Thomas de Trein bezoekt spoorwegmuseum

Thomas de Trein bezocht het Spoorwegmuseum. Mijn zoon en ik waren van de partij.

De hel, dat zijn andermans kinderen, dacht ik. Ik stond met mijn zoontje bij Thomas de Trein. Die bezocht het Spoorwegmuseum te Utrecht. Thomas de Trein is de hoofdrolspeler in een televisieserie, gebaseerd op de boeken van een of andere Engelse dominee.

Mijn zoontje is vooral fan van de merchandise. De serie zelf doet ‘m niet zo heel veel. Er is dan ook geen reet aan. Precies wat je mag verwachten van een serie die door een dominee is verzonnen. Maar goed, Thomas de Trein is mooi wel een trein. En hij komt op tv. Reden genoeg voor mijn zoontje om fan van hem te zijn, wat voor mij weer reden genoeg is om, in het kader van de versterking van de vader-en-zoon-band op de dag dat Hij terug naar Zijn Vader ging, naar die vermaledijde stoomlocomotief te gaan nu hij Utrecht aandeed. Honderden ouders met kinderen hadden hetzelfde idee gehad. De Heer der Heerscharen had deze Hemelvaartsdag gezegend met een uitmuntend stukje weergebeuren voor een uitje als dit.

De ontmoeting met Thomas de Stoomlocomotief zelf viel vies tegen. Er stonden ook net iets te veel andere kinderen voor met ouders die hun kinderen op de foto wilden zetten. Bovendien waren ze bij het Spoorwegmuseum zo tactisch geweest om Thomas de Trein naast een wagon neer te zetten die onderdeel was van de tentoonstelling ‘Beladen treinen: Jodentransporten in de Tweede Wereldoorlog’. Niet dat mijn zoontje daar enig last van ondervond (de Holocaust, daar hoeft ie voorlopig nog niks over te weten), maar mij viel het op. Vooral ook omdat er een ontroostbaar jankend kind in stond.

Het Maliebaanstation, waar het Spoorwegmuseum tegenwoordig is gevestigd, was het station waarvandaan Utrechtse joden naar Westerbork werden gedeporteerd. Op deze website lees ik dat de expositie rond een zogenaamde bagagewagen is opgebouwd. Deze bagagewagon is als uitgangspunt gekozen omdat bezoekers deze wagon met de Jodentransporten associëren. Je ziet het inderdaad meteen. Als je in de wagon staat, zo lees ik nu, hoor je de getuigenissen van mensen die de transporten hebben meegemaakt.

Terwijl mijn zoontje aan mijn broekspijpen trekt, staat het jongetje midden in de wagon, keihard te janken. Zijn ouders wenken hem naar buiten. Het jongetje blijft staan waar hij staat. Ontroostbaar. Hij heeft gitzwarte krulletjes. Een huilend zigeunerkindje. Ik moet aan twee dingen denken. Aan Albert Verlinde die beweert dat hij in een vorig leven een Joods jongetje is geweest dat in de gaskamer is overleden. En aan een scène uit Leven & Lot van Vasili Grossman, waarin een zesjarig jongetje de gaskamer in gaat en moet denken aan een angstaanjagend sprookje dat zijn moeder hem vroeger vertelde. Een paar honderd pagina’s later, als hij Stalingrad verliest, moet Adolf Hitler aan hetzelfde sprookje denken.

De ene hel is de andere niet.

 

[Dit stukkie verscheen op Sargasso.]

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

1 reactie

  1. Tegenwoordig is de NS al jarenlang een bron van ergernis geworden, als je het omstreden verleden daarvan niet eens meerekent toen het nog als de SS (!), Staatspoorwegen, werd aangeduid! De desbetreffende kinderen in het bovengenoemde artikel zouden namelijk, als ze hieronder eens lezen hoe er al meer dan 100 treinergenissen bestaan die vrijwel niet zijn op te lossen, al huilen van ellende!

    1. Een onderzoek toont aan dat u in de spits 48% tot 50% kans heeft op vertragingen (en
    daarbuiten nog altijd 20% tot 25% de kans heeft om te laat te komen).
    2. Door die vertragingen bestaat het gevaar dat u ook een aansluitende verbinding mist.
    3. Zelfs de NS-bestuurdersvoorzitters zijn van mening dat er op korte termijn geen
    enkele verbeteringen zijn te verwachten voor ons aftandse en uitgeleefde
    spoorwegennet.
    4. Gemiddeld springen er ieder jaar ongeveer 200 personen voor de trein. Volgens
    ervaren reizigers, conducteurs en andere ervaringsdeskundigen is dat bepaald
    geen prettig gezicht en dat levert daarnaast minimaal een vertraging van 1,5 uur
    op.
    5. Door de hoge prijs van een treinkaart zijn carpoolen in de trein inmiddels een zeer
    aantrekkelijk alternatief.
    6. Uw trein kan plotseling -vaak minuten lang- stil komen te staan en zonder dat u
    zelfs te horen krijgt wat er precies aan de hand is.
    7. De koffie in de trein (als deze al wordt geserveerd) en in de restauratie is in veel
    gevallen nog steeds niet te drinken.
    8. In de treinen stinkt het vaak naar zweet, poep, braaksel, volle luiers, soms tabaksrook
    van asociale rokers en andere onbestendigheid.
    9. Irritante mobiele telefoons, apps en dito gebruikers zijn nog steeds niet verboden
    in de trein.
    10. Blikkerige housebeats en scheurende hardrock-gitaren kunnen helaas vaak via
    andermans loeihard knallende walkmans of smartphones uw gemoedstoestand
    erg negatief beïnvloeden. De top-10 van de meest gehate nummers stonden
    inmiddels gepubliceerd op het internet. Het nummer ‘I’m A Barbie Girl’ van Aqua
    stond met stip op 1.
    11. Er zijn nog steeds mensen die denken dat ze alleen in de trein zitten en daar vaak
    ook naar handelen.
    12. Invaliden moeten vaak door de afschaffing van de perronhulp straks gewoon
    alleen (eventueel met uw welwillende hulp) in de trein zien te komen.
    13. Door het vertrek van Lovers van de rails heeft het duidelijk gemaakt dat een grote
    bek in het spoor-land het vaker wint van betere service en kwaliteit.
    14. De stationsrestauratie (mits deze nog bestaat) blijkt op sommige plaatsten bijna
    een soort opvangcentrum voor daklozen, zwerfjongeren en junks.
    15. Door de onstuimige groei van de NS (steeds meer passagiers en steeds minder
    zitplaatsen) kampt deze vaak met een groot tekort aan treinstellen en vaker
    passagiers op overvolle perrons moet achterlaten. Door de enorme drukte kunnen
    veel passagiers vaak niet op tijd de deuren bereiken.
    16. Door de capaciteitsproblemen van de NS zet deze echt alles in wat maar kan
    rijden: de nood is soms zo hoog dat men soms zelfs treinen uit de jaren ’60 van stal
    haalt. Voor uw goede geld (op uw OV-chipkaart) kunt u daar eveneens in
    terechtkomen.
    17. Het gevaar bestaat dat u soms dreigt in elkaar te worden geslagen door agressieve
    en/of gefrustreerde medereizigers en u loopt de kans gearresteerd te worden als u
    hetzelfde gaat doen.
    18. Met een beetje pech behoort u tot de 10% of meer (opgegeven door de NS) die
    tijdens de spits meestal geen zitplaats vind.
    19. Uw trommelvliezen kunnen het begeven door de automatische fluit van de
    conducteur als hij/zij deze laat afgaan (bij een volgepropte dubbeldekker kunt u
    vlakbij de deur ook in de verdrukking staan).
    20. Soms zijn er ook treinen, hoewel het erg onwaarschijnlijk lijkt, die TE VROEG
    vertrekken.
    21. Geregeld staan er op informatieborden onjuiste informatie aangegeven.
    22. Een onderzoek toont aan dat het percentage vertragingen in de herfst en winter
    meestal het hoogste is (door weersomstandigheden en deze zijn helaas al sinds de
    oprichting van de NS hetzelfde).
    23. Het is soms te warm of te koud in de treinen.
    24. Als de ramen in de coupé tegen elkaar open staan kunt u wegwaaien oftewel
    verkouden worden.
    25. U komt soms voor vertrek tot de ontdekking dat de kaartjesautomaat of anders de
    OV-chipkaartlezer wederom buiten gebruik is.
    26. U kunt met papiergeld niet in een automaat terecht en maar één kaartje tegelijk
    kopen (en komt zo lang in de rij te staan).
    27. Vaak staan er te weinig kaartjesautomaten en loketten opgesteld op de perrons.
    28. In de buurt van het station zijn er zelden in de buurt voldoende parkeerplaatsen.
    29. U wordt geregeld als vee vervoerd – vrijwillig tegen elkaar aangeplakt voor veel
    geld – in de ochtend- of avondspits.
    30. Vaak bestaat het gevaar dat u uit het bagagerek een koffer op uw hoofd krijgt of,
    door alle consternatie die treinreizen met zich meebrengen, uw eigen exemplaar
    vergeet.
    31. Wc’s zijn soms in de trein en op de stations, op zijn zachts gezegd, heel smerig.
    32. Het kabinet is helaas met grote meerderheid tegen de privatisering van de
    monopolistische NS en acht een beursgang niet noodzakelijk, waardoor de
    ellende in de trein alleen verder zal toenemen.
    33. Het risico bestaat dat u vertrapt, dan wel doodgedrukt, wordt bij het in- en
    uitstappen.
    34. Het tocht of waait altijd op de perrons.
    35. Bij de loketten blijkt u soms in de verkeerde (of langzame) rij te staan.
    36. U kunt helaas lang niet altijd met bij het NS-loket met uw pinpas of chipknip
    betalen (waardoor u extra lang in een rij moet wachten, terwijl uw trein juist wel
    op tijd vertrekt).
    37. Er is een mogelijkheid dat u in een zojuist afgekoppeld treinstel zit zonder te
    weten dat deze op het station achterblijft omdat dit niet of nauwelijks wordt
    opgeroepen of slecht is te verstaan.
    38. In de spits kunt u soms na een treinreis uw kleren direct naar een stomerij
    brengen.
    39. U kunt soms met blauwe schenen de trein verlaten als u kiest voor de (bijna)
    altijd krappe vier-zitsbankjes (en uw overbuurman/overbuurvrouw zijn of haar
    benen strekt).
    40. Omvallende fietsen op het balkon kunnen een aanslag op uw gezondheid en
    mobiliteit plegen.
    41. Door de gemorste hete koffie of thee van uw buurman/buurvrouw kunt u snel
    tweedegraads brandwonden oplopen.
    42. De speciale aanbieding bij de ruiltender is bijna altijd hetzelfde.
    43. De stoptreinen rijden op sommige dagen buiten de spits meestal maar één keer.
    44. Bij te weinig zitplaatsen mag u niet automatisch in de 1ste klas coup plaats
    nemen.
    45. Door het blauwe licht op sommige stationstoiletten ziet u vaak geen hand voor
    ogen.
    46. Bij een stremming wordt u met bussen vervoerd en krijgt dan vaak geen restitutie
    (terwijl u wel degelijk betaald heeft voor een treinreis).
    47. Als excuus voor het ongemak ontvangt u één consumptiebon, goed voor één kop
    van die slappe koffie.
    48. De kans bestaat dat u uiteindelijk ergens anders aankomt dan de borden op het
    perron aangeven.
    49. U kunt treinpersoneel en railtenders aantreffen die voor NS-begrippen ongekend
    grappig denken te zijn (hetgeen weer funest kan zijn voor uw ochtendhumeur).
    50. Bij regen bestaat de kans dat een paraplu uit een bagagerek valt en zo uw oog
    doorboort.
    51. Treinreizen in de spits werkt stressbevorderend en kan hierdoor hartklachten en
    ademnood en ander lichamelijk letsel veroorzaken.
    52. De kans bestaat dat uw buurman of buurvrouw iets te fanatiek in de weer is
    geweest met de knoflookpers.
    53. Corpsballen en andere studentikoze types gebruiken de trein als vervoermiddel
    nadat ze een drankgala of andere alcoholistische bijeenkomst hebben bijgewoond.
    54. Sommige mensen zetten de trein in als vervoermiddel bij een verhuizing (zodat u
    tussen de lampenkappen en de kamerplanten kunt komen te zitten).
    55. Lopen in een rijdende trein kan helaas een slingerende en levensbedreigende
    gebeurtenis zijn, zeker als de trein onverwachts moet remmen.
    56. U ziet bijna nooit blije gezichten in de stations, op de perrons of in de treinen.
    57. In een dieseltrein kunt u stil komen te staan als de brandstof op is.
    58. Een jaartrajectkaart voor alle gezinsleden kost haast bijna net zoveel als een
    kleine middenklasser.
    59. Bacillen en ziektekiemen van allerlei aard hebben vrij spel in de coupés en op de
    volgepakte perrons.
    60. Kadans en hevige schommelingen maken schrijven en lezen in de trein vrijwel
    onmogelijk.
    61. De minister van Verkeer en Waterstaat gaat zelf ook veel liever met de auto.
    62. Rekeningrijden, files en verhoogde benzineprijzen wegen niet op tegen de vrijheid
    die u in uw auto heeft.
    63. Voorlichters van de NS zeggen meestal dat alles reuze meevalt terwijl vaak het
    tegendeel waar is.
    64. Een kaartje kopen bij de conducteur is duurder dan bij de kaartjesautomaat of het
    loket, mits deze er nog zijn.
    65. U moet meestal goed uitkijken dat dat u niet door rondrijdend materieel wordt
    aangereden op het perron.
    66. U loopt het risico dat uw geparkeerde fiets waarschijnlijk is vernield of gestolen
    bij uw terugkomst op het station.
    67. De rijwielstalling is meestal niet open tot de laatste trein vertrekt.
    68. De NS wil loketten gaan sluiten en wil in de toekomst alleen kaartjesautomaten
    en OV-chipkaartlezers inzetten (nota benen om de serviceverlenging te kunnen
    vergroten).
    69. Treinpersoneel weet bij storingen vaak zelf niet eens wat er aan de hand is.
    70. Bijna 600 keer per jaar moeten treinen stoppen omdat er een koe, een paard of
    een schaap op de rails staat.
    71. De gratis kranten Spits en Metro hebben de coupé in één grote oud-papierbak (en
    oud papier is, zo u weet, bijna niets meer waard) veranderd.
    72. De klantvriendelijkheid van overbelaste loketmedewerkers is vaak beneden alle
    peil.
    73. Er zijn nog steeds binnenvaartschippers die geen koers kunnen houden en het zo
    voor elkaar krijgen om een spoorbrug te rammen.
    74. Er lopen nog steeds idioten in Nederland rond die het leuk vinden om een trein te
    doen ontsporen door voorwerpen op de rails te deponeren.
    75. Na het gebruik van de toiletten in de trein valt uw ontlasting tussen de rails wat
    op de stations geen prettig gezicht is.
    76. Via de vaak krakende intercom kunt u net het omroepbericht niet verstaan.
    77. Er zijn reizigers die niet het fatsoen hebben om anderen het eerst uit te laten
    stappen.
    78. Er wordt altijd en eeuwig geklaagd door treinreizigers.
    79. Als u op weg bent naar een groot overstapstation kan uw trein soms daar niet in
    omdat de perrons (in de spits) nog door andere treinen zijn bezet.
    80. Het openbaar vervoer zoals bussen en taxi’s is, op zijn zachts gezegd, bij veel
    stations erg slecht geregeld of een complete chaos.
    81. Soms kunt u nergens in of buiten de stations schuilen voor slecht weer.
    82. Boemellijnen zijn meestal grotendeels enkelsporig zodat, als een boemeltrein
    vertraging heeft, uw trein op een station minuten lang moet wachten tot de
    vertraagde trein is gepasseerd.
    83. Sommige spoorbruggen zijn nog enkelsporig wat de doorstroom van de treinen
    belemmerd.
    84. Veel moderne stations zijn vaak koud, tochtig, vochtig en verschrikkelijk lelijk.
    85. Monumentale stations hebben vaak voor meer dan 50% a 75% een vrijwel
    gemoderniseerd interieur, ze lijken zo net meer op saaie theatergebouwen, worden
    ingesloten door veel grotere moderne en lelijke kantoorgebouwen en hebben meestal
    een spoorwegennet dat nog uit de 19de eeuw dateert.
    86. Kleinere stations hebben meestal geen stationsgebouw meer en ze zien er zo meer
    uit als een bushalte met verhoogde stoep, hebben hooguit een kaartjesautomaat,
    weinig verlichting en een slechte plek om te schuilen.
    87. In sommige steden kunt u op weg naar het station dit haast niet eens vinden door
    gebrek aan of slechte richtingaangevers of omdat dichte begroeiing van bomen dit
    aan het zicht onttrekt.
    88. Als u uw (vouw)fiets meeneemt naar de trein of daaruit kunt u deze haast de trap
    in het station niet op of af krijgen omdat deze trappen vaak geen fietsgleuf aan
    weerszijden bezitten.
    89. Liften en roltrappen in de stations zijn geregeld buiten werking door onderhoud
    of slechte weersomstandigheden.
    90. Vloeren in stations zijn bij sneeuw en zware regen meestal spekglad zodat u zo
    snel kunt uitglijden.
    91. Sommige grote stations zien er van binnen meer uit als een enorme supermarkt of
    een winkelstraat waar u snel de weg kwijtraakt.
    92. De ruimte buiten de stations is vaak enorm krap waardoor er meestal gevaarlijke
    verkeerssituaties kunnen ontstaan voor treinreigers e.a.
    93. Tijdens de spits is het zo reusachtig druk dat u bijna het risico loopt een trein te
    missen.
    94. Buiten de spits, vooral ’s avonds, zijn stations en perrons zo verlaten dat dit een
    zeer onveilig gevoel geeft als u op een (vertraagde) trein wacht..
    95. Treinen stoppen meestal vaak op grote overstapstations veel te ver van een
    voetgangerstunnel of -brug waardoor u supersnel moet teruglopen naar het
    station, aansluitingen mist of als een marathonloper moet gaan hardlopen om een
    trein te halen. Vaak is de trein niet eens te zien door de verre afstand en vooral als
    het perron ontzettend lang is.
    96. Stationsrestauraties zijn opgeheven door de enorme prijzen voor het eten daar
    vroeger bijvoorbeeld een kop soep 3,50 gulden kostte en daarna 3,50 euro zodat
    veel mensen dus de hoge prijzen niet meer wilden betalen.
    97. Stations trekken geregeld vandalen, zakkenrollers, zwervers, bedelaars, junks,
    opdringerige krantenverkopers en ander gespuis aan wat daar helemaal niet
    thuishoort.
    98. Soms wordt er opgeroepen dat een trein op een ander perron stopt dan u gewend
    bent en moet u zich weer haasten om bij het andere perron te komen en daarna
    wordt er weer opgeroepen dat het een vergissing is.
    99. Soms rijdt een trein veel te ver door op een overstapstation en mist zo de plek
    waar u op de trein wacht. U moet dan weer gaan hardlopen om de trein niet te
    missen en staan horden treinpassagiers met hetzelfde probleem u in de weg.
    100. Stations, zelfs de meest moderne, verpauperen enorm snel, worden zeer slecht
    onderhouden en ze kosten zo kapitalen aan renovaties (zeker als het gaat om
    vandalisme, urineren en graffiti) en als deze worden uitgevoerd geeft dat
    voor u weer enorme overlast.
    101. Als u in een intercity vanuit een station vertrekt kan deze vertraging oplopen
    daar soms een stoptrein of een goederentrein voorrang krijgt en deze zijn veel
    trager dan intercity’s.
    102. Vertragingen ontstaan ook daar er dwaze personen langs en op het spoor lopen
    die het gevaar van treinen onderschatten en machinisten zo schrik aanjagen.
    103. Als u wel op tijd in een overstapstation arriveert en aan de overkant van het
    perron uw aansluitende trein denkt te halen rijdt deze soms pal voor uw neus
    weg.
    104. Treinen vallen soms uit of lopen vertragingen op door weersomstandigheden
    zoals sneeuwbuien, ijzel, zware regenbuien, felle zomerhitte of blikseminslag
    maar ook door wissel-, sein, overweg- en computerstoringen, kapotte
    bovenleidingen of defecte spoorwegovergangen.

Laat een antwoord achter aan Jules Vismale Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *