Met een mengeling van verbijstering en berusting kijken Connie Palmen en Max J. Molovich toe hoe twee brandweermannen en een dalmatiër het in brand gevlogen beeldscherm blussen. Hoewel die dalmatiër natuurlijk niet daadwerkelijk aan het blussen is, die is namelijk gewoon bezig zijn aars te likken. Het was om aan te geven dat de brandweermannen niet alleen waren. Als de brandweermannen klaar zijn, knikken ze beleefd naar de twee grootheden en lopen ze het beeld uit.
Connie Palmen: Nou, dat was schrikken.
Max J. Molovich: (mompelend) Wie gooit nu ook z’n sigaret op de grond…
Connie Palmen: Wat zei je Max?
Max J. Molovich: Niks.
Connie Palmen: O, want ik dacht even dat je iets zei.
Max J. Molovich: Nee hoor, ik zei niks.
Connie Palmen: Dan zullen het de kaboutertjes wel weer geweest zijn.
Max J. Molovich: Dat zal dan inderdaad wel weer.
Connie Palmen: Ik word gek van die kabouters. Ze blijven maar tegen me aan oudehoeren. Terwijl ik een hekel aan kabouters heb. Dat voelen ze natuurlijk, hè. Wat dat betreft zijn het net katten. Maar goed, waar waren we gebleven? Nog wat wijn, Max?
Max J. Molovich: Schenk maar vol, Connie. We waren bij Donald Duck in zijn naziperiode gebleven.
Connie Palmen: Ach ja, da’s waar ook. Bij Donald als nazi. Dan weet ik wat de volgende is. Dat heeft met een van jouw passies te maken, de maan.
Max J. Molovich: De maan is helemaal niet mijn passie.
Connie Palmen: Maar dat staat hier op mijn briefje.
Max J. Molovich: Nou, het klopt niet. De maan interesseert me hoegenaamd geen ene hol.
Connie Palmen: Nou, da’s niet bepaald subtiel geformuleerd. Maar hoe komt het dan op m’n briefje te staan?
Max J. Molovich: Misschien zijn dat de kaboutertjes weer geweest.
Connie Palmen: Ja, misschien wel. Wat een klootzakken zijn het toch. Juissst. Mmmmmax…. Dussss… als de maan je hoegenaamd geen hol interesseert, waarom heb je dit fragment gekozen. Het was namelijk onvindbaar. Zelfs onze redactie, die toch niet bepaald bekend staat om haar onvermogen onvindbare fragmenten te vinden, bleek niet in staat het fragment op te sporen. Dat hebben we je gezegd en toen zei je dat je zelf wel even zou kijken. En hop, daar bleek gisteren ineens dat het je gelukt was. Verrrtellll.
Connie Palmen maakt een theatraal armgebaar tijdens het uitspreken van het laatste woord. Zo theatraal dat heur haar lichtelijk in de war komt te zitten.
Max J. Molovich: Wel Connie, ik heb gewoon even gebeld met mijn goede vriend Buzz Aldrin en hij…
Connie Palmen: Buzzzzzz Aldrin, Buzzzzzzzz Aldrin. Wie is Buzzzzzz Aldrin, Max?
Max J. Molovich: Officieel de tweede man op de maan. Maar eigenlijk was hij de eerste. Men had hem beloofd dat hij de eerste man op de maan zou zijn. Fantastisch natuurlijk voor Buzz, die was helemaal opgetogen. Hij kreeg een camera mee en de opdracht om de maan te filmen. Als hij eenmaal op de maan zou staan, moest hij filmen hoe Neil Armstrong uit de Apolla 11 stapte. Zo gezegd zo gedaan. Toen ze geland waren, stapte Buzz uit, met zijn camera, ging filmen, filmde eerste de maan en filmde toen, zoals afgesproken, hoe Neil Armstrong het trappetje afkwam. Net als de rest van de wereld hoorde Buzz Aldrin hoe Armstrong zei: “This is a small step for a man, but a great leap for mankind.” De woorden die inmiddels iedereen kent als de woorden van de man die als eerste voet zette op de maan.
Connie Palmen: Maar Armstrong was eigenlijk dus de tweede man op de maan. Want de eerste man stond te filmen, als ik het goed heb begrepen. Wat had Buzzzzzz Aldrin eigenlijk gezegd toen hij als feitelijk eerste man op de maan stond.
Max J. Molovich: Whoehoe, whoehoe, I’m standing on the moon, I’m standing on the moon. Whoehoe.
Connie Palmen: Ook niet slecht.
Max J. Molovich: Zeker niet. Maar je kunt begrijpen dat toen Buzz Aldrin terug kwam op aarde en tot de ontdekking kwam dat iedereen dacht dat Neil Armstrong de eerste man op de maan was geweest, Buzz in een behoorlijk dip terechtkwam. Een dip waar hij nooit meer is uitgekomen. Een dip die zo diep bleek en tot de dag van vandaag doorzet, dat hij eindelijk heeft besloten om de waarheid naar buiten te brengen.
Connie Palmen: De waarheid?
Max J. Molovich: Dat men nooit op de maan is geweest. Wat Buzz Aldrin mij heeft gegeven, en waar wij zometeen naar gaan kijken, zijn de originele opnames van NASA van de ‘landing op de maan’.
Terwijl hij de woorden ‘landing op de maan’ uitspreekt, maakt Max J. Molovich met de wijs- en middelvingers van beide handen het internationale tussen-aanhalingstekens-gebaar.
Connie Palmen: Dus wij gaan nu kijken naar het ruwe materiaal van de opnames die de NASA maakten van de so called maanlanding?
Max J. Molovich: Precies, Connie. Precies.
Connie Palmen: Denk je niet dat NASA die opnames momenteel mist?
Max J. Molovich: Dat zal heel goed kunnen, Connie.