COLUMN – LEVY: Iedereen gaat het voelen onderzoekt hoe de bezuinigingen de burger raken. In aflevering 3 staan de bezuinigingsplannen van Fred Teeven centraal.
‘De Nederlander is niet bang, maar boos,’ las ik afgelopen zaterdag inTrouw. In opdracht van Trouw en de VU had André Krouwel een beproefde psychologische test aan het politieke gevoel van de Nederlandse kiezer gekoppeld. Op een schaal van 0 tot 7 kon je bij vijf emoties aangeven wat je voelde. De emoties: boos, bang, walging, blij en hoopvol.
Grote afwezige, wat mij betreft: verdrietig. Want papa is niet boos, papa is verdrietig als-ie iets verneemt wat met de vaderlandse politiek te maken heeft. Maar dat er inderdaad veel woede is, zagen wij in de derde aflevering van ‘LEVY: iedereen gaat het voelen’. Dat is een programma van de AVRO waarin journalist Gideon Levy onderzoekt welk effect de bezuinigingsplannen van Den Haag op de gewone burger hebben. In deze aflevering stonden de bezuinigingsplannen van Fred Teeven centraal. In het ‘masterplan’, zoals Teeven het zelf scheen te hebben gebombardeerd, doet hij een paar voorzetjes om op het gevangeniswezen te bezuinigen: 26 gevangenissen sluiten, gedetineerden met een enkelband naar huis sturen, gedetineerden zelf laten mee betalen aan hun gevangenschap en het gevangeniswezen privatiseren.
De cipiers waren naar Den Haag gegaan om te demonstreren. Fred Teeven stond op het podium. Naast hem stond een man te schreeuwen dat deze plannen alles kapot maakten. Fred Teeven stond hier voor zijn eigen mensen. Hij, crimefighter in hart, nieren en maagdarmkanaal, zou hier toch de held moeten zijn. Dit was zijn wereld. De eigen parochie. Maar ze waren hem aan het uitjoelen. Mannen schreeuwden hun longen uit hun lijf. Hun speeksel vloog door het vrije luchtruim. Teeven riep op om mee te denken. Want, zo bleek, dat had hij helemaal niet gedaan toen hij zijn masterplan bedacht.
Toen hij Teeven apart had, vroeg Levy hem of het niet krom was om veroordeelde criminelen met een enkelband naar huis te sturen, terwijl je uitgeprocedeerde asielzoekers opsloot, terwijl ze de wet niet hadden overtreden. Ho ho, zei Fred Teeven. Deze mensen hadden de wet natuurlijk wel overtreden. Ze mochten hier immers niet zijn. En regels zijn regels. In een later interview wees Levy Teeven erop dat het aantal gedetineerden drastisch was gedaald de laatste jaren. Een ongekend succesverhaal, eigenlijk. Teeven wilde er niets van weten. Nederland was nog steeds veel te onveilig. Levy wees Teeven erop dat wetenschappelijke studies uitwezen dat strenger straffen niet voor minder criminaliteit zorgde. Teeven zei dat slachtoffers van geweldsmisdrijven daar geen boodschap aan hebben.
Teeven bleef kortom z’n best doen ons bang te maken. Maar Nederland is niet bang, Nederland is boos. En ik was verdrietig. Ondertussen heb ik wel mijn nieuwe leidsman gevonden in de Belgische kunstenaar Walter Swennen. Hij figureerde in het programma ArtMen (Jasper Krabbé-alert). Ik had nog nooit van ‘m gehoord, maar naast geweldig werk bleek hij ook een zekere raadselachtig soort van wijsheid te bezitten. Hij was tot de ontdekking gekomen dat zijn schilderijen zich niet interesseerden voor zijn gevoelens. Swennen geloofde niet dat wij een innerlijke wereld hadden. Alles kwam van buiten. Van jongs af aan.
Papa is niet verdrietig, papa denkt alleen maar dat-ie verdrietig is.
[Deze recensie verscheen op Sargasso.]