Misschien komt het doordat ik al op zeer jonge leeftijd, samen met mijn ouders, Gejaagd door de wind heb gezien. Een kutfilm, als je het mij vraagt en ook als je het me toen had gevraagd, in 1962 of ’63. In 1989 werd die film nog een film ‘van grote culturele waarde’ genoemd. Mijn culturele waarden hebben altijd elders gelegen. Ik heb daarna nog één fictiefilm gezien, in 1977 meen ik: Carrie van Brian de Palma. Ook een kutfilm, hoewel ik lichtelijk verliefd werd op hoofdrolspeelster Sissy Spacek. Daarna heb ik niet één fictiefilm meer gezien. Ik houd niet van het genre. Ik kijk ze ook niet op de tv. Ik weet nog dat ik eens een aflevering van Rawhide zag, thuis, midden jaren zestig, en dat ik mijn vader zei: ‘Dat kan toch nooit bestaan!’ ‘Ja, maar dat is Amerika,’ antwoordde hij. Ik: ‘Maar daar wonen toch ongeveer dezelfde soort mensen als hier?’
Ik vertel dit allemaal omdat er een gevangene is ontsnapt uit de TBS-inrichting ‘De archipel’ te Dirkswoud. Hij was met begeleid verlof en is hem gesmeerd. Begeleid verlof: prima, maar doe die jongens dan een enkelband om die ze er niet zelf af kunnen halen. Of moderner: geef ze een chip mee in de onderarm. Dan weet je waar ze zitten.
Ellie de Wit, die therapeute is in De Archipel, zegt dat dat niet kan, om redenen van privacy. ‘Dan gaan de mensen die zo’n chip niet willen, niet met verlof,’ zei ik. Je moet het niet ingewikkelder maken dan het is.
‘Ja, maar dan wordt het hier helemaal een One flew over the cuckoo’s nest,’ zei ze.
Film gezien, niets begrepen, dacht ik. Ikzelf heb die film niet gezien, ik heb alleen het boek uit 1962 of ’63 gelezen, al toen ik veertien of vijftien jaar was. De schrijver, Ken Kesey, was toen nog niet onder de invloed van mescaline, amfetamine en LSD, zoals hij een paar jaar later, samen met de Merry Pranksters, zou zijn. Hij schreef zijn enige goede boek.
Maar waar ik naar toe wilde: Ellie de Wit (die in niets lijkt op zuster Ratched, ze is zelfs een behaaglijke dame) gelooft dat een fictieve situatie kan ontstaan doordat je in de realiteit iets verandert. Alleen omdat ze die fictiefilm heeft gezien. Ik geloof dat niet: je krijgt alleen een iets veranderde realiteit.
zou ze die realiteit niet herkennen als een fictieve nieuwe werkelijkheid? ik bedoel: zou ze zich niet reliseren dat ze gevangen zit in haar eigen referentiekaders? * slikt nog een lsdtje door *
Ik heb nog wel meer bezwaren tegen de fictiefilm. Bijvoorbeeld: die loopt een halve eeuw achter bij de literatuur. Zo had je Batman, een halve eeuw geleden, in de literatuur. Nu worden er nog steeds Batman-achtige films gemaakt.
Een ander voorbeeld: ‘geloken ogen’. Wanneer heb je dat voor het laatst gelezen? Een eeuw geleden, bij Couperus. Maar nog steeds zweren ze in romantische komedies bij die geloken ogen.
Ander voorbeeld: vrouw draait zich om naar het raam en vertelt zuchtend iets tegen haar man of vriend. Dat komt nog geregeld voor in films, in de literatuur is die onzin al lang weggehaald.