De moestuin (2)

Het zijn meest oudere echtparen met hetzelfde regenjack, een Goede Doelen-glimlach en zo’n klein wit  ADHD-keffertje dat onbeheerst voor ze uitholt… Als ze mijn tuintje passeren en me al wiedend in de weer zien, zetten ze meteen hun beste ecologische beentje voor: ‘Ja, u noemt het nou  het wel onkruid, maar het zijn ook maar gewoon plantjes hoor, met een eigen functie in de natuur…’

Gewoon plántjes. De eerstvolgende wijsneus die vanaf het ruiterpad  zijn milieuvriendelijke prietpraat over mij uitstrooit  krijgt een kluit zeeklei naar zijn hoofd. Onkruid is het, groene smurrie en mijn missie luidt: Destroy! De oorlog die een maand geleden met kleine schermutselingen een aanvang nam, is nu, midden mei, in volle hevigheid losgebarsten. Het foute groen explodeert en groeit drie keer zo snel als mijn zorgvuldig opgekweekte groentetjes. Brandnetel, paardenbloem, dovenetel, braam, slingerprut, berrie berrie of hoe het zooitje ongeregeld ook mag heten, ik heb mijn kont nog niet gekeerd of het heeft alweer gewoekerd, gebloeid en kleintjes gebaard. Groenpubers zijn het, met lak aan de gevestigde orde van pluksla, lente-ui en snijbiet. Ze pesten de prinsessenboontjes, attaqueren mijn andijvie en terroriseren de jonge worteltjes.. Als tuincoach schoffel ik me een hernia om het tuig  in het gareel te houden.

Ik had me ook gewoon bij de makkelijke moestuinbakken moeten houden, overzichtelijk en onderhoudsvriendelijk. Maar ja, teveel gezaaid, niks weg kunnen gooien en dus een extra akkertje gespit. Rijtje van dit, rijtje van dat. En daar komen nu ’s nachts de slakken snacken. ‘Wat wil jij Harrie… eikenblad of rucola… en moeder nog een spruitkooltje’? Tegen de ochtend vertrekken ze al boerend weet ik waar naartoe en is er buiten de slijmsporen niemand meer te ontdekken die ik de nek om kan draaien.

En binnenkort worden de aardbeien rijp, daar moeten netten overheen tegen die schattige meesjes, daarna verwachten we de aankomst van wortel -en preivlieg, de bladluisbrigade is ook al onderweg en as we speak worden mijn  jonge broccolietjes in de koudste lente sinds 1958 aan gort gehageld.

Maar gisteren hebben we de eerste krop sla uit eigen tuin gegeten. En? Gewéldig… in één woord!

2 Reacties

  1. Geweldig stukje, daar kan niks van af, ik moet altijd al zo lachen om zulke agrarische dingen. Maar je zult vooral ná het oogsten nog werk krijgen: je hele tuin tot op minstens een halve meter omspitten. Want als je dat niet doet, zit je het volgende jaar met nog meer onkruid.
    Het ongedierte, daar spreek ik nog niet over. Het ongedierte is een plaag, waartegen slechts een constante aanwezigheid een zekere waarborg kan verschaffen, maar garanties kan ik u ook niet geven.

Laat een antwoord achter aan Rigo Reus Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *