Pastoor Engelbertus van de St. Claraparochie te Dirkswoud heeft een nieuwe, jonge huishoudster gevonden. De vorige huishoudster moest ontslag nemen: ze ging voor haar vader zorgen, die terminaal ziek was. Koster Jan Temming: ‘Het moest een tamelijk jonge, sterke vrouw zijn, heb ik Engelbertus gezegd. Hij zei: als het maar een katholieke vrouw is. Dus ik ben op zoek gegaan, en Emmy Fransen is het geworden. Ze is nog maar 19 jaar, ze was werkloos, dus dat kwam goed uit. Een klassegriet.’
Emmy Fransen zelf: ‘Ik ben al blij dat ik een baantje heb! Wat dacht je? Tuurlijk. Ik heb natuurlijk wel mijn eisen gesteld, wat wil je? Een eigen slaapkamer in de pastorie, dat moet maar kunnen, hoor! Het werk is tamelijk eenvoudig: de pastorie schoonhouden en de pastoor en mezelf te eten geven. Daar komt het op neer, en daarbij doe ik dan nog dingen in de kerk, zoals de bloemen en de kaarsen en het altaar en de kelk en het doopvont en het tabernakel schoonhouden. Simpel! Doekje erover en klaar is Kees toch? En verder doe ik de bestellingen van het wierook, de wijn en het communiebrood, want daar komt de pastoor natuurlijk niet aan toe. Vooral de wijn raakte steeds sneller op, kan ik wel zeggen, want de pastoor drinkt vóór elke mis een paar glaasjes extra, dat hij niet in de war raakt, zegt hij. Ach ja, je moet een man wat gunnen, zeg ik altijd maar. En als ik ’s avonds klaar ben met mijn werk, dan komt hij altijd nog even kijken op mijn kamer. Dan komt hij even interessant babbelen, zoals dat heet, niet? Dan vraagt hij wat ik lees. En dan zeg ik: ik lees een romannetje, een liefdesromannetje. Wat voor titel, vraagt hij dan. En dan zeg ik: Hoe Cameron haar won. Want dat boek ben ik aan het lezen nu, uit de Bouquet-reeks. Hoe won Cameron haar dan, vraagt de pastoor dan, en dan zeg ik dat ik nog niet zover ben. En dan laat ik hem het omslag zien met een tekening van een soort Prins Valliant. Tja, zucht de pastoor dan, zo kan ik het ook wel! Moet je eens kijken wat die Cameron in zijn broek heeft staan. Ik kijk en inderdaad, zo’n groot ding heb ik nog nooit gezien! Dus ik begin te blozen en ik sta op en ik doe de gordijnen dicht, want ja, er moet toch iets gebeuren, en de pastoor staat achter me en zegt: ‘Emmy, een katholieke opvoeding is toch het allerbeste, vind je ook niet?’ Ik zeg: oké. En de pastoor gaat naar zijn eigen slaapkamer, die natuurlijk ook spiksplinterschoon is.’
Dat zijn de ergste: de ingehouden viezerds. En ge beschrijft het treffend, heer Ben. Ik wacht met spanning op de aflevering waarin ons Emmy Fransen de bijkans knappende kandelaber van mijnheer pastoor … Maar wellicht loopt het allemaal zo’n vaart niet.
Ik wilde u in elk geval danken voor uw zo royale gebaar dit met uw lezers te willen delen. Ge moogt rekenen op mijn enthousiaste bijval.
Kom daar nog eens om tegenwoordig.
De aflevering met die gespannen roede van de pastoor moet ik helaas aan uzelve overlaten, die kan ik niet schrijven. Ja, ik kan het wel, maar het zou lijken alsof ik een Jaap de Paapje aan het doen was.
Dank u voor het woord ‘treffend’.