Ik was afgelopen weekend met vakantie gegaan (met mijn éénpersoons tentje) naar Camping ‘Gedroomd Paradijs’ te Dirkswoud. Ik begreep al niet waarom dat niet gewoon ‘Het Paradijs’ mocht heten, maar goed. Ik had mijn laptop bij me, want ik controleer, ook tijdens mijn vakantie, graag het verkeer.
Zo zag ik vanavond op Discovery een oude aflevering van Most evil, die over cultvolgers ging die moorden pleegden. Daarin werd gezegd dat iedereen het risico liep om bij zo’n cult betrokken te worden. Het spijt me, ik althans zal nooit een cultvolger worden. Zeker geen moordende cultvolger. Het zit eenvoudig niet in mijn karakter om ooit iemand te volgen. Ik maak het zelf wel uit. Zo gauw Wilders of Pechtold iets tegen elkaar schreeuwen, denk ik: houd beiden je grote muil, kinderen. Vertegenwoordig ons volk, meer niet.
Wel was het het afgelopen weekend te Dirkswoud zeer regenachtig. Het kwam bij bakken uit de hemel. Het zullen misschien ‘plaatselijke buien’ zijn geweest, want ik heb nog even naar thuis gebeld, en daar scheen de zon volop. Maar ik had een regencapeje meegenomen, en zo liep ik naar café Amperzat, onderweg eenieder vrindelijk groetend.
In Amperzat was een evenement gaande dat ballenbak werd genoemd, en waarvan ik de precieze principes nog niet weet, maar je stoot met een keu een bal, en die bal moet dan in een gat vallen, en zo verder. Ik had geen idee, ik bestelde een beurt aan de bar, ik kreeg een keu en ik stootte en toen kreeg ik een getal: twee! Blijkbaar had ik een twee gestoten. Er werden daarna nog cijfers omgeroepen als: vijf! zestien! drieëntwintig! Ik bemoeide me er al niet meer mee, want ik zat met een léuke dame, van nauwelijks 45 jaar, nog zeer gevuld slank, en we zaten elkaar uit te leggen wat de liefde betekent, u begrijpt wel dat er drank aan te pas kwam. Port!
Aan het einde van de avond, toen ik juist gewezen had op het éénpersoonsgehalte van mijn tentje en dat daar helaas geen plaats zou zijn voor een tweede persoon, hoe graag je dat ook zou willen!, ze begon met knievoelingen mijn verzet al te breken – hoorde ik iemand in de microfoon schreeuwen: ‘Eerste plaats deze avond: de heer Hogendoorn met maar twéé punten!!!’
Natuurlijk was er een terecht applaus voor deze uitnemende prestatie, ik boog ook. Zei: ‘Zal ik het nog eens doen?’ Dat hoefde niet, ik kreeg een beker en mocht als eerste kiezen uit de prijzen. Daar koos ik een mooie bos rode rozen uit, die ik gaf aan de heerlijke dame, met wie ik daarna verder trok.