‘On some level, my life has been wasted on me’, schrijft de Amerikaanse schrijfster Nora Ephron in haar boek I remember nothing. Ik heb het boek niet gelezen, ik was überhaupt bekend met het bestaan van mevrouw Ephron, maar bij het lezen van deze quote voelde ik direct een verwantschap. Het gros van de gebeurtenissen in mijn leven hadden, wat de herinneringen betreft, net zo goed niet kunnen plaatsvinden.
In gesprekken over voetbal zijn er altijd mensen die nog goed weten hoe in 1993 die en die speler in de 87e minuut met buitenkantje rechts de bal langs de keeper schoof, terwijl hij minuten daarvoor… afijn, u begrijpt waar ik heen wil. Zelf weet ik, ondanks oprechte interesse, vaak op maandagochtend nog nét wie er een dag eerder tegen wie gespeeld heeft, de uitslag en bij meer dan drie doelpunten toch zeker 80 procent van de doelpuntenmakers. Een week later? Niets meer, behalve dan dat ik toch écht heb gekeken. Bij films ben ik vaak al op de helft voor ik besef dat ik deze niet zo lang geleden al heb gezien.
Vol bewondering luister ik naar hen die hele gedichten kunnen opdreunen, openingszinnen uit favoriete romans uit het hoofd citeren of soms zelfs hele passages woord voor woord kunnen herhalen. Ook als zij het boek tien jaar geleden hebben gelezen. Zelf ben ik altijd blij als ik, wanneer ik het boek dichtklap, nog weet waar het over ging.
Dit geldt overigens niet alleen voor wat ik lees of op het scherm zie, ook gebeurtenissen in mijn eigen leven vervagen sneller dan ze me overkomen. Zo hebben sociale media als Hyves en Facebook me al meerdere malen met m’n neus op het feit gedrukt dat ik me vroegere klasgenoten soms (vaak) totaal niet kan herinneren. De school nog net wél, maar daar is dan ook alles mee gezegd.
Mijn curriculum vitae moet ik nauwkeurig bijhouden en voor sollicitatiegesprekken uit het hoofd leren, anders heb ik geen flauw idee wanneer ik waar werkte en wat ik er precies deed.
Vriendinnetjes herinner ik me over het algemeen wel, maar het wanneer, hoe lang en in welke volgorde zijn een vraagteken.
Met de beste wil van de wereld kan ik je niet vertellen hoe laat mijn zoon geboren is, of op welke dag van de week, ondanks dat ik dit keer op keer heb nagevraagd en gehoord. Kleding voor hem kopen, zonder dat hij erbij is, is ook al zo’n onmogelijke opgave. Ik weet niet welke maat hij draagt, hoe groot zijn voeten zijn of hoe lang hij is – Ja, ‘ongeveer zo hoog’.
Het gros van mijn vakantieverhalen is niet zozeer gebaseerd op de gebeurtenissen, maar meer op wat er te zien is op de grote aantallen foto’s die ik met opzet maak.
Herinner ik me dan werkelijk niets? Jawel. Ik kan Pulp Fiction tot in detail voor je opdreunen, inclusief dialogen, ik kan je elk detail over Superman vertellen, mijn burgerservicenummer zit erin geramd en ik weet nog precies waar ik was toen Ajax in 1995 de Champions League won. Maar daar houdt het dan ook wel een beetje mee op.
Heeft het te maken met selectieve interesse? In sommige gevallen, wellicht, maar over het algemeen vergeet ik in rap tempo ook gebeurtenissen die ik me toch echt wel zou willen herinneren.
Maar het heeft ook zo zijn voordelen, want ook de negatieve momenten in mijn leven zijn vaak slechts een vage herinnering. Het glas is halfvol.
Natuurlijk chargeer ik wanneer ik zeg dat ik me niets kan herinneren,en ik bevind me ook niet in een vroeg stadium van Alzheimer. Mijn onvermogen te herinneren heeft vooralsnog geen negatief effect op mijn functioneren. Maar ik kan me, helaas, wel volmondig vinden in de uitspraak van Nora Ephron. Mijn leven was, tot op zekere hoogte, niet aan mij besteed.
Heb ik ook. Altijd gehad. Zijn we daarom gaan schrijven? Om dingen vast te leggen? Positief effekt: je kan dezelfde boeken 10 keer lezen, en dezelfde films 10 keer zien. Praktisch en goedkoop.
Gelukkig heb ik anderen om me heen die zich wel dingen herinneren van mij van vroeger. Als er eentje doodgaat hakt het erin: een heel stuk van mijn verleden valt dan weg.
Bundels met stukjes van Remco Campert zijn ideaal. Ik heb er maar één en die heb ik al minstens 3 of 4 keer gelezen. Maar je moet me niet vragen wat er in staat.
grootste zegening van ’n ‘vergiet-geheugen’: juist dát je je vroegere klasgenoten niet meet herinnert(..)
sommige filmscènes vergeet je nooit:
Nicholson in As Good As It Gets, tijdens voorstellen:
‘Carol the waitress, Simon the fag’…
Zoals ik niet precies weet hoe de huidige wereldkampioen schaken heet (heet hij Karlsson?), zo weet ik nog precies welk een sensatie me trof, toen op 12 of 13 januari 1972 Kortsnoj van Karpov won. Het was in een gewoon toernooi (in Hastings) en het ging dus helemaal niet om het wereldkampioenschap. Maar je dacht wel: het komt eraan! Kortsnoj wordt eens kampioen! Helaas.
Herkenbaar!
Ha, precies zo’n man heb ik hier thuis ook. Ik stel mezelf dan ook -al 32 jaar- iedere ochtend voor aan hem.
Soms heel erg vermoeiend omdat ik als een mobiele geheugenkast meeloop.