Willemstreepjealexander


Willem-Alexander. Hij was jong toen ik jong was. Hij studeerde in Leiden. Wij, zijn generatiegenoten uit de culturele onderbuik van Amsterdam, vonden hem zo’n typische corpsbal. Hij datete met Emily Bremers, ook zo’n kleurloze corpsbal, getver. Je praatte er niet over. Hij was te min. Hij was dommig en dikkig, met zo’n flets aardappelgezicht. We schaamden ons voor hem. Beatrix, iedereen was hartstikke links dus tegen haar en wat ze voorstelde, maar ons schámen voor haar? Never. Ze was een dijk van een koningin. Daar kon je mee voor de dag komen. Hoe kon zo’n briljante persoonlijkheid zo’n debielig zoontje hebben geworpen? Lijken op zijn pa deed hij evenmin, die goeie ouwe Claus – God hebbe zijn ziel. Ook niet op zijn oma, die alomgeliefde Juul, of – Allah oeh ekber – zijn opa, die de boel aan alle kanten magistraal had weten te flessen.

Willem-Alexander sleet dus betrekkelijk onopgemerkt de dagen van zijn volwassenheid in wording. Tot hij op een mooie ochtend in de jaren nul terug kwam uit het verre buitenland met een vakantieliefde aan zijn arm. Die hij patsboem aan het volk presenteerde als zijn toekomstige vrouw. Onze monden vielen open van verbazing. Hoe. Kon. Dat. Een schoonheid! En slim! Gevat! Grappig! Maar ook blind en doof, dat kon niet anders. Toch hoorde wij haar out of the blue opmerken over iets wat haar aanstaande had gezegd: “Een beetje dom.” Ze wíst dus dat W.A. stupiede was! En toch trouwde ze met hem. Wij wisten niet meer of wij ons nog harder moesten schamen of dat wij eerbied moesten koesteren voor zijn meesterlijke schaken van de mooiste prinses van deze aardkloot.

Nu wordt deze prinses onze koningin. “Niet de ECHTE koningin” haast zich Willem-Alexander te benadrukken “niet koningin als in ‘Koningin Beatrix’, dat zeker niet. Want die is ook koning, en de koning, dat ben ik straks, niet Máxima. Die word dus koningin, maar geen koning. Gesnopen?”

De stakker.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

4 Reacties

  1. Ja maar wat is er nu eigenlijk aan de hand met die spaties en streepjes in de titels?

    Heeft ze dat echt gezegd “een beetje dom”? Link please!

    Voor Maxima was het waarschijnlijk een goede gelegenheid om uit die zooi in Zuid-Amerika vandaan te komen.

  2. Die vakantieliefde kwam waarschijnlijk niet helemaal uit de lucht vallen. Maxima groeide op in een Duitse omgeving met een dubieuze onstaansgrond en daar hebben de Oranjes wel iets mee. Mooi leesartikel.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *