Kaas

We waren naar een leuk marktje geweest, ergens in Normandië. Kaas gekocht, fruit, flesjes lokale wijn en stokbrood. Lekker. Het was mooi weer dus we besloten om vervolgens een flink stuk te gaan toeren. De zon brak door, het werd heerlijk warm. Muziekje aan, crossen door het waanzinnig mooie landschap.

Na een uurtje of wat vonden we het wel welletjes. We wilden terug. Maar goed, wij waren de TomTom vergeten, hadden wel een kaart, maar geen heel gedetailleerde en de bewegwijzering was erg Frans. We besloten de weg te vragen. Er liep een vriendelijk uitziende man langs de route, dus wij minderden vaart, draaiden het raampje open en vroegen hem de weg. Hij boog zich voorover om ons te woord te staan. Hij deinsde terug, schreeuwde iets in het Frans, zwaaide met zijn hand en liep boos weg. Wij keken elkaar verbaasd aan. Wat een rare Fransoos was dat… Nou, dan vragen we het wel aan die mevrouw daar. Zelfde verhaal, raam open, vriendelijke vraag. Ook zij boog zich voorover en viel bijna de auto in. Het leek wel of ze flauw viel. Cas veegde haar van het stuur en ze keek hem woest aan. Heel woest. Weer Frans wat we niet verstonden en gestamp met de voeten. Cas vroeg mij of hij soms uit zijn mond riekte. Ik vond van niet.

We moesten nog tanken, dus dan maar een gedetailleerde kaart van de omgeving. Ik stapte uit, tankte, kocht een kaart en stapte weer in de auto. Ik ging bijna over mijn nek. Wat een stank! Allemachtig! Het leek wel een riool! Ik blafte naar Cas dat ie dat toch wel buiten de auto kon doen, maar hij keek mij zeer onnozel aan. Hij fronste. De kaas! Het was de kaas! Die had de hele middag liggen broeden! Jasses jasses, wat stonk het. Wat moest dat een goed kaasje zijn! Ik heb met het raam open en het zakje kaas uit het raam kaart gelezen. Het wijntje ´s avonds smaakte er heerlijk bij.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *