Of de Sint Jobs School van Maurice de Hond een succes wordt weet ik niet. Dat de Sint Jozefschool (*) heeft afgedaan weet ik wel. Uitgestapt uit het Nederlandse systeem, zie ik waarom het Nederlandse basisonderwijs niet aansluit bij welk kind dan ook. In een klas met 30 kinderen worden de slimmeriken zoet gehouden met wat extra werk, de minder begenadigden krijgen niet de begeleiding die ze nodig hebben en de gemiddelde leerling stampt z’n hoofd vol met feiten zonder verbanden te zien, alleen maar om een zo hoog mogelijke cito score te halen en daardoor een VMBO advies te ontlopen. Ik weet dat het zo is, omdat ik zes jaar lang als betrokken moeder heb meegedraaid in het Nederlandse basisonderwijs. Ik weet ook dat het zo is, omdat al mijn vrienden deze schets herkennen. Nooit zei er één tegen me: “Nou zeg, ik ken een school waar het er heel anders aan toe gaat”.
Nou zeg, ik ken dus wèl een school waar het er heel anders aan toe gaat. Een school waarin een kind niet gezien wordt als een ‘file’ die gevuld dient te worden, maar als een individu dat de kans moet krijgen zich optimaal te ontwikkelen, door vragen te stellen, te experimenteren en fouten te maken. Onder begeleiding van goede, en ja dus hòòg opgeleide, gemotiveerde leerkrachten, gaat het kind zelf op zoek naar antwoorden, in kleinere klassen dan we in Nederland gewend zijn en met gebruikmaking van alle technologische middelen denkbaar. Mijn kinderen zitten op een internationale IB school. Het gaat wat ver om de gedachte achter het IB programma hier helemaal uit de doeken te doen. Dat doet het IB zelf veel beter.
Natuurlijk zijn er op hun school boeken. En schriften ook. Er wordt gewoon gelezen en geschreven. Dat zal op de iPad school van Maurice de Hond niet anders zijn. Zelfs Steve Jobs had een handschrift en zijn biografie verscheen ook nog gewoon in print. Maar dat technologie een grotere rol kan spelen in het aanbieden van onderwijs op maat is waar. Ik neem aan dat De Hond wel zo veel zicht heeft op de IT mogelijkheden, dat hij bij uitstek in staat zal zijn dit materiaal te vinden en te implementeren op de school.
Of de Steve Jobs School al dan niet slaagt, zal dan ook niet afhankelijk zijn van de techniek, maar van de kwaliteit van het onderwijsconcept, het opleidingsniveau en de motivatie van de leerkrachten. Degelijkheid is niet tegenstrijdig met vernieuwing, het is een voorwaarde om de school tot een succes te maken. De dramatische ervaringen opgedaan met de Iederwijs experimentele scholen hebben dat bewezen: ‘vernieuwend’ is niet te verwarren met ‘doe-maar-wat-je-zelf-leuk-vindt onderwijs’. Zonder deugdelijk onderwijsconcept en goed opgeleide leerkrachten blijken kinderen niet in staat zelf vorm te geven aan hun leren. Hoe meer initiatief bij kinderen gelegd wordt, des te belangrijker is de kwaliteit van de leerkracht. Als De Hond dat niet verankert in de Steve Jobs School, zal deze niet meer zijn dan een school waarin boeken en lesmateriaal worden vervangen door een iPad. De iPad als gimmick.
Dat zou een ongelofelijk gemiste kans zijn. Als Maurice de Hond echt op zoek is naar een nieuwe manier van leren voor zijn dochter en haar leeftijdsgenoten, doet hij er slim aan om contact te leggen met het IB. Hun PYP (basisschool) programma zou wel eens veel aanknopingspunten kunnen bieden voor de Steve Jobs School. Daarnaast zal hij op zoek moeten naar een financieringsmodel dat het mogelijk maakt om de klassen te verkleinen. Met dertig of meer kinderen in één klas, is het zelfs voor de hoogst opgeleide en gemotiveerde leerkracht niet mogelijk vorm te geven aan onderwijs op maat. In welke vorm dan ook, met of zonder iPad.
Ik gun Maurice de Hond zijn succes, maar meer nog gun ik alle kinderen een schoolsysteem dat lijkt op hetgeen waar mijn kinderen nu in zitten. Bijkomend voordeel is dat ik me dan ook niet meer zo vaak hoef in te houden, als mensen vragen naar mijn ervaringen met het IB programma. Ik ben zó tevreden, dat ik wel een zendeling lijk. Hoewel niemand het zegt, zie ik dat mijn enthousiasme begrijpelijkerwijs soms tot ergernis leidt bij vrienden. Iets wat de volgelingen van de Profeet Jobs wel herkennen denk ik.
—
(* Voor de Sint Jozefschool is de naam van elke willekeurige basisschool in Nederland in te vullen.)
Dit stukje lijkt mij heel boeiend voor mensen die geïnteresseerd zijn in scholen.
Het valt dus op. Ik schrijf doelgroep gericht. Dit stukje was inderdaad bedoeld voor mensen die geïnteresseerd zijn in scholen.
Die IB-school, is dat misschien zo’n hele dure school voor kinderen van rijke ouders?
Dat kan wel, dan is het een privé school. Meestal zijn dat overigens internationale scholen waar driekwart van de plaatsen bedrijfsplaatsen zijn. Maar je hebt ook publieke en (semi) publieke IB scholen. Het kan dus ook zonder kapitalen.
Ik druk altijd te vroeg op send. Dus nog even een vervolg op bovenstaande. Het gaat mij om de IB aanpak, die gun ik elk kind. En dat heeft naar mijn idee veel meer te doen met ambitie dan met geld. Het is een andere manier van naar kinderen en onderwijs kijken. Het zou zo fijn zijn als dat eens wat breder opgepakt zou worden in Nederland, bijvoorbeeld door De Hond. Zodat er veel meer publieke IB scholen zouden kunnen komen. Overigens heb ik niet het idee dat De Hond Nurks leest, hetgeen dan wel weer jammer is.
Ik heb geen kinderen, dat is jammer, maar zo is het nu eenmaal. Maar ik zou mijn kinderen het liefst zelf onderwezen hebben. Vanaf hun vijfde of zesde jaar tot en met hun twaalfde lijkt het me tamelijk makkelijk: ze moeten leren tellen. Ze moeten wat van het Nederlands leren. Wat aardrijkskunde, wat geschiedenis, enz. Dat kan iedereen ze leren, dus dat kan ikzelf ook. Ik zou ze vooral leren lezen: daar krijg je nu eenmaal het grootste vocabulaire van. De beste humor ook. Als mijn kinderen twaalf waren geworden, zouden ze precies geweten hebben waar Karaganda ligt en met welke winden je daar rekening moet houden ’s zomers en ’s winters.
Ik zou natuurlijk ’s ochtends beginnen met de krant te lezen. Dan valt ze na 100 dagen wel op: er is élke dag in Nederland een bedrijfsbrand! Maar dat is toch zonde!, zeggen ze. Ik zeg dan: daar zijn die bedrijven voor verzekerd. Ja maar!!! roepen ze. Dat is niet eerlijk! Nee, kinderen, het is niet eerlijk, maar zo gaat het in ondernemersland.
Ik ga ze dus vandaag nog leren waar Karaganda ligt en met welke winden je daar rekening moet houden.
In een groot Tina-boek uit 1979 (met daarin gebundelde Tina-strips) trof ik ooit een strip aan, genaamd, ‘Een spionne op school.’ Hierin verbleven een heel stel meisjes in schooluniformen op de kostschool ‘Welgelegen’ en de twee hoofdpersonen Ans en Els kwamen er puur toevallig achter dat de vader van vier nieuwe meiden: Dorrit, Marianne, Betty en Fraukje, een van zijn dochters naar de kostschool had gestuurd om daar te komen spioneren!
Inderdaad gebeurden daar heel wat sabotage-acties en Ans en Els konden niet achter de dader komen daar zij hierin nogal werden tegengewerkt door de strenge lerares juffrouw Koops. Fraukje, een eigenwijs en slim meisje, leek echter al een vermoeden te hebben dat niet de nieuwe meisjes maar een heel ander persoon ‘Welgelegen’ belaagde met het doel deze school daar weg te krijgen!
Toen werd Fraukje door de saboteurs ontvoerd en Ans en Els ontdekten opeens dat de spionne niemand anders was juffrouw Koops zelf! zij probeerde namelijk, met hulp van haar broer, de kostschool te laten verdwijnen zodat haar stiefvader een nieuwe en moderne school daarvoor zou terugplaatsen waar zij de directrice van zou worden!
Gelukkig wist de schooldirectrice, mevrouw Stok, dit te verhinderen en werden de beide saboteurs door de politie gearresteerd waarmee ‘Welgelegen’ was gered!