Brief aan Arnon Grunberg

Afgelopen dinsdag was de documentaire Arnon Grunberg: Heb je nog steeds vrienden? te zien op de Nederlandse kijkbuis. Een zeer kijkenswaardige film die een zeer aardig inkijkje bood in de mens Grunberg. Wellicht schrijf ik er later nog wat meer over. Het deed me denken aan een brief die ik op 2 januari 2008 aan Grunberg schreef naar aanleiding van diens brievenboek Omdat ik u begeer. Die ik met uw welnemen hier herplaats.

Amsterdam, 2 januari 2008

Waarde Arnon Grunberg,

Vorige week heb ik, in de trein van Berlijn naar Amsterdam, Omdat ik u begeer uitgelezen. Het leek mij gepast u via deze weg te bedanken voor uw pogingen mij te genezen. Ze waren tevergeefs, maar daar gaat het niet om.

Helaas stond de brief die mij van alle het meest was bijgebleven er niet in. ‘Omdat ik u begeer’ is een selectie van uw open brieven aan bekende en onbekende, levende en dode mensen in Humo tot februari 2007, de brief waar ik op doel schreef u later van dat jaar. Ergens in de zomer, het was zeer heet toen ik ‘m las.

De brief was gericht aan een voetballer. Een vlaamse voetballer, meen ik mij te herinneren. Of een in Vlaanderen spelende voetballer van Braziliaanse komaf. U sprak daarin over kwetsbaarheid, en hoe u dat probeert te vermijden. De vrouwen in uw leven mogen niet te dichtbij komen, anders verliest u uw onaantastbaarheid.

Ergens in ‘Omdat ik u begeer’ las ik dat u Heat tot uw lievelingsfilms rekent. Robert de Niro laat daarin zien hoe gevaarlijk het is je te hechten aan iemand. Je moet op elk moment iedereen in de steek kunnen laten. Dat hij aan het eind iets te lang aarzelt, zich net een beetje te moeilijk los kan maken, betekent zijn ondergang.

Ikzelf heb mij aan iemand gehecht van wie ik me nooit meer wil losmaken. Moest ik vluchten, dan zou zij mee moeten. Mocht zij mijn vlucht vertragen, en mocht dit mijn ondergang worden, dan is dat maar zo. Haar moeten achterlaten, zou onverteerbaar zijn.

Ik heb de indruk, en vertel het me als ik ernaast zit, dat u mij wilt genezen van dit idee. Van de illusie die eeuwige liefde heet. Dat het niet meer dan een romantisch hersenspinsel is waarvoor ik mijn onaantastbaarheid opgeef.

Dat mag dan wel zo zijn, ik merk allen dat mijn toegenomen kwetsbaarheid een meerwaarde aan mijn leven geeft. Ik denk dat het van belang is om mensen in je omgeving te hebben die de kans op werkelijke pijn (the PAIN om met uw vriend Jacko te spreken – p.250) vergroten. Door pijn te vermijden, vergroot je de kans op geluk niet. Je vergroot hooguit de kans op verlichting, maar wie zit daar nu op te wachten? Daarnaast: wie onaantastbaar is, lijdt niet automatisch een pijnloos leven. Niet dat ik denk dat u het leven pijnloos wilt leven. Integendeel. U bent een handelsreiziger in pijn, het is uw brood.

Nu heb ook ik m’n portie pijn gekend, dankzij een langdurig knagen van de eenzaamheid. Heel erg pijn heeft het nooit gedaan. Het was meer een zeurende pijn. Vaak vergat ik het zelfs, maar het kwam altijd terug. De enige manier om van dat zeurende gevoel af te komen, bleek mijn onaantastbaarheid op te geven. Een onaantastbaarheid die overigens geen enkele waarde voor mij had. Ik ben niet sterk genoeg om onaantastbaar te zijn. Een man als ik heeft weinig aan onaantastbaarheid. Aan mij is het verspild. De enige reden dat ik ‘m nooit eerder had opgegeven was angst. De angst om erachter te komen dat het leven echt niks te bieden heeft.

Of schaamte, misschien had het meer met schaamte te maken. Zolang je niks doet, hoef je je niet te schamen voor eventuele mislukkingen. Het blijft dan bij één mislukking, die van het verspilde leven. En die hoef je alleen maar te delen met je spiegelbeeld. U lijkt me ook iemand met een overontwikkeld schaamtegevoel. Maar in plaats van de schaamte te vermijden, zoekt u het op, buit u het uit. Voor uw werk. Om ons te genezen. De vraag is alleen: door wie moet u worden genezen?

In Scarface, ook een van uw favoriete films geloof ik, barst Tony Montana midden in een druk bezocht restaurant uit in een tirade die erop neer komt dat mensen een monster zoals hij nodig hebben om zichzelf goed te voelen. Ik ken aardig wat mensen die een hekel aan u hebben, die een afgrijzen niet kunnen onderdrukken als ze uw verschijning zien. Die zelfs boos op mij worden wanneer ik me waarderend over u uitlaat. Andere mensen zien in u dan weer hun verloren knuffelbeer. Dat kan ik me nog herinneren van Hanneke Groenteman die u ergens in de jaren ’90 kwam opzoeken. Zij dacht u wel even dood te kunnen knuffelen daar in het kille New York. Maar u liet zich niet knuffelen. Tot haar grote ontgoocheling. Geen wonder dat Wim T. Schippers haar zo makkelijk kon laten huilen, zoals ik in uw brief aan hem las (p.109). Door NRC werd u onlangs zelfs knuffelintellectueel genoemd.

Scarface leert ons verder dat het leven maakbaar is, dat alles mogelijk is, maar dat de ondergang versneld komt wanneer je teveel van je eigen waar snoept. U snoept toch niet te veel van uw eigen waar? Dat is niet gezond.

Maar nogmaals: bedankt voor uw pogingen mij te genezen. Ik blijf echter liever ziek, zodat ik naar uw snijtafel kan blijven terugkeren. Een goed Nieuwjaar voor u en uw naasten.

Met warme groet,

Uw patiënt,

Max Molovich

Molovich
Erkend miskend genie. Motto: succes is voor losers.

7 Reacties

  1. Beste Max,
    Leuk dat ik door de uitzending documentaire ‘Arnon Grunberg: Heb je nog steeds vrienden?’ jouw brief aan Grunberg te lezen krijg. Een aantal RTs van jouw tweet over die brief wekte mijn nieuwsgierigheid toen ik op Grunberg in Twitter zocht.
    Bijzonder idee om hem ook een brief te schrijven. Hij lijkt mij heel goed gelukt. Ooit een antwoord van hem ontvangen?
    Ik heb pas twee jaar geleden Grunberg echt ontdekt en ben een fan geworden. Ruim een jaar geleden heb ik ‘Omdat ik u begeer’ gelezen en er erg van genoten.
    Het verbaasd mij dat ik geen enkele keer een intentie van Grunberg bespeurde dat hij iemand (buiten enkele geadresseerde) wilde genezen met het schrijven van zijn brieven. Hij schreef ze hooguit als een vorm van zelfgenezing, voor zover hij daar überhaupt naar streeft.
    Wel herken ik – uit interviews, publieke optredens en zijn romans – is zijn steven naar ‘onaantastbaarheid’, het niet willen of kunnen hechten aan andere mensen.
    Maar in plaats van een milde poging hem te genezen dan wel te overtuigen dat hij zich tekort doet door die onaantastbaarheid na te streven zou ik willen aanraden hem gewoon te accepteren zoals hij is. Er zijn mensen die zich (sterk) hechten aan andere mensen en mensen (een minderheid) die dat niet doen (in dat geval wel aan dingen/zaken). Beiden kunnen zeer goed functioneren in onze maatschappij en er ook gelukkig mee zijn. De stereotype ‘nerds’ hechten zich zelden echt aan mensen, maar bieden de maatschappij vaak hele belangrijke en soms onmisbare zaken.
    Helaas is de zogenaamde ‘Attachment theory’ – waar zelfs een Nederlandse Nobelprijs winnaar (Nikolaas Tinbergen) grote invloed op heeft gehad – niet wijdverspreid bekend, maar het biedt een duidelijke verklaring of hypothese voor Grunbergs grondhouding naar de mensen die hem omgeven. Op Wikipedia – http://en.wikipedia.org/wiki/Attachment_theory – staat een goede uitleg over de ‘Attachment theory’ welke je mogelijk interessant vindt.
    Wij als lezers van zijn werk hebben waarschijnlijk een groot voordeel bij zijn steven naar ‘onaantastbaarheid’; het maakt hem ongekend productief, wat ons extra genot bezorgd.
    Ben benieuwd naar je reactie.
    Peter
    @petervdakker

    1. Ik weet niet meer waar ik precies het idee vandaan heb dat Arnon Grunberg mij wil genezen. Volgens mij uit zijn Sasja-column in de VPRO-gids, waarin hij zich wel eens de Mensendokter heeft genoemd. Maar helemaal zeker, weet ik het niet. Ik schrijf ook: “Ik heb de indruk, en vertel het me als ik ernaast zit, dat u mij wilt genezen van dit idee. Van de illusie die eeuwige liefde heet.” Grunberg heeft nooit geantwoord. (Ik had het hem ook niet toegestuurd, net zoals hij zijn brieven die hij in Humo publiceert ook nooit toestuurt. Het zijn open brieven. Hier kun je overigens de eerste plaatsing van mijn brief lezen: http://www.panzerfaust.org/?p=4586

      Ik accepteer Grunberg wel zoals hij is. En ik blijf het een zeer goed schrijver vinden. Maar zijn wereld- en mensbeeld gaat mij soms vervelen. Het is me iets te kil.

  2. Een prachtige brief waarin je het ‘raadsel’Grunberg en je eigen kwetsbaarheid ontsluiert. Het is niet zijn stilistisch vermogen maar zijn wereldbeeld en de psychologie die hij zijn karakters toebedeelt die mij tegenstaat.
    De ijzige wind die opsteekt in Huid en Haar.
    Het autisme van de hoofdpersoon in de Asielzoeker.
    Knap, maar hij hamert wel voortdurend met dezelfde hamer op hetzelfde aambeeld.

    Maar ja, toch uitgelezen en toen begonnen aan Buwalda. Aardig overschat vind ik, maar dat terzijde.

Laat een antwoord achter aan Rico Suave Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *