Op zijn kamertje staart de kleine Horst naar het plafond. Naast hem op het bed ligt een dik boek uit de bibliotheek met de titel ‘HET HEELAL ONTRAADSELD’. De kleine Horst heeft het net uit en is aan het bijkomen van de inhoud. Want hij is danig onder de indruk geraakt van de ontelbare sterren en planeten en de onvoorstelbare grootte van het universum. Die afstanden! Triljoenen en triljarden kilometers zou je door het heelal kunnen vliegen zonder ergens tegenaan te botsen. Het deed hem denken aan een atoom, want daarover had hij eens gelezen dat het voor minstens 99,99999 procent uit lege ruimte bestond. Een gigantische hoeveelheid niets. Hij had zich toen afgevraagd hoe het mogelijk was dat je dan niet overal dwars doorheen keek, maar in welke bochten hij z’n hersens ook wrong, hij was er niet uit gekomen. Het heelal bleek nu precies even leeg te zijn. En koud dat het er was! Daarmee vergeleken kon je de Noordpool gerust een tropisch oord noemen. Horst huiverde bij de gedachte aan zoveel kou, een rilling trok over zijn ruggegraat. En het was vlakbij, want eigenlijk begon de ruimte al buiten de huisdeur. Gelukkig was hij hier in z’n kamertje veilig, de muren waren dik genoeg. Hoewel, je wist het niet. En toen dacht hij ineens aan de ramen en huiverde. Want het glas kon nooit meer dan een paar millimeter dik zijn en dat kwam hem voor het eerst in z’n leven hoogst ontoereikend voor. Hij draaide zich op z’n zij, met de rug naar de muur, en sloeg het boek open. Na enig heen en weer bladeren vond hij wat hij zocht, het hoofdstuk over de planemo’s. Want hoe ontzagwekkend hij alle rondcirkelende ruimteobjecten ook vond, één planetensoort had zich een speciaal plekje in z’n hart verworven: de planemo’s. Gewoonlijk cirkelden planeten in gezelschap van soortgenoten rond een kern, vaak een ster die warmte afgaf, zoals de aarde samen met onder andere Mars en Venus om de zon draaide, maar bij planemo’s lag dat anders. Zij draaiden niet om een zon en hadden geen familie. Nee, moederziel alleen reisden ze in bittere kou door het heelal, doelloos en totaal verlaten, want door bepaalde gebeurtenissen waren ze buiten het bereik van de aantrekkingskracht van hun familie gestoten en voor eeuwig verloren geraakt. Toen de kleine Horst dat las had hij z’n ogen vochtig voelen worden, hoewel hij niet helemaal begreep waarom. Maar dat is toch verschrikkelijk oneerlijk, dacht hij, hoe kon zoiets mogelijk zijn? Een oom die een paar keer per jaar koffie kwam drinken en behalve huisschilder ook een getuige van Jehova was, had hij meerdere malen horen vertellen dat God het universum had gemaakt en dat het volkomen perfect was, precies zoals het zou moeten zijn. Dat beeld was hem vanwege het geruststellende karakter wel bevallen, maar lag nu geheel in gruzelementen vanwege de planemo’s. Want hoe had God kunnen willen dat er planeten zouden zijn die gedoemd waren voor altijd zo eenzaam door de kille duisternis te suizen? Daar klopte toch iets niet, wat was dat voor een God die dat op z’n geweten wilde hebben? Als je er goed over nadacht moest God toch eigenlijk wel een enorme kl… Op dat moment wordt hij in z’n overpeinzingen gestoord door z’n moeder die hem roept voor het avondeten.
Aaaah…
Dit verhaal van de kleine Horst, die in sterren en planeten is geïnteresseerd, doet mij sterk denken aan de tekenfilm over Casper, het vriendelijke spookje – A Visit From Mars (1963) waarin een klein jongetje op Mars schijnbaar ook veel interesse had in andere planeten en daar helaas een grote puinhoop zou veroorzaken!
Casper en het boze spokentrio, drie spoken die het juist leuk vinden om mensen bang te maken en een soort haat/liefdeverhouding met hem hebben, leven op een dag vredig in hun spookhuis totdat Casper in de lucht een vliegende schotel ziet naderen.
De rust wordt bij hun erg wreed verstoord als de vliegende schotel met een geweldige klap hun huis invliegt en de spoken zich afvragen wie deze bestuurd! Dan gaat het luik open en verschijnt er opeens een hoofd met blond haar dat erg boos en wantrouwend rondkijkt waarna de complete eigenaar hiervan verschijnt: een klein blond Marsmannetje met een rood Marskostuum aan.
De drie spoken schrikken nogal van de manier waarop het ventje hen wil bevelen om hem naar hun leider (?) te brengen en ze slaan dan op de vlucht. Casper blijft echter achter en hij probeert dan met de grootste moeite het vertrouwen van het mannetje, Marty genaamd, te winnen ofschoon deze erg brutaal en verwaand overkomt en nog niet eens echt in spoken geloofd.
Hij wil graag Casper als gids hebben om hem op de Aarde rond te leiden en deze gaat daarmee akkoord. Helaas kan Marty alleen NIET door muren heen vliegen, botst hij er tegenaan en gedraagt hij zich dan ook als een echte huilebalk die spoken maar gemeen vind!
Niettemin vliegen ze beiden alsnog weg en Marty blijkt inderdaad niet veel verstand te hebben van de Aarde. Want wat Casper op zijn beurt NIET weet is dat Marty eigenlijk een stout Marsjongetje is die gewoon op school moest zitten maar hij blijkbaar ook graag andere planeten wilde ontdekken zoals de Aarde.
Marty was namelijk op de bewuste dag op het dwaze idee gekomen om zelf naar de Aarde toe te vliegen maar daarvoor spijbelde hij van school, had hij de vliegende schotel geleend (?) en was hij zonder toestemming (of tegen het verbod in) naar de Aarde getrokken om de aardbewoners en de wereld zo te leren kennen.
Wat Marty echter NIET voorzag, en wat Casper wel doorkreeg, was dat de diefstal van de vliegende schotel alsnog op Mars werd ontdekt en dat de Marsmannen thans de Aarde verdachten van de diefstal. Via een bericht, dat binnenkwam uit de zendantenne op Marty’s hoofd, dreigde de bevelhebber van Mars dan ook met een ruimteoorlog als de vliegende schotel niet meteen werd teruggegeven aan Mars!
Casper en Marty beseften meteen dat een ruimteoorlog alsnog moest worden voorkomen en ze probeerden de schotel terug te brengen naar Mars maar ze konden alleen niet verhinderen dat een hele vloot vliegende schotels alsnog kwamen aanvliegen! Vanuit een legerbasis werden twee raketten op de vloot afgeschoten waarna Casper en Marty dezen echter weglokten van de vliegende schotels zonder schade aan te richten.
Hierna vlogen Casper en Marty naar de grootste vliegende schotel waar ze op landden en verscheen er uit het luik een lange Marsman die de bevelhebber was van de vloot en tevens de vader was van Marty! Blijkbaar was Marty nog nooit streng opgevoed door zijn vader omdat hij vol blijdschap in diens armen sprong en daarmee niet doorhad dat Marty zichzelf hiermee wel ontmaskerde als spijbelaar van school, dief van de vliegende schotel, illegale ruimtereiziger en de (onbedoelde ) veroorzaker van de ruimteoorlog!
Op zijn beurt was zijn vader eveneens blij terwijl hij zich op zijn beurt niet afvroeg wat zijn domme zoontje nou precies deed in de vliegende schotel. Toen Marty echter vertelde dat Casper hem had gered van de oorlog en hem aanwees als een spook schrok zijn vader hier zo erg van dat hij samen met Marty (deze verloor toen hierbij alleen wel ongemerkt zijn zendantenne) in de grote schotel verdween en terugvlogen naar Mars!
Casper bleef echter in de lucht zweven en hij vond de Marsmannetjes erg raar maar hij vermoedde zelfs niet dat hiermee de ruimteoorlog nog niet helemaal was afgelopen, zelfs niet toen alle vliegende schotels waren verdwenen! Want opeens kreeg Casper de verloren zendantenne van Marty in handen waarna hij een gesprek tussen Marty en zijn vader hoorde dat al op zijn einde liep.
En het was hierna niet erg moeilijk voor Casper om te raden dat Marty’s vader er eindelijk was achtergekomen dat zijn stoute bengel deze hele ruimteoorlog had veroorzaakt met zijn gespijbeld, het “lenen” van de vliegende schotel en zijn verboden uitstapje naar de Aarde waar Marty blijkbaar veel over had willen leren. Marty zou niettemin op een hele andere manier gaan leren dat zijn gedrag niet bepaald in goede aarde zou vallen bij zijn vader die hem blijkbaar ook veel te soft had opgevoed!
Marty’s vader, een lange man met een vriendelijk gezicht, was nou opeens razend geworden op zijn zoontje en vond dat diens kwajongensstreken beslist niet ongestraft mochten blijven omdat de vader anders vreesde dat Marty dit alles weer opnieuw zou gaan proberen!
En daarna hoorde Casper opeens Marty keihard gillen, jammeren en huilen in combinatie met een heel hard kletsend geluid dat zich tientallen keren herhaalde! Marty was namelijk door zijn boze vader over de knie genomen en de laatste ontketende in het ruimteschip een nieuwe ruimteoorlog maar dan wel achterop Marty’s rode broek! De vader luisterde zelfs niet meer naar het gehuil van zijn zoontje die hij op een stevige portie billenkoek trakteerde en dat was dan ook Marty’s verdiende loon!
Casper moest er niettemin wel om lachen daar de oliedomme Marty met zijn illegale ruimte-uitstapje (waarmee hij de Aarde en de ruimte had willen ontdekken) alleen maar zichzelf en anderen een hoop ellende had toegebracht en het was dan ook voor Marty een gigantische pechdag omdat hij nou een flink pak voor zijn broek kreeg als straf voor zijn ondeugende streken!
Jij moet een goed geheugen hebben. De film ken ik overigens niet.
Ik leerde deze tekenfilm over Casper ook pas kennen rond 2004 toen ik nog in Arnhem woonde. En eigenlijk vond ik het ook erg jammer dat toen hier niet in werd vertoond hoe Marty van zijn vader een flink pak voor zijn broek kreeg ofschoon ik dit beslist NOOIT leuk had gevonden als Marty niets aan zou hebben gehad!