Het was ineens stil en donker in huis: mijn prachtige HP-22 inch beeldscherm deed ploink! en stierf vanmiddag. Ik heb het arme ding onttakeld, en hij ligt nu op mijn bank (‘ga daar maar liggen, jongen’).
Vroeger zou ik bij dergelijke gebeurtenissen in paniek zijn geraakt. Dat raak ik niet meer, ik word zelfs niet nerveus. Ik weet dat de dingen stuk gaan, vroeger of later. Je hoopt natuurlijk steeds dat het later zal zijn, maar soms is een ding binnen twee weken kapot. Bij het leger bijvoorbeeld schaffen ze tanks aan, waarvan ze weten dat ze al kapot zijn.
Zoals Max Pam het afgelopen weekend schreef: schaf het Nederlandse leger af. Er is geen gelegenheid geweest, voor zover ik weet, waarbij het Nederlandse leger enige verlichting (laat staan: geluk) heeft gebracht. De laatste keer dat ze wél verlichting hebben gebracht, was in Zeeland, in 1953. Voor die gevallen moet je een soort (onbewapend) reserveleger houden. En je behoudt natuurlijk de Explosieven Opruimingsdienst, want je wilt niet het rechtse deel van de bevolking tegen je in het harnas jagen. Maar verder kan het hele zootje wel weggekwartierd worden, zou ik denken.
Ondertussen heb ik weer die oude Compaq MV720 monitor voor den dag gehaald en aangesloten, die geeft ook een prachtig beeld (die is 15 inch groot, waarom kunnen die lui dat niet gewoon in centimeters uitdrukken? Het is maar een vraag). Dus ik heb wel beeld, maar geen geluid, want er zitten geen speakers in. Ja, kinderen: vroeger waren de mensen nog ouderwets en dachten ze dat beeld en geluid apart moesten! Zoals ze ook dachten dat je voor het telefoneren een aparte telefoon moest aanschaffen! O, het waren harde tijden, dat willen jullie nu wel van mij geloven.
Ik ga nu op zoek naar een goede monitor (max. 17 inch, en mét speakers). Want met die brede beeldschermen heb ik het eigenlijk wel gezien na twee weken werken: je doet niks met de overige ruimte. Laat u dus niet verleiden tot dure aankopen: koop geen breedbeeldscherm.