Le Père Fouettard

Hoewel ik de oplossing van Molovich voor het Pietenprobleem ontzettend leuk vind kan ik me ook vinden in het niet meer schminken van Pieten, zoals de laatste week door sommigen is voorgesteld.

Wat jullie er ook van hebben gemaakt of willen maken, Zwarte Piet blijft voor mij een deviatie van ‘Le Père Fouettard’, de figuur uit mijn prilste kindertijd die onze Père Noël begeleidde. Het was een echte schoorsteenveger, een blanke, in zwarte werkkledij met een krap petje op, met een ladder op zijn rug. Hij was vies van het roet. Hij fungeerde als de good-cop-bad-cop-bad-cop van de Kerstman: hij strafte de kinderen die stout waren geweest.

Verder leek de Kerstman verbijsterend veel op Sinterklaas, maar dan ernstiger, statischer, archaïscher. Hij was lang en dun. Pas later in mijn jeugd is de joviale en kleurrijke Santa uit de VS bij ons populair geworden, met zijn skimuts, dikke wangen en dito pens. Toen verdween ook de Père Fouettard uit beeld en kwamen de reeën. Pas in de jaren negentig hoorde ik van de elfen die zogenaamd bij de Kerstman hoorden. Daar had ik in mijn kindertijd nooit van gehoord. De Kerstman en de Père Fouettard waren toen een stel, die in hun magistrale eenvoud gezamenlijk over de daken liepen om cadeaus in de schoorstenen te doen en ongehoorzame kinderen te straffen.

Ik ben er van overtuigd in die jaren zestig de laatste restjes van een eeuwenoude overlevering te hebben meegepikt, daar in de afzondering van de hoge bergen van Frankrijk. Dat beeld van die Sinterklaasachtige Kerstman is oud en vervaagd. Ik kan die alleen nog uitroepen door me te concentreren op mijn kleuterjaren, op de allereerste herinneringen die ik van de Kerstman heb, op mijn belevenis van het eerste Kerstfeest die is blijven hangen in mijn geheugen.

Ik kreeg trouwens een grote pluchebeer, die mijn trouwe maatje is geworden, het oor van mijn kinderlijke blijdschap en misère, het recipiënt van mijn tranen. Toen ik een jaar of 12 was beet één van mijn honden hem de ogen uit. Mijn oudtante heeft toen cosmetische chirurgie toegepast door een paar ogen uit textiel te fabriceren. Overal heeft hij mij vergezeld in mijn reizen door de wereld, vast geknoopt op de achterkant van mijn rode rugzak. Ik heb hem nog: het enige wat van die tijd is overgebleven, naast een herinnering aan een prehistorisch stel Kerstman en Père Fouettard.

Oud Zeikwijf
Beroepsbrokkenpiloot. Vloog nochtans op haar achtste reeds rakelings langs bergkammen om berggeitjes en bergmarmotjes te tellen. Is tot haar eigen verdriet gemodelleerd naar haar vader, een onbehouwen Italiaanse charmeur met een groot hoofd en een passie voor even belachelijke als tijdrovende hobby’s. Komt oorspronkelijk uit Frankrijk. Heeft in Japan gewoond. Woont sinds begin jaren ’80 in een boomhut op het Waterlooplein in ‘Magies Centrum Amsterdam’, van waaruit ze haar schrijfsels via rooksignalen aan de redactie doorseint. Ze schrijft ook voor AT5, Sargasso en voor Kutbinnenlanders. En op haar eigen stukje internet: oudzeikwijf.com.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *