie minder vreemd voor, omdat Abram dan inmiddels al een zoon heeft, Ismaël. God zegt tegen Abram dat hij zich vanaf dan Abraham moet noemen en Hij draagt hem op zijn voorhuid eraf te snijden, alsmede de voorhuiden van alle mannen die in zijn huis geboren zijn en door hem gekocht. Het zal je maar gezegd worden. Abraham gaat nog akkoord ook. Zonder morren.

Ook Abrahams vrouw, Sarai zal God zegenen en zij zal vanaf dan Sara heten. Ook zij zal een zoon baren. Daarop schiet Abraham in de lach. Een negentigjarige die een zoon zal baren, maak dat de kat wijs. Maar God is bloedserieus. Sara zal een zoon baren die Isaäk zal heten en met hem zal Hij een verbond sluiten. Na deze mededelingen stijgt God weer op, waarna Abraham huiswaarts keert en daar zijn voorhuid wegsnijdt, en hetzelfde doet bij zijn dertienjarige zoon Ismaël en al zijn andere mannelijke huisgenoten. Je kunt alleen maar huiveren bij de gedachte hoe het is om overgeleverd te zijn aan het botte mes van Abraham in diens bibberende negenennegentigjarige handen. Zouden er destijds meer godsdienstwaanzinnige gekken hebben rondgelopen bij wie de hitte van de woestijn op dusdanige wijze naar het hoofd was gestegen?

Niet veel later luistert Sara een gesprek tussen haar man en drie vreemdelingen af, waarvan er één God blijkt te zijn. Voor de tweede maal zegt Hij dat Sara over een jaar een gezonde zoon op de wereld zal hebben gebracht. Dan is het Sara’s beurt om in de lach te schieten. Ze is immers hoogbejaard en het gaat haar niet meer ‘naar de wijze der vrouwen’ en zij vraagt zich gniffelend af: “Zal ik wellust hebben, nadat ik vervallen ben, terwijl mijn heer oud is?” Wie zou een bejaarde vrouw dit binnenpretje misgunnen? God natuurlijk. Wie anders? Die is weer eens op zijn onmetelijke tenen getrapt. “Zou voor de Here iets te wonderlijk zijn?”, vraagt hij verontwaardigd. (Gen. 18:14.)

Keer op keer legt God een kinderlijke drang aan de dag om zich te bewijzen, om te laten zien dat Hij het is die de touwtjes in handen heeft. Wee degene die aan zijn almacht wenst te twijfelen. Hij eist volledige overgave en een rotsvast vertrouwen. En de enige manier om dat te doen is kennelijk om het Zijn onderdanen zo moeilijk mogelijk te maken, om hen beproeving na beproeving te laten ondergaan, voordat Hij hen een momentje van rust gunt. En als je dan eindelijk denkt dat God zijn belofte heeft ingelost en dat niets je meer in de weg staat om in eenvoudig geluk verder te leven, staat de volgende beproeving alweer klaar. De volgende level waarin je moet bewijzen dat God voor jou de enige en de ware is. Het leven is een spelletje Mario Brothers waarin de enige echte beloning de eeuwige rust van de dood is.

Zal God Zijn belofte nakomen en krijgen Abraham en Sara hun langverwachte zoon? Zal Sara het lachen vergaan als zij moet baren? En wat doet Lot daar precies met z’n dochters? Stay tuned!

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *