Connie Palmen: God, daar krijgt een mens dorst van, van zo’n kater. Zal ik je nog eens inschenken, Max?
Max J. Molovich: Ik sla alleen vliegen af, Connie.
Connie Palmen: Hahaha. Wat heb je toch een heerlijk gevoel voor humor, Max.
Connie Palmen grijpt lachend onder de tafel en haalt een fles rode wijn naar boven die ze ontkurkt. Ze schenkt de beide glazen vol, zet de fles weg en trekt een ernstig gezicht.
Connie Palmen: Max, we blijven even bij schrijvers. Ik heb me laten vertellen, en in Godsnaam zeg me dat het niet waar is, dat een aantal van de schrijvers die jou, laat ik zeggen, gevormd hebben, nazi zijn.
Max J. Molovich: Nou Connie, om eerlijk te zijn, een beetje waar is het wel. Hoewel het natuurlijk de vraag is, wat een nazi is. Céline is een van die schrijvers die mij gevormd hebben. Of die in ieder geval een onuitwisbare indruk op me hebben achtergelaten. Overtuigd antisemiet die zich tijdens de Tweede Wereldoorlog als arts had aangesloten bij de collaborerende regering Vichy. Overtuigd nazi was hij volgens mij niet. Hij vond Hitler geloof ik ook maar een onbeduidende clown die er niks van begrepen had. Hij was een misantroop die dacht dat de wereld naar de kloten ging. En de joden hadden daar een groot aandeel in, meende hij. Overigens ben ik Céline gaan lezen dankzij Bukowski, die we net zagen en die in zijn jeugd met de nazi’s heulde. Maar dat was meer uit de behoefte te provoceren en choqueren dan uit overtuiging. En datzelfde kun je zeggen van James Ellroy, de volgende van wie we een fragment gaan zien.
Connie Palmen: En datzelfde kun je zeggen van James Ellroy van wie je ook een fragment hebt uitgekozen.
Max J. Molovich: Dat zei ik.
Connie Palmen: Ja, maar ik wilde zo graag het bruggetje maken. Ik had het helemaal voorbereid, maar jij was me voor. En toen dacht ik, ik doe gewoon alsof ik niks heb gehoord, ik zeg het gewoon nog een keer. Maar goed, laten we het over James Ellroy hebben, de schrijver van onder andere L.A. Confidential, American Tabloid en The Black Dahlia. De Demon Dog of American Literature, zoals hij zichzelf noemt.
Max J. Molovich: En daar is geen woord van gelogen.
Connie Palmen: Hij heeft ook nogal wat moeten doorstaan in zijn leven om zo’n demon dog te worden.
Max J. Molovich: Zeg dat wel. Toen hij tien was werd zijn moeder op brute wijze vermoord. De moord is nooit opgehelderd. James ging bij zijn vader wonen, die hem vertelde dat het zijn moeders eigen schuld was. Ze was een hoer volgens zijn vader, en hoeren lopen kans om verkracht en vermoord te worden. Het leek James niks te doen dat zijn moeder vermoord was, maar langzaam maar zeker groeide hij uit tot een totaal verknipte puber die stiekem geilde op zijn dode moeder, die inbrak bij klasgenootjes om aan slipjes te snuffelen, die er nazi-sympathieën op nahield, die aan de drugs en vooral aan de alcohol raakte en die volledige geobsedeerd was door de moord op de Zwarte Daliah, een moord op een jonge vrouw die, net als de moord op Ellroys moeder, nooit is opgelost.
Connie Palmen: Een gelukkige jeugd is anders. Zo rond zijn dertigste kickte hij af van de drank en ging hij schrijven.
Max J. Molovich: Met miljoenen tabloidheadlines in zijn hersens gebrand, zo zegt hij zelf. En dat lees je eraan af. Als een mitrailleur die tabloidkoppen afschiet, een meedogenloze schrijfstijl.
Connie Palmen: Is dat niet vermoeiend, Max, die drammerige stijl.
Max J. Molovich: Ik moet zeggen dat ik het er wel een beetje mee heb gehad. Deze vakantie heb ik Het Bloed Kruipt gelezen, het laatste deel van zijn Underground Trilogie, waarin Ellroy de verborgen geschiedenis van Amerika fileert. Het was een tijdje geleden dat ik Ellroy had gelezen. En de eerste dertig bladzijden vond ik het eerlijk gezegd een beetje kinderachtig. Die kaalgeplukte, veel te stoere taal. Bijna komisch werd het. Maar langzaam maar zeker kreeg het me toch weer te pakken en greep Ellroy me bij m’n kladden om niet meer los te laten. Bloedstollend.
Connie Palmen: Waarom wil je dit fragment zien?
Max J. Molovich: Ellroy vertelt hierin over de moord op zijn moeder. Hier is alles op terug te voeren. Hier is de mythe die Ellroy rond zichzelf heeft opgebouwd begonnen. Hier begon het, hier eindigde het.
Max J. Molovich en Connie Palmen draaien hun hoofd richting het televisiescherm in de studio. Er gebeurt een paar seconden niets. Vlak voordat het fragment begint, draait Connie Palmen haar hoofd weer even naar Max J. Molovich.
Connie Palmen: Waarom heb je eigenlijk geen fragment van Cees Nooteboom?
Ha, lekkere types komen langs, heer Molovich.
Bukowski en Ellroy staan op de must-read lijst!
Mooi shirt draagt die gast!
Céline, kom daar nog eens om. Ik ben hem gaan lezen dankzij Hermans, maar ik vind Ik heb altijd gelijk toch vooral een verbetering van Reis naar het einde… dat ik niet eens heb uitgekregen, meen ik. Dood op krediet beviel me althans stukken beter (aanrader).
Filmpje: goede schrijvers zijn goede praters, dat blijkt maar weer. Hoewel je oplezen natuurlijk nooit moet uitsluiten met die cameragenieke Amerikanen.
En respect, overigens, voor Cees Nooteboom. Coryfee of niet, wij komen (nog) niet in de buurt van die gast en don’t we forget it.
En nu we toch aan het name droppen zijn: wie poept er hier nog meer op Arnon Grunberg? Ik vind, als je grappig wil zijn, doen het dat als Kippfest, of doe het zo, maar laat het anders gewoon lekker zitten:
http://www.youtube.com/watch?v=V5Z_ZducwbQ