Het bureau

Toen ik nog werkte als zetter in een drukkerij (‘Dat is toch een veel te lage baan voor jou,’ zei iemand eens, waarop ik antwoordde: ‘Wat moet ik dan anders gaan doen?’ ‘Maar je leest zoveel!’ ‘Ja, maar dat doe ik voor mijn plezier,’ zei ik) waren er twee dingen waar ik me mee bezig hield. De klanten die een krantje of een folder moesten hebben en die naar mij gestuurd werden, wat ik altijd zeer prettig vond: na een kort gesprekje over dat krantje of over die folder wist ik meestal wat voor lettertype en indeling ze gehad hadden willen hebben. Het tweede was de overhang van de letters (dat noemen ze tegenwoordig de kerning), die ik voor alle lettertypen die in huis waren wilde automatiseren. Denkt u maar eens aan een woord als KETELVISSERS. Het zou beter zijn als er tussen die L en die V iets minder ruimte zou zitten. Dat verbetert de leesbaarheid.
De drukkerij groeide gestaag en er werd een ‘werkvoorbereider’ aangenomen. Een werkvoorbereider is iemand die niets toevoegt aan het productieproces, maar die aan een bureau zit en de klanten ontvangt. Hij is het porum van de drukkerij, zei de baas. Sja. Het gevolg was dat ik niet meer rechtstreeks met de klanten praatte over hun folders of kranten. Het gevolg was ook: diverse fouten en vergissingen, door dat gebrek aan contact.
Die werkvoorbereider kwam op een gegeven moment bij me, want hij had een stuk opgesteld waarin puntsgewijs werd gezegd hoe het in een drukkerij zou gaan. Dat stuk moest ik even zetten. Ik las dat stuk en sloeg achterover van de domheid. Ik ging naar de baas en zei: ‘Hier is een stuk van je oen. Ik weiger dit soort onzin te zetten. Ik verdom het om mee te werken.’
Deze gebeurtenis doet me denken aan deel 3 van J.J. Voskuil’s Het bureau, het beste deel van de zeven, naar mijn smaak. Ik heb de afgelopen week, liggend in een ziekenhuisbed met een kleine nierinfectie, de eerste drie delen van Het bureau weer eens herlezen. In dat deel 3 beschrijft Voskuil hoe hoofdpersoon Maarten Koning steeds maar weer aanloopt tegen het contact met andere mensen op zijn bureau. Hij is daar voortdurend zeer ontevreden over, heeft hoofdpijnen, maagpijnen etc. Hij heeft ruzies, maar is ook daar ontevreden over.
Toen ik dat zo’n vijftien jaar geleden voor het eerst las, ‘herkende’ ik zoveel dingen. Niet in dat bureau an sich, want daar hield men zich bezig met de zeis, de wieg, de ploeg, of men een trouwring rechts of links draagt etc. Men maakte zich dik door ‘wetenschappelijk’ over zulke tradities te praten en te schrijven.
Maarten Koning had er geen hoge hoed van op. Hij had ook geen grote dunk van zijn medewerkers op het Bureau. Het had allemaal geen zin, vond hij. ‘Als je ons bureau ziet als een inrichting, wordt vanzelf al het andere normaal,’ zegt hij ergens.
Datzelfde had ik kunnen zeggen over de drukkerij. Ik had minder moeite dan Maarten Koning met de contacten met mijn medemensen, ik werd alleen laaiend als er weer meer bureaucratie werd toegevoegd of als er weer iemand met huiveringwekkende domheid kwam aanzetten.
Ik deed mijn overhang-werk ’s avonds. Totdat ik in een diepe depressie belandde, geraakt door het onzinnige van mijn werk.

2 Reacties

  1. Ha, herkenbaar. Vallend van de ene waanzin in de andere zei ik laatst tegen een collega dat ik het steeds moeilijker vind om voor te stellen dat zij zo gek zijn, en wij zo… Laat ik het “mentaal capabel” noemen. “Volgens mij zitten we in een echte inrichting,” zei ik, “En is mijn gekte dat ik denk in een kantoor te werken.”

  2. Nog zo’n inrichting is de redactie van Nurks. Ik ben daarin maar een onderdeurtje, de Maarten Koning van Nurks is Max Molovich. Je moest eens weten hoe tijdens de redactievergaderingen de reacties tegenover elkaar, maar laat ik mijn mond houden.
    Nurks bestaat nu bijna 1 jaar en heeft tot nu toe 951 stukjes en artikelen geplaatst. Ik wil ervoor zorgen dat het 1000ste stukje van de hand van hoofdredacteur Max zal zijn. Als dat niet goed uitkomt, schrijf ikzelf dat stukje, onder zijn naam. (Wens me daarbij geluk, want het zal niet eenvoudig zijn een Molovichje te schrijven.)

Laat een antwoord achter aan Ben Hoogeboom Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *