Een vrieskast vol herinneringen

Volgens een psychologieboek over hoe een verhuizing naar het buitenland te overleven, is het goed elkaar als gezinsleden een ‘herinnering’ cadeau te doen. Iets waar in het nieuwe huis naar gekeken wordt en waar vervolgens positieve gedachten vanuit gaan. In het boek werd gesproken over een plant of een zachte plaid. Een zachte plaid? Nee dus. Planten gaan bij mij altijd dood, en dood levert doorgaans niet de meest positieve gedachten op. Maar ik wil die verhuizing wel volgens het boekje aanpakken en dus moest ik op zoek naar cadeaus die de herinnering aan Nederland levend zou houden.

Voor de kinderen was ik vrij snel klaar: een mooi fotoboek met alle vriendjes, vriendinnen en bekende plekken. Een boek om er op een druilerige Parijse dag bij te pakken en eens lekker bij weg te huilen. Positief dan, hè. Positief huilen. Zelf heb ik mooie herinneringen aan de momenten dat ik in de etalage van de locale juwelier stond te kijken. Ik fluister dit de kinderen in, in de wetenschap dat die info ook hogerop komt. Het is een beproefde verjaardagscadeau-aanpak. Blijft over… een herinnering die ik mijn man cadeau zal doen.

In eerste instantie dacht ik aan een pot verf, RAL 9010, waar hij zo veel mee geschilderd heeft hier, of een foto van de berging in totale chaos. Wat was die wekelijkse gang naar de stort toch vertrouwd voor hem. Warme herinneringen, stuk voor stuk. Maar toch niet echt zo intens als de psychologe in het boek bedoelde. Zaterdag, tijdens het avondeten, kreeg ik een openbaring, ingeleid door mijn zoon met de volgende opmerking: ‘Ik wil er niet aan denken dat we in Parijs nooit meer op zaterdagavond friet met frikandellen kunnen eten.’

Ons huishouden staat bol van rituelen die met eten te maken hebben. Zaterdagavond: zelf gebakken friet met frikandellen (met curry en uitjes).
Op verjaardagen en bij ziekte of onbehagen: zelfgemaakte bruine bonensoep met Unox rookworst. Maandagavond, als het regent spinaziestamppot met Albert Heyns runderbraadworsten, bij mooi weer Albert Heyns lasagne met stokbrood en salade. Niet te vergeten: op vrijdagavond altijd vlaflip. Wat mijn zoon niet overzag, maar ik wel: dit gooien we allemaal overboord voor een Franse hap. Ik zeg: zaterdagavond escargots, verjaardagen met foie gras, maandagavond bij regen tête de veau en bij zonneschijn riz de veau. En op vrijdagavond een Danone Yoghurtje.

Hoewel de gedachte voor menigeen aanlokkelijk zal zijn, was het voor mij reden om vanavond de computer op te starten en te googlen. Elke maand zal mijn man minstens twee keer op neer van Parijs naar Nederland rijden. Tijdens die rit passeert hij talloze Albert Heyns. Hoe groot zal de vreugde wel niet zal als hij zijn cadeau uitpakt en een weergaloze Coolfreeze CDF ziet. Een 12V vrieskist voor warme herinneringen aan eetrituelen uit Nederland. Morgenochtend kan ik de kinderen geruststellen met de mededeling: zaterdagavond blijft zaterdagavond. Ook in Parijs.

36 Reacties

  1. Dat heb ik nou ook, van die eetrituelen. Zo eet ik iedere dag van de week iets waarvan de beginletter hetzelfde is als die van de betreffende dag. Dus bijvoorbeeld macaroni op maandag, wortels op woensdag, vis op vrijdag en zuurkool op zaterdag en zondag. Een probleem is dat ik erg van gehaktballen hou en er geen dag is die met een g begint. Omdat ik me een leven zonder gehaktballen niet kon voorstellen heb ik daar het volgende op gevonden: het woord ‘gehaktbal’ begint met een g en de g bevindt zich in het alfabet dichter bij de d van dinsdag en donderdag dan bij de m van maandag, de w van woensdag, de v van vrijdag of de z van zaterdag en zondag. Dus eet ik dinsdag en donderdag gehaktballen! Ja, het is simpel maar je moet er toch maar even op komen.

  2. je zou er ook de Engelse vertaling voor kunnen gebruiken om dit probleem op te lossen: meatballmonday. Zou je dan kunnen afwisselen met macaroni maandag of zelfs combineren in gerecht met macaroni met meatballs. Ik denk gewoon maar even met je mee hoor. Voel je niet verplicht.

  3. Je kunt op dinsdag en donderdag gehaktballen blijven eten, wanneer je het even vertaalt in het Frans: des boulettes de viande.
    Erger zou het worden als je de maandag aan meatballs zou moeten vergeven, daar kun je beter de macaroni voor houden.
    Maar als je eens een weekje écht trek hebt in gehaktballen, dan noem je de dagen bijvoorbeeld graandag, gidsdag, groendag, gondeldag, grijsdag, gratendag en gronddag.

      1. Naar het voorbeeld van Piet Grijs. Die heeft eens zulke rijtjes zitten verhaspelen, een jaar of dertig geleden, in VN.

          1. Meisje. Het staat ook te lezen in het wonderbaarlijke Opperlandse taal- & letterkunde, waaruit hier zomaar een citaat: ‘Wij bemerkten dat onze alcoholicaaankopen zo opliepen dat we nodig een AAaanloopadres nodig hadden.’
            In een ander hoofdstuk noemt hij het woord ‘wijkzusterdiploma’ als woord waarin alle klinkers voorkomen. Dat smaakt inderdaad zeer goed!

  4. Ik waardeer dat je de moeite neemt met me mee te denken, maar in de door jou aangereikte suggestie zie ik geen oplossing. Want ik ben een Nederlander. Geboren en getogen in Nederland, m’n hele leven in Nederland gewoond. Zelfs de grens van Nederland heb ik de afgelopen 27 jaar, 11 maanden en 27 dagen niet overschreden. De enige taal die ik goed spreek en kan verstaan is Nederlands. Dus als ik dan ineens Engelse [of Franse, Duitse, Spaanse, Italiaanse of Oezbekistaanse] woorden zou gaan bezigen om uit het dilemma te geraken, zou ik het gevoel hebben mezelf voor de gek te houden. Een valsspeler te zijn, een bedrieger, een charlatan. Dus ik zal ik m’n gehaktballen op dinsdag en donderdag moeten blijven eten. Wat ik overigens met alle plezier doe, dat wil ik er wel even bij zeggen. Dat je niet denkt dat ik het als een straf ervaar of zo. Eigenlijk zou ik íedere dag wel gehaktballen willen eten, zo dol ben ik er op – en niet eens duur -, maar dat kan niet want de m van maandag, de w van woensdag, de v van vrijdag liggen in het alfabet gewoon te ver van de g af. Om van de z van zaterdag en zondag maar helemáál te zwijgen.. Tussen de d van dinsdag en de de g van gehaktbal zitten maar twee letters, namelijk de e en de f, dat kan nog net vind ik. Maar de afstand tot de overige letters is gewoon te groot.

    1. Ik begrijp dat gewoon. Ik heb overal begrip voor. Daarom eet ik zoveel friet met frikandellen denk ik.

      1. In het weekend eet ik ook wel wriet en wrikandellen, met als extra, op Pasen en Pinksteren: piripirisaus!

  5. Vrouwke, ik zou weleens zo’n toespraak van Sarkozy willen schrijven in het Frans. In het ‘Frans’, bedoel ik. Die toespraak stuur ik dan naar jou toe, en eventueel publiceer jij hem op je blog. Goed?

  6. Ik zou m’n piemel wel best wel eens in een meisje van twaalf willen steken. Ik doe het weliswaar nooit, maar ik zou het best wel eens willen doen. Weinig mensen hebben daar begrijp voor, maar jij gelukkig wel.

  7. Ik heb daar wel begrip voor, maar ik vind die leeftijd toch wat te laag. Ik ben nu 57 jaar oud, en ik steek mijn piemel het liefst in een, nou dat weet ik eigenlijk niet zo precies. In een vrouw van wie ik houd.
    Zo’n vrouw is er momenteel niet, helaas. Ik ben ook niet op zoek. Beheers je pedofiele gevoelens!

  8. Ik zal wel moeten want er zijn geen twaalfjarige meisjes die mij toegang willen verschaffen. Althans dat neem ik aan, want ik heb het ze nog nooit gevraagd. Maar ik heb verder geen klagen hoor. M’n vriendin is dan weliswaar al 53, maar omdat zij godzijdank van voortplanting heeft afgezien is haar doos nog strakker dan die van menige jonge meid!

  9. Ik vind je benamingen zo afschuwwekkend, dat ik hiermee het contact definitief met je opzeg. Gatverdamme!

  10. Ik weet niet welke benamingen je bedoelt. Piemel? Doos? Die worden heel vaak gebruikt hoor. Misschien kon je niet vaak buiten. Julia van Romeo [van Shakespeare] was ook nog maar dertien trouwens.

  11. Ik ben geen pedofiel hoor. Maar je zei: ‘Ik heb overal begrip voor’. En toen dacht ik: Dat is vast niet zo, maar laat ik eens kijken tot hoe ver haar begrip gaat. En dat is nu dan duidelijk.

  12. Vrouwke,
    Kun je even je emailadres opgeven aan de mijne: hagnes10@gmail.com? Dat werkt het handigst voor als ik die tekst van Sarkozy aan je moet sturen.
    Nog een heel gedoe trouwens, het maken van die tekst: hij moet voldoende onzinnig zijn, maar ook charmerend en schmierend enz. en je moet er ook nog om kunnen lachen. Ga d’r maar aan staan.
    Een groet, Ben.

  13. Ik was er niet echt op uit om iemand te shockeren. Ik bezoek Nurks nog maar kort en ben Bicat gewend. Daar klaagt men nooit over een teveel aan ranzigheid, eerder het tegenovergestelde.. Hier ligt dat kennelijk anders. Dat weten we de dan ook weer. Al doende leert men..

  14. Zo is het. Ik ben nu bezig Sarkozy’s toespraak te schrijven, voor Vrouwke’s blog. Ik heb nog maar tweeëneenhalve alinea, maar die kloppen in elk geval.

  15. Hier is dan de toespraak van Sarkozy:

    Marchés et marchettes. Chères marchettes.
    Quand qu’on est en France, de Livres à Marseille, les tiquituées ne se parlent plus fort européennes. On dit: ‘Je naisse quoi!’ et, par évidence, c’est le mot cutranquilair.
    Plus qu’on fit des pardoises, nonchalement, ou qu’on dit: ‘Oui!’, mais ce n’est plus chartirement. Chartirement: non, messieurs!
    Contre les parqueus des mirands supérieures, j’insiste de pouvoir clattaquer, comme on dit, chères marchettes, la marche rapatulogue. La marche rapatulogue, oui! Par des institutions contribuelles où s’on ménage pas – ou à peine d’entrequier plus – à permédailloner les personnes quisables.
    Que ce qu’on qualle, n’importe quoi, c’est de dire, chères marchettes, des convusiblements sûres. Mais la insécurité de ces quatrouples et la insécurité des points à tertres – c’est la coupelle d’égrave. La coupelle d’égrave, bien sûre.
    La bitte d’on expecte, ce n’est pas faite-marine, aussi. Ha ha ha! Quelle bitte! S’arrangerez par quoi! Ou par qui, c’est ma question.
    Chères marchettes, aai lufs you! Toutes à vous. Merci. Aai lufs you all. De n’emprêtre les conseignements d’Albert, c’est important d’oublier: Un. Le cas de Gérard, et Deux: Le cas de Simon.
    Clairtainement. Je vous remercie, quoi q’on vive ou viverai!

          1. Sorry Vrouwke. Ben nu bijgekomen. Mag niet zeggen waarom tekst onvertaalbaar. Ben vragen.

  16. Als je deze tekst – als je hem plaatst – zou willen ondertekenen met ‘Benjamin Hautarbre’, dan zou je me helemaal gelukkig maken!

  17. Deze tekst moet je niet plaatsen, die moet je voorlezen, met het unieke accent van een Enarque (uit de ENA, upperclass opleiding voor Franse regeringsleden).
    Ik moet hier iets mee. Zodra ik terug ben uit vakantie ga ik die tekst op video zetten.

Laat een antwoord achter aan Ben Hoogeboom Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *