-Mart, het tempo ligt vandaag weliswaar iets hoger dan gisteren, maar is toch ook weer niet zodanig dat je er over naar huis zou willen schrijven.
-Inderdaad, ik zou zeggen dat de snelheid ongeveer het midden houdt tussen die van gisteren en wat we normaal gesproken gewend zijn.
– Mart, misschien zijn we getuige van een historisch moment. Het moment, het schakelpunt, nee, het draaipunt, waarop de Tour ‘oude stijl’ overgaat in de Tour ‘nieuwe stijl’. Dat de Tour verder evolueert en dat je dan eerst raar zit te kijken zo van wat heb ik nu aan mijn fiets hangen, maar dat als je er eenmaal aan gewend bent dat je dan niet beter meer weet.
-Dat zou best wel eens zo kunnen zijn.
-Ja, want andere sporten zijn toch ook geëvolueerd? Neem nou het voetbal. Vroeger deden ze eigenlijk maar wat: de bal naar voren en hoog voor de pot en dan maar zien wat er van kwam. Dat leverde weliswaar veel kijkmomenten op die visueel aantrekkelijk waren om te zien, maar er kwam helemaal geen tactiek of strategie aan te pas. En als je nu nog eens zo’n oude wedstrijd in zwartwit terugziet, met Abe Lenstra bijvoorbeeld, dan oogt het visueel toch heel rommelig. Je bent er namelijk aan gewend geraakt dat men tegenwoordig veel zuiniger voetbalt dan toen, met allemaal tactiek en strategie, waardoor ze eerst nadenken voordat ze wat doen en niet als een kip zonder kop achter iedere bal aanrennen. Want dat kostte natuurlijk enorm veel energie die niet verzilverd werd.
-Momentje, ik moet je even onderbreken, want er gebeurde iets opmerkelijks in het peleton. Ja, dat miste jij dus net, maar de geletruidrager kwam zojuist even uit het zadel en krabde aan zijn achterste en we weten allemaal wat dàt kan betekenen.
-Mart.. je bedoelt toch niet.. je bedoelt toch niet.. Gerrie Kneteman in 1978?
-Ik bedoel wel degelijk Gerrie Kneteman in 1978. De Kneet. In ne-gen-tien-acht-en-ze-ven-tig.
-Allemachtig, laten we hopen dat dàt niet het geval is. Dat zou rampzalig zijn!
-Dat zou zeker niet plezierig zijn. Maar het hoeft natuurlijk niet zo te zijn, ook al heeft het er alle schijn van. Het zou uiteraard ook niets te betekenen kunnen hebben en dat we vals alarm slaan en er verder niets gebeurt dat aan De Kneet in 1978 doet denken. Dat er iets anders gebeurt. Of in het geheel niets.
-Ja Mart, dat zou òòk kunnen. Nou, laten we daar dan maar van uit gaan en de zaak zo positief mogelijk bekijken. Want er is tenslotte al genoeg ellende op de wereld.
-Zo is het. Maar hoe zat dat nou met dat historische moment?
-Ja, nou, waar ik heen wilde is dat die wielrenners nu misschien binnen hun sport als zodanig ook geëvolueerd zijn in de zin dat ze inzien dat ze beter hun krachten op dìe plek kunnen aanwenden waar de kans op verzilvering het grootst is. Dus vlak voor de finish. De finish! Moet je mìj horen, Mart. Hahaha.. Ik bedoel natuurlijk de meet.
-De Kneet komt aan de meet!
-Nou, in 1978 dus niet.
-Nee, dat was geen best jaar voor hem in dat opzicht. Dat weten we allemaal.
-Zeg dat wel. Maar om even op dat energiebesparende wielrennen terug te komen, je kunt je krachten dus het beste bewaren voor de laatste kilometer want dan komt het er pas echt op aan. Zo’n hele etappe is toch eigenlijk alleen maar een aanloop naar die laatste kilometer want daar worden de prijzen verdeeld en valt de beslissing en worden de knapen van de mannen gescheiden. Pas aan de meet blijkt wie door mag naar de volgende ronde en wie te klein is voor het tafellaken.
-Ja, maar dan kunnen ze net zo goed alle etappes inkorten tot een lengte van 1 kilometer. En dan heeft er nooit meer een renner dikke benen van alle zure pap die erin zit terwijl achterop de man met de hamer meelift.
-En tòch denk ik dat we dat nooit mee gaan maken. Want dan zou de Tour de Tour niet meer zijn.
-Dan zou de Tour de Tour inderdaad niet meer zijn. En ik ben er van overtuigd dat de Tour altijd de Tour zal blijven, wat er ook gebeurt. Want de Tour wàs de Tour, de Tour ìs de Tour, en de Tour zal altijd de Tour zìjn.
– En de Tour zal altijd de Tour blìjven.
– En de Tour zal altijd de Tour blìjven.
-Krabde hij nu net wèèr aan zijn kont?
-Nee, hij pakte een boterham uit z’n achterzak.
-Die waren volgens mij vroeger groter, die boterhammen.
-Dat zou natuurlijk goed passen bij het energiebesparende wielrennen.
-Zou die Al Gore eigenlijk van wielrennen houden?
Mooie demarrage, onbekende renner die Spencer Brandsen..
Ken jij hem Michael..?
Lid van het Vacance Nurks team..waterdrager..
draait hier wel een 76/15 rond..op de Mont Brie notabene….groot verzet.. maar houdt ie dat tot aan de top..ja pakt de punten voor de bolletjestrui nu nog een lange afdaling naar finish van z’n stukje, knap bochtenwerk..
En ja ja ja.. shirtje dicht..daar is ie.. Brandsen is de naam onthoudt u dat..
Knappe satire op onze eindeloze lullekoek..chapeau..!
de geletruidrager kwam zojuist even uit het zadel en krabde aan zijn achterste en we weten allemaal wat dàt kan betekenen. ja, hoe zit dat nou, die vroeger zo beruchte DERDE BAL, daar heeft nou geen enkele renner meer last van?
Medio september verschijnt ‘De teloorgang van de derde bal’ van Mart Smeets bij uitgeverij Mon Chou.