Rumble

Ik heb er geen spijt van, jongens. Van het sparring partnership dat ik met Cassius heb gehad. Hij heette toen al anders, maar ik mocht altijd Cas zeggen tegen hem. Kez! Ik bel hem nog wel eens, en dan zeg ik: Kez, hoe  gaat het met je? Wil het nog wat, enzovoorts. Hij ligt nu in de lappenmand natuurlijk, teveel klappen gehad. Frazier en zo. Dan praat hij wat terug over de Rumble, maar veel verstandigs komt er niet meer uit.
Maar ik heb Cassius nog meegemaakt in zijn goeie tijd: 1974. Ik was 21 jaar, nog een broekie, maar Kez had altijd een goed oog voor bokstalenten. Hij zag dat ik die typische George Foreman-slag had: die punch van rechtsvoor. Ik heb hem nooit kunnen ontwikkelen van linksvoor, links was ik een lousy bokser. Voor die punches van linksvoor had hij een andere sparring partner, een neger uit Amerika, ene Luke.
Luke en ik konden er wat van. Want Kez wou die George Foreman afmatten, hè? Dus wat had hij bedacht? Trainen tegen twee sparring partners tegelijk. Ja, verdomd, een aan de linker- en een aan de rechterkant. Wat deed Kez? Hij ging in de touwen hangen en hij beschermde zijn gezicht.  En wij er maar op los beuken! Tot we na een paar uur niet meer konden. Dan sloeg Kez ons om de beurt knock out.
Zo hebben we weken achter elkaar staan trainen, met zijn drieën. Niemand wist er iets van. Keep your big mouth shut, zei Kez ons. Daar hebben we ons aan gehouden, Luke is alweer een tijdje dood.
Ik weet nog hoe Kez me noemde: Hoedzjieboem. Want dat vond hij het meest lijken op die Foreman-punch. Ik heb hem nog wel zitten corrigeren: het is Hoagahboame, Kez. Maar dan kreeg ik gewoon een slag op mijn kin. Hij wou er niet van horen.
Toen we eind oktober in Kinshasa aankwamen, want Luke en ik mochten mee in het vliegtuig, toen moesten we een kreet bekend maken: ‘Ali Bombarie’ of iets dergelijks. En dat hebben we gedaan. Maar dat gevecht ging precies zoals Kez het wilde: hij ging in de touwen hangen en wachtte doodrustig af wat Foreman zou aanrichten. Foreman wist niets van tactiek, die bokste er op los. Het ging exact als in de training en Kez riep ook nog een keer: ‘Hoedzjieboem!’ Ik nog terugroepen: watch it, Kez! En toen kreeg hij er nog een paar toegemeten, maar in de achtste ronde sloeg hij Foreman, die totaal uitgeput was door dat vele slaan,  hupsakee knock out. Een linkse, een rechtse er overheen en de klus was geklaard.
Een groot bokser, Kez. Het was ook een gelukkige tijd. Ik heb veel klappen van Kez gehad en ik heb hem er ook veel gegeven. Maar het was voor het goede doel. The rumble in the jungle.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *